Heb jij last van FOMO?

14

aug

Anne-Saar Kunz

Iemand zei het pas tegen mij. ‘Heb jij soms niet last van FOMO?’ Voor wie het niet kent, FOMO staat voor ‘fear of missing out’. Oftewel: niets willen missen en overal bij willen zijn. Google vertelde mij dat FOMO ook wel wordt gekenmerkt ‘door de wens om voortdurend verbonden te blijven met ander.’ Het is aan jezelf en daarbij ook mij om na te gaan of we daar (soms) last van hebben. Het zit misschien ook wel een beetje in onze cultuur. Ik dacht – en ik praat maar even hardop tegen je – dat niet willen missen hè, heb ik dat ook bij Jezus? Heb ik, eerbiedig gezegd, ook last van FOMO als het om Jezus gaat?

Want hoe voel ik me als ik niet in Gods aanwezigheid ben geweest? Als ik geen tijd heb genomen voor Hem? Als ik mijn stille tijd hebt gemist, heb overgeslagen, ben doorgerend? Heb ik dan ook last van FOMO? Denk ik dan ook: ‘tijd met God, dat moet ik niet missen’?

Het eerlijke antwoord? Nee, dat denk ik veel te vaak niet. Het gaat me eerlijk gezegd soms prima af. Ik ren dan maar door en ben niet bang om tijd met God te missen. En steeds weer moet ik erbij worden getrokken, steeds weer moet ik beseffen: ik moet naar Jezus toe. Want dáár alleen vind ik rust voor mijn ziel en houvast in dit leven. Kan ik het echt missen? Kan ik Jezus weglaten uit mijn leven? Het antwoord is nee. En toch, zo vaak in de praktijk: ja.

Ik bedacht me. Alle goede woorden ten spijt. Alle preken, alle blogs, alle dagboekstukjes. Als de woorden niet gaan leven, dan is het uiteindelijk voor niets. Ik dacht aan de gelijkenis van die zaaier. Jezus vertelt het aan een grote menigte. Het verhaal staat beschreven in Lukas 8. Jezus ging van stad tot stad en trok van dorp tot dorp. Hij verkondigde het Evangelie van het Koninkrijk van God. En hij vertelde dit:

Een zaaier ging erop uit om zijn zaad te zaaien. En toen hij zaaide, viel het ene deel langs de weg, en het werd vertrapt en de vogels in de lucht aten het op. En een ander deel viel op de rots, en toen het opgegroeid was, verdorde het door gebrek aan vocht. Een ander deel viel te midden van de dorens, en de dorens, die mee opgroeiden, verstikten het. En een ander deel viel in de goede aarde en toen het opgegroeid was, bracht het honderdvoudige vrucht voort. Toen Hij dit gezegd had, riep Hij: Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.

(…) Dit is de gelijkenis: Het zaad is het Woord van God. Zij bij wie langs de weg gezaaid wordt, zijn zij die het horen; maar daarna komt de duivel en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet geloven en zalig worden. Zij bij wie op de rots gezaaid wordt, zijn zij die het Woord met vreugde ontvangen, wanneer zij het gehoord hebben. Maar dezen, die maar voor een bepaalde tijd geloven, hebben geen wortel, en in een tijd van verzoeking worden zij afvallig. En bij wie het zaad in de dorens valt, dat zijn zij die het hebben gehoord, maar die gaandeweg door de zorgen en rijkdom en genietingen van het leven verstikt worden en geen vrucht dragen.

En waar het zaad in de goede aarde valt, dat zijn zij die het Woord horen, het in een oprecht en goed hart vasthouden en in volharding vruchten voortbrengen.”
– Lukas 8: 5-8 en 11-15 (HSV)

Wat een tekst hè? Jezus legt het aan de grote menigte, en daarbij ook aan jou en mij, heel beeldend uit. Hij gebruikt het beeld van een zaaier. Jezus onderscheidt verschillende soorten aarde. En de vraag is aan jou en mij, hoe het zaad bij ons zijn weg vindt. Komt het zaad, horen we het aan en ontvangen we er zelfs vreugde van? Het maakte me stil en ik besefte opnieuw dat het Woord met vreugde ontvangen niet genoeg is. Nee, het gaat verder. Jezus volgen is radicaler. Het zet je leven op zijn kop. Het vraagt, om het met vers 15 mee te zeggen: volharding. Werkelijke volharding, levendige volharding. Omdat Jezus het je waard is.

Bij Jezus zijn dus. Kunnen we het missen? Kunnen we zonder? Misschien zeg je wel: ja, ik kan zonder Jezus. Maar, geeft dat ook echt geluk en vrijheid? Geeft het werkelijk rust en vrede? Jezus roept ons op, door heel de Bijbel heen, om Hem na te volgen. Om Hem niet te willen missen, integendeel, om aan Jezus’ voeten te zitten, want daar alleen vind je vrede en rust voor je ziel.

Om dwars door alles heen te belijden vanuit het diepste van je hart:

Jezus, U alleen bent het rustpunt van mijn hart.

De gelijkenis vertelt het, Jezus vertelt het. Er zijn velen die het Woord van God aanhoren, die er zelfs vreugde uit ontvangen. En toch. Ze volharden niet en het leven draagt geen vrucht. Of er komen zorgen, of er komt rijkdom, en het brengt ons af van Jezus. Jezus vraagt ons om zijn woorden niet alleen aan te horen, maar om ze ook vast te houden, te bewaren. Want dan alleen kan het geloof groeien, kan het rijpen en draagt je leven vrucht.

Aan de slag!

En hoe doen we het dan? Hoe leven we werkelijk vanuit de woorden van God? Bewaar de woorden goed bij je, bewaar ze in je oprechte hart. En, leef daaruit. Vraag of Gods Geest je telkens weer opnieuw wil leiden naar zijn woorden. Jezus ging je voor en om Jezus’ wil alleen mag je naar Hem toe. Vervul je elke dag opnieuw met Gods woorden en daarmee met Hem zelf. Ga op de knieën voor je Koning. Want daar moet je zijn, dat moet je niet missen. Vind je ware geluk in het leven met Jezus. En, als ons leven in het teken staat van Jezus navolgen, moeten we dan nog overal bij zijn? Of kunnen we dan weleens wat missen?

Kom, we moeten naar Jezus toe. Belijd het en bid het mee:

Hier ben ik in uw aanwezigheid.

Breek de muur af die mij van U scheidt.

Leer mij steeds meer uw stem verstaan:

kom tot mij en spreek mij aan.

De Heer is hier, Hij die de vrede bracht,

leidt ons in liefde naar Gods vaderhart.

Hij zegent jou en mij:

Hij is hier en maakt ons vrij.

Heer, ontmoet mijn hart en maak het vrij.

Neem de onrust weg en zegen mij.

Schenk uw vrede die bij mij blijft;

liefde die mijn angst verdrijft.

(U bent hier – Sela)

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap