Gods terechtwijzingen: leren uit liefde

06

aug

Iona van den Dries

Gods terechtwijzingen, daar kunnen we mee worstelen. Liever doen we alles in één keer goed en horen we dat ook terug van God en van anderen. Toch is het een essentieel onderdeel van het leerproces als Gods kind. Hoe kunnen we hiermee omgaan?

Opvoeden

De tekst waar ik het vandaag over wil hebben, komt uit de Hebreeënbrief:

Kennelijk bent u de bemoediging vergeten die tot u als tot kinderen wordt gericht: ‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, want de Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’ Houd vol, het betreft hier immers een leerschool, God behandelt u als zijn kinderen. Welk kind wordt niet door zijn vader berispt?
– Hebreeën 12: 5-7 (NBV)

Vermanen, terechtwijzen, berispen, straffen: dat zijn woorden waarover we kunnen struikelen. Hoe is dit een bemoediging?

Om daarop in te gaan, wil ik eerst kijken naar het stuk uit Spreuken 3 dat hier in Hebreeën 12 wordt genoemd.

Mijn zoon, een berisping van de HEER mag je nooit terzijde schuiven, zijn bestraffing moet je zonder afschuw ondergaan, want de HEER straft wie hij liefheeft, zoals een vader die houdt van zijn zoon.
– Spreuken 3: 11-12 (NBV)

In hoofdstuk 3 van Spreuken vertelt de schrijver, Salomo (zie Spreuken 1:1), over het belang van de lessen die hij meegeeft, leven in vertrouwen op God en de waarde van wijsheid. Temidden van zegeningen en hoop voor de lezer, waarschuwt Salomo om Gods terechtwijzingen niet in de wind te slaan. Gods terechtwijzingen komen immers voort uit datzelfde vaderhart dat zijn kinderen wil zegenen. Fascinerend is dat de woorden die hier en in de Hebreeënbrief zijn vertaald met bijvoorbeeld berisping, bestraffing en straf, allemaal ook een mogelijke betekenis als corrigeren, terechtwijzen of opvoeden hebben. De berisping of straf staat dan niet op zichzelf, maar dient een doel, namelijk het opvoeden van het kind.

Als het zwaar wordt

Als we teruggaan naar hoofdstuk 12 uit de Hebreeënbrief, worden de lezers om te beginnen aangespoord om “vastberaden de wedstrijd [te] lopen die voor ons ligt” (12:1, NBV). De gelovigen moeten niet opgeven, maar vasthouden aan hun geloof en de uitdagingen die daarbij horen. Misschien stonden er christenen klaar om hun geloof op te geven, wellicht hadden sommigen dit al gedaan. De lezers worden aangemoedigd om vol te houden en te kijken naar hun voorbeeld: Jezus.

De schrijver noemt Jezus de grondlegger en voltooier van ons geloof (12:2, NBV). Jezus heeft als het ware de race al gelopen en gewonnen. Ook Jezus kende tegenstand, ook Hij heeft geleden en moeilijke tijden meegemaakt. Toch hield Hij vol. De oorspronkelijke lezers van de Hebreeën-brief worden zo opgeroepen om Jezus’ voorbeeld te volgen, ook wanneer het moeilijk is of als zij terecht worden gewezen door God.

Hoe kunnen we de aangehaalde tekst uit Spreuken dan precies lezen als een bemoediging? Ik begreep het als volgt. In Spreuken 3 komt naar voren dat God als liefdevolle Vader ons niet alleen zegent met mooie dingen zoals rijkdom, maar dat Hij ons ook terechtwijst. Gods terechtwijzingen kunnen een zegen zijn door wat ze voortbrengen in ons leven. De schrijver van Hebreeën zegt dan ook:

Een vermaning lijkt op het moment zelf geen vreugde te brengen, slechts verdriet, maar op den duur plukt wie erdoor gevormd is er de vruchten van: een leven in vrede en gerechtigheid.
– Hebreeën 12:11 (NBV)

Op weg naar de finish

Het is moeilijk om Gods terechtwijzingen ter harte te nemen. Als iemand kritiek op ons uit, zelfs als het goed bedoeld is, kan het moeilijk zijn om daarmee om te gaan. Belangrijk is om te weten dat Gods terechtwijzingen voortkomen uit liefde. Ze dienen ter opbouw van ons, in tegenstelling tot de beschuldigingen van de vijand, die ons af wil breken. Juist als het moeilijk is om naar Gods stem te luisteren, is het belangrijk om met God in gesprek te blijven en te vertellen wat je doormaakt. De kern van Gods terechtwijzingen is het opvoeden van ons, zijn kinderen, zodat we steeds meer mogen lijken op Jezus.

We leven in een gebroken wereld en bevinden ons ook in een geestelijke strijd. Er zullen moeilijke momenten zijn, ons geloof zal beproefd worden, maar zoals Hebreeën 12 ons vertelt: dat hoort erbij. Ook Jezus heeft dit doorstaan. God laat ons niet los, wat we ook doen en wat er ook gebeurt in ons leven. In zijn liefde leert Hij ons zijn weg. Door Gods terechtwijzingen mogen we van onze fouten leren en kunnen we wellicht anderen bemoedigen met zijn wijsheid en liefde. We mogen door alles heen kijken naar Jezus en de gelovigen die ons voorgingen, terwijl ze ons opwachten bij de finishlijn.

Aan de slag!

Vind je het lastig om Gods terechtwijzingen aan te nemen of van God te leren? Vraag om hulp! Praat erover met medegelovigen, bid God om hulp en inzicht. Hij wil niets liever dan dat jij steeds meer op Jezus gaat lijken door te leven vanuit zijn liefde.

Deel deze overdenking

  1. Fred Pronk schreef:

    Met aandacht gelezen over straffen=corrigeren=verbeteren, dus God maakt ons steeds een stukje beter. Op naar de volkomenheid.
    Heel mooi.
    Is er een vertaling of grondtekst waaruit straffen=corrigeren blijkt? Ik zoek er al enige tijd naar. Hopelijk nu met uw hulp.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap