Hagar ontmoet de God die ziet

29

jan

Hadassa

Elke twee weken lees ik met een meisje uit mijn kerk uit de Bijbel. Samen volgen we het verhaal van Abram. In Genesis 12 krijgt hij een belofte van God: Abram zal een zoon krijgen. Uit hem zal een groot volk voortkomen. Maar die belofte laat hoofdstuk op hoofdstuk op zich wachten. Abrams vrouw, Saraï, wordt maar niet zwanger. Hoewel de belofte een aantal keer aan Abram wordt herhaald, is het wachten erop moeilijk. Keer op keer komt de belofte in gevaar. En Abram en Saraï worden maar ouder en ouder. Zal God zijn belofte nakomen? Hebben ze God goed begrepen? Of had Hij het toch anders bedoeld?  

Om de belofte uit te laten komen, bedenkt Abram rechtsom en linksom oplossingen. Zou het misschien zijn neef Lot zijn, waar God het over heeft? Nee, blijkt door de tijd heen. Misschien zijn dienaar Eliëzer dan? Zal hij alles erven? Maar God zegt in Genesis 15 tegen Abram dat ook Eliëzer het niet is. Maar hoe zal God zijn belofte dan nakomen? 

Ook Saraï wordt steeds ongeduldiger. Ze voelt de klok tikken. Hoe kunnen zij ooit nog samen een kind krijgen? Zal God het dan toch anders bedoeld hebben? Dan komt Saraï met een idee: 

Abrams vrouw Saraï baarde hem geen kinderen. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar. ‘Luister,’ zei Saraï tegen Abram, ‘de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.’ Abram stemde met haar voorstel in en Saraï gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän. 
– Genesis 16: 1-3 (HSV).

Saraï zoekt de oplossing bij haar slavin: Hagar. Als zij nu eens naar bed gaat met Abram. Als zij nu eens een kind krijgt… Misschien is dat dan de nakomeling die God beloofd heeft. Misschien zal God door hem zijn belofte nakomen. 

Maar wat een goed idee lijkt, draait uit op een drama

Hij [Abram] sliep met Hagar en zij werd zwanger. Toen Hagar merkte dat ze zwanger was, verloor ze elk respect voor haar meesteres. Saraï zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk! Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij.’ Abram antwoordde: ‘Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.’ Toen maakte Saraï haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte. 
– Genesis 16: 4-6 (HSV). 

Hagar raakt, in tegenstelling tot Saraï, zwanger van Abram. Dat beïnvloedt hoe ze zich gedraagt tegenover haar meesteres: ze verliest alle respect voor haar. Sarai kan Hagar niet meer luchten of zien, en wil van haar af. Abram is een passief figuur in het verhaal. Alles wat Saraï zegt, doet hij. Alles wat ze wil, laat hij gebeuren. En dus krijgt Saraï de mogelijkheid om hetzelfde terug te doen: ze verliest alle respect voor Hagar. Zo erg, dat Hagar op de vlucht slaat. 

Een zwangere vrouw. Alleen in de woestijn. Wie ziet haar? Wie zorgt voor haar? 

Een engel van de HEER trof haar in de woestijn aan bij een waterbron, de bron die aan de weg naar Sur ligt. ‘Hagar, slavin van Saraï, waar kom je vandaan en waar ga je heen?’ vroeg hij. ‘Ik ben gevlucht voor Saraï, mijn meesteres,’ antwoordde ze. ‘Ga naar je meesteres terug,’ zei de engel van de HEER, ‘en wees haar weer gehoorzaam.’ En hij vervolgde: ‘Ik zal je heel veel nakomelingen geven, zo veel dat ze niet te tellen zullen zijn. Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Die moet je Ismaël noemen, want de HEER heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had. Een wilde ezel van een mens zal hij zijn: hij schopt iedereen, iedereen schopt hem. Met al zijn verwanten zal hij in onmin leven.’ Toen riep zij de HEER, die tot haar had gesproken, zo aan: ‘U bent een God van het zien. Want,’ zei ze, ‘heb ik hier niet hem gezien die naar mij heeft omgezien?’ Daaraan dankt de bron die daar is zijn naam, Lachai-Roï; hij ligt tussen Kades en Bered.  
– Genesis 16: 7-14 (HSV).

Het is niet de vader van haar ongeboren zoon die Hagar ziet. Het is niet haar meesteres die naar haar omkijkt. Het is God die Hagar opzoekt in de woestijn. Als niemand meer naar haar omkijkt, ziet God haar. Hij vraagt haar wat ze in de woestijn doet. Het is opmerkelijk wat er dan gebeurt. Als Hagar vertelt dat ze gevlucht is voor haar meesteres, zegt God: ‘Ga naar haar terug en wees haar weer gehoorzaam.’ God stuurt Hagar terug naar de situatie waar ze van gevlucht is. Hij geeft Hagar geen andere plaats om heen te gaan. Hij lost niet alle problemen op die er zijn. Ook brengt Hij geen wonderlijke keer in het verhaal.  

Er was een onhoudbare situatie ontstaan: door ongeduld, het maken van een eigen plan en het onrespectvol omgaan met elkaar. De situatie had gevolgen voor iedereen. En blijkbaar was dat niet zomaar op te lossen. Toch ziet God Hager, midden in de situatie waar ze zich in bevindt. Hagar zegt het nadrukkelijk: ‘U bent een God die ziet! Juist op het moment dat ik door niemand gezien werd, ziet U mij.’  

God kijkt naar Hagar om. Simpelweg door haar te zien. Dat betekende niet dat alle problemen opgelost waren. Dat betekende ook niet dat er niets moeilijks meer in het verschiet lag. Ze moest namelijk terugkeren naar haar meesteres. Daar werd uiteindelijk haar zoon geboren. Maar het betekende wel dat God Hagar in haar nood en eenzaamheid zag. Op het moment dat niemand anders naar haar omkeek. En dat Hij met haar mee zou gaan, in de beloftes die Hij aan haar en haar kind deed. 

Aan de slag! 

Hagar ontmoette God bij een bron. Om nooit te vergeten wat er die dag gebeurde, noemt ze de bron waar dit gebeurde: Lachai-Roï. Dit betekent zoiets als: [bron] van de Levende die mij ziet. Zo werd zij en iedereen die daar langskwam eraan herinnerd wie die Levende God is. Dat Hij een God is die ziet. 

Hoe zit het bij jou? Kun jij je een moment herinneren dat je je gezien wist door God? Wanneer was dat? Hoe probeer jij dat moment niet te vergeten? 

Ken je iemand in je omgeving die het nodig heeft om gezien te worden? Bid voor hem of haar dat hij of zij God mag leren kennen als de God die ziet. 

Deel deze overdenking

  1. Delchot schreef:

    zeer verhelderend

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap