Gastvrij zijn: doe jij open als Jezus voor de deur staat?

11

aug

Gastblogger

Men zegt dat gastvrijheid een klein huis groot doet lijken. Ik denk dat deze tegeltjeswijsheid absoluut klopt. Het internet geeft verschillende definities voor het woord ‘gastvrijheid’. Het gebruik gastvrij te zijn of het gastvrij handelen zelf. De wijze waarop je mensen thuis ontvangt. Gulheid in het onthalen van gasten, warmte, hartelijkheid. Vooral die laatste woorden: gulheid, warmte en hartelijkheid, vind ik mooi. Prachtige karaktereigenschappen om te hebben, om naar te streven. Eigenschappen die passen bij een christen. Wat zegt de Bijbel eigenlijk over gastvrij zijn?

Nederlanders staan erom bekend niet zo gastvrij te zijn. Uit onderzoek blijkt dat we amper nog gasten verwelkomen in ons eigen huis en dat we regelmatig de deur niet openen bij onverwacht bezoek. We spreken liever buiten de deur af. Maar wacht even, wel eerst even in de agenda kijken: ‘Ik denk dat ik over drie weken wel kan.’ In andere landen is dat heel anders. Zo ook in Israël. Zowel in de tijd van het Oude Testament als in de tijd van het Nieuwe Testament.

Verplicht gastvrij zijn 

Verplicht? Ja, echt. Het was een plicht om anderen gastvrij te ontvangen. Wij vinden het soms maar onhandig, als er ineens iemand voor de deur staat die we niet hebben uitgenodigd. Vroeger hadden reizigers in alle omstandigheden het recht op gastvrijheid van anderen. Iemand weigeren die voor de deur staat? Dat ‘mocht’ niet. Dit gold echter niet alleen in Israël, maar ook in Egypte, Klein-Azië en Griekenland. De reden, of één van de redenen, daarvoor lezen we in Hebreeën. 

Broeders en zusters, houd altijd van elkaar. Vergeet niet om gastvrij te zijn. Want sommige mensen hebben engelen op bezoek gehad, zonder dat ze het wisten.
– Hebreeën 13:1 (BB) 

Hoe gastvrij zijn we? 

Wij nodigen mensen uit voor een kop koffie of een drankje. Soms kan er iemand blijven eten of blijven slapen. Zoiets willen we het liefst wel van tevoren weten, zodat we er rekening mee kunnen houden. Dat vinden we vaak al gastvrij van onszelf. Als ik in de Bijbel lees besef ik me dat onze gastvrijheid soms een beetje in het niet valt.  

Op een dag ging Elisa naar Sunem. Daar woonde een rijke vrouw. Ze vroeg hem om bij haar en haar man te blijven eten. En elke keer als Elisa op reis in de buurt kwam, ging hij bij hen eten. De vrouw zei tegen haar man: “Ik weet dat de man die altijd bij ons komt een profeet is. Laten we op ons huis een kleine kamer bouwen. Dan zetten we daar voor hem een bed, een tafel, een stoel en een olielamp neer. Als hij dan bij ons komt, kan hij die kamer gebruiken.”
– 2 Koningen 4:8-10 (BB) 

Natuurlijk kunnen we niet alles vergelijken. Er staat dat er in Sunem een rijke vrouw woonde. Ze kon het zich makkelijk veroorloven om een extra kamer te bouwen, om gastvrij te zijn. Toch gaat het niet om de grootte van onze gebaren. Het gaat om de intentie. Het gaat erom dat we gastvrij wíllen zijn.  

Jezus over gastvrijheid 

In Zijn tijd op aarde heeft Jezus het ook over gastvrijheid gehad. Bijvoorbeeld naar aanleiding van een vraag van de discipelen. Hij zet een totaal ongepaste vraag om in een les over gastvrij zijn.  

De leerlingen vroegen zich af wie van hen het belangrijkste was. Maar Jezus wist wat ze dachten. Daarom nam Hij een kind, zette dat naast Zich neer en zei tegen hen: “Als je gastvrij bent voor een kind omdat je Mij gelooft, ben je eigenlijk gastvrij voor Mij. En als je gastvrij bent voor Mij, ben je ook gastvrij voor Hem die Mij heeft gestuurd. Want als je jezelf onbelangrijk vindt en een ander dient, ben je het belangrijkst.”
– Lukas 9:46-48 (BB) 

Het is niet per se van deze tijd om jezelf onbelangrijk te vinden. Levens, en kinderen trouwens ook merk ik in mijn werk, zijn projecten die moeten slagen. Zolang je zelf maar veel bereikt is het goed. Jezus zegt hier dat we onszelf juist onbelangrijk moeten vinden. Natuurlijk betekent dat niet dat we niet goed voor onszelf moeten zorgen of dat we helemaal geen ambities meer mogen hebben. Het betekent wel dat we onze eigen belangen af en toe aan de kant moeten zetten om een ander te kunnen dienen. Er voor een ander zijn, dat maakt ons pas écht belangrijk! 

Aan de slag!

Het is soms lastig om gastvrij te zijn voor een ander. Om jezelf opzij te zetten en er voor een ander te zijn.
Bid of God je wil vervullen en je wil helpen om te leven uit liefde. Daarbij kun je de tekst van Opwekking 788 gebruiken:

Geest van God. 
Leer ons te leven uit liefde, zoals Jezus heeft gedaan. 
Leid ons in waarheid en wijs ons waar te gaan 
Wees werkzaam onder ons. 
Ga ons niet voorbij, vervul ons hier en nu. 
Wees welkom, Geest van God. 

Deze overdenking verscheen eerder op Zij Lacht en is geschreven door oud-schrijfster Renske Tijhof.

Deel deze overdenking

  1. Joan schreef:

    Wow. Dankjewel. Elke dag komt er een tekst die net voor mij bestemd is. Gister belde er onverwacht iemand aan. Ik vond het moeilijk om gastvrij te zijn; het kwam gewoon niet goed uit. Bedankt voor de reminder. ❤️

  2. Ada schreef:

    Mooi geschreven!

  3. Weet ik niet schreef:

    Als hij voor de deur staat doe ik dan open? Ja maar wel met een hooi vork . Om hem als volgt aan een boom vast te steken.
    Waarom deze haat tegen hem.
    Het heeft met al mijn gebeurtenissen te maker wat God verboden heeft maar wat word toegelaten . Mijn leven is een ware hell wat ik niet verdiend heb. Heb zoveel mensen geholpen en beschermd dat ik er telkens voor gestraft ben geworden. En de boosdoeners worden met een gouden handdruk vrijgesproken . God houd niet van corrupte maar de wereld is een grote corruptie bol en God laat het toe. Voor mij is het over om in deze onzin te geloven want de ellende waar ik in leef word erger en houd niet op. Dus waarom laat die vuile klootzak dit toe en grijpt hij niet in. Nee hij laat het toe en geniet van mijn leed. En het maakt niet uit hoe goed je ook bent voor deze wereld. Iedereen zegt jonge je bent te goed voor deze wereld. Ja dat zie ik en daarom word ik ook Elke dag gestraft. Nou leg mij maar eens uit waarom die hond mij zo laat behandelen . En waarom stuurt hij mij engelen. Om mij te beschermen . Nee om mij nog meer leed te brengen door andere mensen en als ik zelf wil ingrijpen staat God en zijn engelen mij in de weg .

  4. De Strijcker schreef:

    Wij hebben 2 maal een moslim in onze familie opgenomen als ware deze personen van onze familie! De eerste bleek een IS-man te zijn en heeft mijn dochter zwaar mishandeld! Toch hebben wij een tweede maal een fout gemaakt door terug zeer gul en gastvrij denk zogenaamde legale vluchteling op te nemen in onze familie! Deze laatste heeft mijn lieve dochter De Strijker Zodanige op gruwelijke wijze om het leven gebracht met 70 messteken. Wij zijn evangelische christenen uit België. Wees voorzichtig met gastvrijheid!

  5. Marjolein schreef:

    De reacties die ik lees zijn hartverscheurend..
    Mensen die misbruik hebben gemaakt van gastvrijheid, waardoor mensen (volledig terecht) huiverig zijn naar toekomstige gastvrije uitingen, is iets wat Jezus absoluut niet wilde. Hij wilde naastenliefde, er voor elkaar kunnen zijn, vrijmoedige gastvrijheid.
    Helaas zitten mensen ook vol slechte intenties en kan er niet altijd dankbaar ingegaan worden op gastvrijheid. Maar weet: wanneer je iemand helpt, heb je Jezus geholpen.

    Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: ‘Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.’
    Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden en zeggen: ‘Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? En wanneer zagen wij U als vreemdeling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U gekleed? En wanneer zagen wij U ziek of in de gevangenis en zijn U komen bezoeken?’ De Koning zal hun ten antwoord geven: ‘Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan.’ En tot die aan zijn linkerhand zal Hij dan zeggen: ‘Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten. Want Ik had honger en gij hebt Mij niet te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij niet te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling, en gij hebt Mij niet opgenomen, naakt en hebt Mij niet gekleed. Ik was ziek en in de gevangenis en gij zijt Mij niet komen bezoeken.’

    Dan zullen ook zij antwoorden en zeggen: ‘Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig of als vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor U gezorgd?’ Daarop zal Hij hun antwoorden: ‘Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij niet voor een van deze geringsten hebt gedaan, hebt gij ook voor Mij niet gedaan.’ En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwig leven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap