‘Hé, maar dat is mijn geld!’ – Vrijgevigheid kun je leren

29

dec

Vivian Straver

De dienst op zondagochtend loopt bijna ten einde. De collectezakken gaan de rijen langs en hier en daar grabbelen mensen wanhopig in hun portemonnee op zoek naar muntgeld. Naast een oude knoop weet iemand nog een paar munten onderuit haar tas te vissen, precies op tijd voor de collectezak is gepasseerd. Misschien is deze situatie heel herkenbaar voor je, misschien ben je andere gewoontes gewend. Ik plak hier geen oordeel op, nee, sterker: ik hoop dat ik niet de enige ben die soms worstelt met het geld dat ik via de collecte aan God geef. Onze menselijke, misschien wel Nederlandse, gierigheid vindt zó erg haar tegengestelde in de overvloedige vrijgevigheid die God ons geeft. Over die vrijgevigheid lezen we regelmatig in de Bijbel. Wat kunnen wij van die vrijgevigheid leren?  

In de Bijbel leren we God kennen als een God van overmatige vrijgevigheid, zowel het Oude Testament als het Nieuwe Testament staan er vol van. Laten we een nadere blik werpen op een drietal van deze situaties: de vrijgevigheid van God in de woestijn, de vrijgevigheid van Jezus bij het bruiloftsfeest in Kanaän en in de gelijkenis van de verloren zoon.  

Vrijgevigheid in de woestijn 

In Exodus lezen we over het volk Israël, terwijl zij op doortocht door de woestijn vanuit Egypte zijn. Mozes en Aäron zijn de door God aangestelde leiders, maar het volk moppert alleen maar tegen hen. Hoewel ze in slavernij leefden, was alles in Egypte toch veel beter… Maar dan belooft God aan Mozes dat hij het volk zal voorzien van brood en vlees. Het vraagt groot geloof om daarop te vertrouwen, want in de woestijn was er vrijwel niets dat zou dienen als voedsel. En zo gebeurt het: behalve op de sabbat is het land iedere ochtend bedekt met meer dan voldoende brood en iedere avond is er een zwerm kwartels die meer dan voldoende zijn voor het volk.  

En tegen de avond gebeurde het dat er kwartels kwamen aanvliegen, die het kamp overdekten, en in de ochtend was er een laag dauw rondom het kamp. Toen de laag dauw opgetrokken was, zie, over de woestijn lag iets fijns, iets vlokkigs, fijn als de rijp op de aarde. Toen de Israëlieten dat zagen, zeiden zij tegen elkaar: Wat is dat? Want zij wisten niet wat het was. Mozes zei tegen hen: Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft. Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft: Ieder moet ervan verzamelen naar wat hij eten kan, een gomer per hoofd, naar het aantal van uw personen. Ieder moet het nemen voor hen die in zijn tent zijn. En zo deden de Israëlieten, zij verzamelden, de een veel en de ander weinig. Zij maten het met de gomer. Wie veel had verzameld, had niets over, en hem die weinig had verzameld, ontbrak niets. Ieder had zó veel verzameld als hij eten kon. En Mozes zei tegen hen: Niemand mag ervan overlaten tot de volgende morgen. Maar zij luisterden niet naar Mozes en sommige mannen lieten ervan over tot de volgende morgen. Toen zat het vol wormen en stonk het. Daarom was Mozes erg kwaad op hen. Zo verzamelden zij het elke morgen, ieder naar wat hij eten kon, want zodra de zon heet werd, smolt het weg. 
– Exodus 16: 13-21 (HSV).

Vrijgevigheid in Kana 

Een tweede situatie waarin God zijn vrijgevigheid laat zien, is in het eerste wonder van Jezus op aarde. Jezus is samen met zijn discipelen aanwezig op de bruiloft in Kana. Op een gegeven moment blijkt dat de wijnvoorraad op is, een puur drama voor deze bruiloft! Maria vraagt Jezus iets te doen, maar Jezus wacht nog even. Als zijn tijd gekomen is gebeurt het volgende:  

En daar waren zes stenen watervaten neergezet, volgens het reinigingsgebruik van de Joden, elk met een inhoud van twee of drie metreten. Jezus zei tegen hen: Vul de watervaten met water. En zij vulden ze tot aan de rand. En Hij zei tegen hen: Schep er nu iets uit en breng het naar de ceremoniemeester; en zij brachten het. Toen nu de ceremoniemeester het water geproefd had, dat wijn geworden was – hij wist niet waar de wijn vandaan kwam, maar de dienaars die het water geschept hadden, wisten het – riep de ceremoniemeester de bruidegom. En hij zei tegen hem: Iedereen zet eerst de goede wijn voor, en wanneer men er goed van gedronken heeft, daarna de mindere; u hebt de goede wijn tot nu bewaard. 
– Johannes 2: 6-10 (HSV).

Vrijgevigheid van de Vader 

Jezus vertelt de gelijkenis over een vader met twee zonen. De jongste zoon stapt naar zijn vader en vraagt om zijn volledige deel van de erfenis. Met dit bezit gaat de zoon weg van huis en gooit zijn gehele erfenis over de balk. Op het moment dat hij geen geld meer heeft, ziet hij geen andere optie dan terug te keren naar zijn vader. Maar de vader staat zijn zoon op te wachten, en zodra hij zijn zoon aan ziet komen, doet hij het volgende:  

En  toen hij nog ver  van hem verwijderd  was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde  hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem. En de zoon zei tegen hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. Ik ben niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maar de vader zei tegen zijn dienaren: Haal het beste gewaad tevoorschijn en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten. En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn. 
– Lucas 15: 20-23 (HSV).

God gaf meer dan voldoende voedsel in de woestijn. Er was genoeg voor wat ieder nodig had, en er was zelfs een deel dat men probeerde te bewaren. Jezus voorziet ruim in de wijnvoorraad op de bruiloft in Kana. Omgerekend draait het hier om bijna zeshonderd liter water dat Jezus in wijn verandert. De vader, God in deze gelijkenis, start een prachtig feest nu zijn zoon is teruggekomen: hij geeft hem het mooiste gewaad en het gemeste kalf. 

Deze drie situaties zijn slechts een greep uit de beelden van Gods vrijgevigheid in de Bijbel, er is nog veel meer! Maar het vrijgevig offer bij uitstek was het offer van zijn Zoon: Jezus Christus. Vrijgevigheid zit door en door in Gods karakter verweven, en Hij verlangt ernaar dat wij daarin een afspiegeling zijn van Hem.  

Aan de slag! 

Al zouden we maar een stukje van die vrijgevigheid van God mogen implementeren in ons eigen leven, dan zouden we al zo ver zijn. Maar vrijgevigheid draait niet alleen om dat wat je in de collecte kan stoppen, nee, het gaat zoveel verder! Het gaat om medeleven, zorg en liefde naar je naaste. God zorgde voor zijn volk in de woestijn, Jezus zag de wanhoop bij de bruiloft en de vader uit de gelijkenis handelde uit liefde voor zijn zoon.  

In de decembermaanden zijn we misschien sneller geneigd om te kijken naar de mensen om ons heen die onze vrijgevigheid kunnen gebruiken, en daar is niets mis mee. Maar: kijk goed, en bedenk hoe je in de komende maanden kan groeien in vrijgevigheid.  

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap