‘God is liefde. Hij vergeeft je wel. Doe nou maar…’ Een zondige gedachte volgt. De fluisterzachte stem is mierzoet. ‘Eén keertje maar. Of misschien twee keer. Jouw God is toch zo liefdevol? Dan maakt het dus niets uit. Je wordt wel weer vergeven.’ De strijd in je hoofd kan bizarre vormen aannemen. Natuurlijk: God is liefde. Maar Hij is tegelijkertijd toch rechtvaardig, bedenk je. De zoete stem klinkt nu een stuk feller: ‘Oh, maar als je toch niets mag van Hem, dan wil je toch niet bij Hém horen?’ Nee, God zegt heus niet dat we niks mogen…’ weerleg je. ‘Nou dan,’ zegt de stem. ‘God is liefde. Hij vergeeft je wel. Doe het nou maar.’
Buiten flitsen de lichten van de politieauto’s. De sirenes zijn gelukkig uitgezet. Nieuwsgierige omstanders worden weggestuurd en het aantal politieagenten neemt af. Het is donker buiten, door de wolken zijn de maan en sterren niet te zien. Het enige wat je kan doen is huilen, met gierende uithalen. De moordenaar is misschien opgepakt, maar daar krijg jij je moeder niet mee terug. Boosheid welt op vanuit je buik. De honger naar gerechtigheid groeit.
De dag breekt aan dat de dader in de rechtbank moet verschijnen. De rechter zit groot en indrukwekkend achter zijn tafel. Alles in de ruimte is indrukwekkend. Nadat de moordenaar heeft bekend, steekt hij een zielig verhaal af over zijn moeilijke jeugd. Je ziet het strenge gezicht van de rechter langzaam veranderen. Hij knikt vriendelijk, liefdevol. Eindelijk is de dader uitgesproken. De rechter staat op. ‘’Je hebt je niet goed gedragen. Een moord plegen is niet goed, maar ik begrijp wel dat je het eigenlijk niet kon helpen. Je hebt zelf ook al heel wat ellende meegemaakt. Weet je wat, ik vind dat je wel naar huis mag gaan. Maar doe het niet weer hè?’’
Stomverbaasd kijk je de rechter aan. Een moordenaar op vrije voeten?! Maar hij is SCHULDIG!
Jij bent ook schuldig. Wij allemaal. Ieder mens zondigt. En wij verdienen Gods liefde en genade niet. Toch verwachten we van God dat Hij ons vrij zal spreken, want: ‘God is liefde’, toch? Misschien denken we: ‘’Naast alle slechte dingen die ik heb gedaan, heb ik ook veel goede dingen gedaan.’’ Maar net als in een echte rechtbank, werkt het zo ook niet met God. God is liefde, dus Hij houdt van je en gunt je de vrijheid. Maar God is ook rechtvaardig. Als je schuldig bent, verdien je straf. Gods oplossing: Hij gaat zelf op jouw plaats staan. In plaats van dat wij worden veroordeeld en onze straf op ons nemen, gaat Jezus voor je staan. “Ik doe het wel voor je,” fluistert Hij je toe. “Ga maar lekker naar huis.”
Wij zijn schuldig, maar wel op vrije voeten.
God is liefde, maar God is tegelijkertijd rechtvaardig. Als wij maar één eigenschap van Gods karakter belichten, vergeten we de rest. Dat zorgt voor zwart-wit denken.
Namelijk: God is liefde, dus dan maakt het niet uit wat we doen, want Hij vergeeft wel.
Of: God is de Rechter, dus pas maar op dat je geen verkeerde dingen doet!
Als we zwart-wit denken, zien we niet de veelkleurigheid die we eigenlijk zouden moeten zien.
Lees mee in de Bijbel. In Hebreeën 4:14-16 staat de volgende, prachtige, tekst:
Maar wij hebben dus een machtige Hogepriester. Hij is de hoogste hemel binnen gegaan. Die Hogepriester is Jezus, de Zoon van God. Aan dat geloof moeten we vasthouden. We hebben een Hogepriester die ons kan begrijpen als we zwak zijn. Want we hebben een Hogepriester die op dezelfde manier als wij met het kwaad te maken heeft gekregen. Maar Híj werd nooit ongehoorzaam aan God. Daarom mogen we altijd vol vertrouwen naar Gods troon komen. God verlangt ernaar om ons te vergeven. Daarom zullen we van Hem vergeving krijgen wanneer we verkeerd hebben gedaan. Want Hij zal altijd goed en vriendelijk voor ons zijn. Hij zal ons op het juiste moment te hulp komen. (BasisBijbel)
Is dat niet bijzonder, dat we een God hebben die er naar verlangt om ons te vergeven? Wat zegt dit over Zijn karakter? God is liefde. Maar daarvoor wordt uitgelegd wáárom: We mogen, dankzij Jezus, vol vertrouwen naar God toe gaan. Wat zegt dit over Zijn karakter? God is rechtvaardig.
Dit is de waarheid:
als we met de Heer zijn gestorven, zullen we ook met Hem leven.
Als we vasthouden aan het geloof, zullen we ook met Hem als koningen heersen.
Als we zeggen dat we Hem niet kennen, zal Hij ons ook niet willen kennen.
Maar als wij niet trouw zijn aan Hem, blijft Hij toch trouw aan ons! Want Hij kan niet ontrouw zijn aan Zichzelf. (2 Timoteüs 2:11-13, BasisBijbel)
In de kerk werden wij laatst op de bovenstaande tekst gewezen. Tot drie keer toe krijgen de zinnen een logisch, rechtvaardig, vervolg. Tot we bij vers 13 komen. Gelukkig staat er niet wat je zou verwachten: “Als wij niet trouw zijn aan Hem, zal Hij ons ook ontrouw zijn.”
Nee! In die laatste zin is de genade van God zichtbaar en proeven we weer dat stukje van Zijn karakter: ‘God is liefde!’
“Maar als wij niet trouw zijn aan Hem, blijft Hij toch trouw aan ons!”
Aan de slag!
Pak een pen en papier. Schrijf de Bijbeltekst uit Timoteüs op een briefje en hang dit briefje op een plek waar je vaak langs loopt.
Als we met de Heer zijn gestorven, zullen we ook met Hem leven.
Als we vasthouden aan het geloof, zullen we ook met Hem als koningen heersen.
Als we zeggen dat we Hem niet kennen, zal Hij ons ook niet willen kennen.
Maar als wij niet trouw zijn aan Hem, blijft Hij toch trouw aan ons! Want Hij kan niet ontrouw zijn aan Zichzelf.
Herinner je Gods veelkleurigheid als je de tekst leest: God is rechtvaardig én God is liefde!
Download de dagtekst en deel ‘m op social media. Gebruik de hashtag #zijlacht, vinden we leuk!
Tussen 1 en 26 december lees je iedere dag een manier hoe God de wereld op z’n kop zette door Jezus’ komst. Bij onze online overdenkingen kun je een kalendertje van 26 losse kaarten kopen met daarop alle leestips en kerngedachten. Op die manier kun je (bijvoorbeeld) ‘s ochtends in je eigen bijbel de leestips lezen en ‘s avonds de verdieping lezen op onze blog. It’s up to you! Je kunt de kalender hier tot uiterlijk aanstaande maandag bestellen – dan heb je ‘m voor 1 december in huis.