‘Geloven in jezelf’, moet je dat wel doen?

06

apr

Marianne de Bart-van der Lee

‘Geloof in jezelf!’, ‘Heb vertrouwen in jezelf; je kunt meer dan je denkt’, ‘Als je gelooft dat je het kunt, ben je al halverwege’. Zeg eens eerlijk: hoe klinkt dit voor jou? Het zijn namelijk allemaal uitspraken die je meer dan eens tegenkomt in de wereld waarin we leven. Maar… is het wel zo bijbels: geloven in jezelf?

Ik neem je mee naar een verhaal over Mozes. Op een dag als hij vee aan het hoeden is, ziet hij een wonderlijk verschijnsel. Een struik staat in brand, maar toch verteert het vuur de struik niet. Als hij de struik nadert vraagt God Mozes niet dichterbij te komen en zijn sandalen uit te doen, omdat hij op heilige grond staat. En dan lezen we:

‘Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken. De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, Ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, Ik weet hoe ze lijden. Daarom ben Ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. 

De jammerklacht van de Israëlieten is tot Mij doorgedrongen en Ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. Daarom stuur Ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’ Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat Ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’
– Exodus 3:6–12 (NBG)

Wauw, denkt Mozes: wat vraagt U nu precies van mij? Moet ik het volk van Israël uit Egypte gaan leiden? Ik? Wat moet ik dan zeggen? Ze zullen me toch nooit geloven! En bovendien zegt hij: ‘Ik ben helemaal geen goed spreker. Dat is altijd al zo geweest, en daar is geen verandering in gekomen, nu U tegen mij, Uw dienaar, gesproken hebt. Ik kan moeilijk uit mijn woorden komen.’ (Exodus 4:10, NBV)

Geloven in jezelf?!

Als God hierop zou reageren zoals de wereld dat doet, zou Hij zeggen: ‘Ach, kom op lieve Mozes! Geloof een beetje in jezelf! Je kunt meer dan je denkt.’ Maar dat doet God niet. Hij wijst Mozes simpelweg op Zichzelf: ‘Ik zal bij je zijn.’ En ook, na Mozes’ argument over zijn slechte spreekvaardigheid: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende of blind? Wie anders dan Ik, de Heer? Ga nu, Ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen.’ (Exodus 4:11,12, HSV)

Het draait niet om jou

Die ik-gerichtheid zit diep in ons. Zelfs toen Mozes op zijn blote voeten op heilige grond voor een brandende, maar niet-verterende struik met God stond te praten – ik bedoel, het zal je maar gebeuren – was zijn antwoord nog: ‘Maar ik kan dit niet. Ik ben daar helemaal niet goed in.’
Mozes gaat voorbij aan het feit dat het helemaal niet om hem draait. God heeft het jammeren van Zijn volk gehoord en is van plan hen te redden. Dit hangt helemaal niet af van Mozes en zijn kwaliteiten. Alleen God kan het volk Israël bevrijden. 

Richt je op God

Mozes heeft gelijk: je kunt het niet zelf. Denk aan het verhaal in Mattheüs 17 waarin het de discipelen niet lukt om een geest uit te drijven. ‘Waarom lukt het ons niet?’, vragen ze. Jezus antwoordt dan: 

Vanwege uw ongeloof, want voorwaar, Ik zeg u: Als u een geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaats u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn.
– Mattheüs 17:20(HSV) 

Zolang wij hier leven zullen we onszelf altijd teleur blijven stellen. Natuurlijk groeien we in wie we zijn en wat we doen, maar in deze wereld zullen we ook altijd blijven falen. En daarom: verwacht het niet van jezelf, maar van de Allerhoogste! Vestig je aandacht niet op het geloof in jezelf of het gebrek daaraan, maar richt je blik naar boven.

Als je een moeilijk bericht hebt gekregen en denkt ‘maar ik kan dat niet dragen’, luister dan naar Zijn fluisterstem die zegt: ‘Mijn naam is Ik ben. Ik zal er zijn.’ Als je wordt gevraagd voor iets waarvan je weet of voelt dat je het moet doen, maar waar je je net zoals Mozes niet bekwaam voor voelt; bedenk dan dat het niet van jou afhangt. David zei ook niet: ‘Ik kan Goliath doden omdat ik zo goed ben met een steen en een slinger.’ Hij zei: ‘Ik ben niet bang, want de Heer zal mij redden.’ Gods naam is Ik Ben. In al jouw situaties.  

Aan de slag!

Nog zo’n voorbeeld als hierboven vind je in Jeremia 1:3–9. Vraag je bij het lezen eens af: wat had de wereld Jeremia gezegd? En wat zegt God? 

Deel deze overdenking

  1. Tzeni schreef:

    Deze overdenking vind ik heel sterk. Wij moeten vertrouwen hebben in God bij alles wat we doen. Zoiets moet je leren, het is een proces. Maar wat fijn dat wij niets alleen hoeven te doen. God is altijd met ons. Daar moeten we ons echt bewust van zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap