Een vreemde gast bij Sara

06

mei

Debora

Sara doet haar natte schoenen uit, loopt naar haar schommelstoel en slaat snel het warme wollen dekentje, die haar lieve ‘Beppe’ onlangs nog voor haar enige kleinkind gebreid heeft, om zich heen. Ze hangt haar gedachten achteraan. Slapen kan ze nog niet. Er spookt nog van alles door haar hoofd. Het was een indrukwekkende dag. Ze is naar ‘The Passion’ geweest. Eigenlijk gewoonweg per ongeluk. Ze wilde net een blokje om lopen, maar voor dat ze er erg in had stond ze dus op het Wilhelminaplein tussen de menigte die Jezus aan het kruis wilde zien sterven. Ze wilde snel weg hier, maar in plaats daarvan liep ze mee achter het kruis aan.


Als ze nadenkt over wat ze gehoord en gezien heeft, blijft ze alleen achter met de vragen die haar altijd al laten twijfelen aan het christendom: Een God, die zich zelf opoffert voor zondige mensen? De zoon van God, die uiteindelijk weer opgestaan is om op zoek te gaan naar zijn ‘verloren’ broers en zussen? Op zoek naar volgers, die erkennen dat er een Vader in de hemel is die om hen geeft en dit geloven met hun hart en ziel. Ze vindt het maar apart. Hoe kan en wil je geloven in een God die je niet eens kan zien?

De deurbel gaat en haalt haar terug in het hier en nu. Snel gooit ze het dekentje van zich af en stapt zachtjes naar de voordeur. Voorzichtig zet ze de deur op een kier open, de veiligheidsketting laat ze voor de zekerheid vast.

In de schemering van het lantaarnlicht ziet ze een man in de regen staan. Ze schat hem rond de 33 jaar. Hij heeft donker haar. Zijn neus is vrolijk versierd met sproetjes. Hij is niet bijzonder knap, dat ziet ze gelijk. Hij draagt een geruit overhemd en zijn broek is versleten. Het is een man zoals duizenden. Heel gewoontjes. En toch besluipt haar een apart gevoel. Heeft ze deze man niet al eens eerder gezien? Ze twijfelt. Doe de deur gauw open, hij wordt kletsnat van de regen. Maar er is nog een ander stemmetje: Doe beslist niet open. Misschien is het wel iemand met kwade bedoelingen… Een inbreker of een moordenaar?! Ze vangt zijn blik op. Een koude rilling trekt over haar lichaam. Die ogen! Ze fonkelen mysterieus en vertrouwd tegelijk. Hij wekt haar nieuwsgierigheid.
‘Mag ik binnenkomen?’ vraagt hij beleefd.
Ze vermaant zichzelf om niet altijd gelijk het slechte te denken. Ze ademt diep in, haalt de deur van de beveiliging en opent langzaam de deur.

De man schenkt haar een vriendelijke blik. ‘Stoor ik?’ vraagt hij beleefd.
N n n e e e ’ stottert ze ‘Maar ik begrijp eigenlijk niet zo goed wat u van mij wil. Wie bent u überhaupt?
‘Ik zal me voorstellen: Mijn naam is Immanuël. En zeg maar gerust jij tegen mij. Tenslotte wil ik geen vreemde voor je zijn. Weet je, mijn oog viel op jou, daarnet, in de stad. Ik zag je staan. Tussen al die mensen. Je keek naar mij vol verbazing en zoals nu – vol ongeloof.’ Hij knipoogt en vervolgt glimlachend: ‘Klopt het dat je nog niks gegeten hebt vanavond, Sara?
Wat? Hij weet hoe ik heet? En hoe kan hij in vredesnaam weten dat ik inderdaad nog geen hap meer door mijn keel gekregen heb sinds ik toevallig vanavond getuige werd van het spektakel rond Jezus?

Ze besluit hem eng te vinden en wil hem eigenlijk de deur wijzen, maar als ze hem dit rechtstreeks in het gezicht wil zeggen, verdwijnt alle argwaan weer. Vreemd genoeg. In plaats daarvan hoort ze zich zelf zeggen: ‘Ik wilde net nog in de keuken wat eten bereiden. Wees mijn gast. Doe je natte jas uit, Immanuël, en ga lekker zitten.’ Hij doet zijn jas uit en graaft in zijn rugtas. ‘Kijk, deze heb ik meegenomen’ hij trekt een fles rode wijn uit de tas. Op het etiket staat in vette letters: R e v e l a t i o n. ‘want wat is een fijne maaltijd zonder een goed glas wijn?’

Opnieuw betrapt ze zichzelf op gedachtes van twijfel. Van angst. Wat een gekke avond. Ik lijk wel te dromen! Wakker worden, Sara! Je zit hier gewoon met een vreemde man in huis! En hij is ook nog eens eng. Hij lijkt alles te weten. Hij wil je dronken voeren. En dan?! Binnen seconden komen de worst case scenario’s op haar netvlies voorbij. ‘Doe iets, Sara! Bel de politie, of wijs hem in ieder geval de deur. Dit is inbreuk op je privacy. Niet toelaten!’
‘Sara?’ zijn stem roept haar terug in het nu ‘Ik begrijp dat je bang bent. Je hoeft het niet te zeggen, je trillende lichaam vertelt het mij. Wees alsjeblieft niet bang. Ik heb geen nare bedoelingen met je. Ik was je gevolgd, omdat ik zomaar het idee heb dat ik je grote broer zou kunnen zijn. Jij lijkt zo op mijn kleine zus. Sprekend.’ Hij zucht. ‘Zullen we samen het eten klaar maken?’

♥︎

Op de tafel staat wat brood, wat beleg en ze wist ook nog een blikje groentesoep uit haar voorraadkast te toveren. Daar zitten ze dan. Sara en haar onverwachte gast. Haar angst is inmiddels overgegaan in oprecht interesse. Interesse naar die vreemde man in haar keuken, rond middernacht, die haar wijs maakt dat ze hem doet denken aan zijn kleine zus. Ze raken aan de praat, over het weer, over de wereld en over wat zich daarnet buiten in de stad afspeelde vanavond…

Ze zit te smullen van een heerlijk sneetje brood. Ondertussen observeert ze haar tafelpartner. Lijkt het nou zo, of zit hij echt te genieten van deze nachtelijke maaltijd, samen met haar? Stiekem betrapt ze zich erop, dat ook zij geniet. Ze voelt zich veilig en vertrouwd in zijn omgeving. Er komt een gedachte in haar op: Het voelt net alsof ik met mijn grote broer aan tafel zit, maar dit kan toch niet? Of wel soms? Wie is deze vent eigenlijk daadwerkelijk ? Waarom weet ik het niet, als ik een grote broer heb? Misschien zie ik het wel wat duidelijker als ik wat wijn ga drinken. Hoe gaat het Latijnse spreekwoord ook weer? In vino veritas (In wijn zit de waarheid). Dus. Ze pakt haar glas wijn en proeft voorzichtig nippend een klein slokje. Net als ze het glas opnieuw aan haar lippen wil zetten, doorbreekt hij de stilte. Zijn stem klinkt teder en uitdagend:

‘Sara, kijk mij in mijn ogen. Wat zie je? En vooral, wie zie je?’

Ze lijkt verlamd. Ze wil antwoorden, maar ze is met stomheid geslagen. Hij blijkt dit niet erg te vinden. Rustig wacht hij af en ze vervolgen zwijgend hun maaltijd.
Deze vragen…ze hoorde ze al eerder. Vanavond. Buiten. Toch? Nee Sara! Je bent gewoon moe! Wat je nu denkt, kan echt niet! Ga slapen!
Zo nonchalant mogelijk, maar ook zo overduidelijk mogelijk geeuwt ze een paar keer. Immanuël begrijpt haar hint en hij staat langzaam op. Hij bedankt haar voor de gezamenlijke maaltijd en voor haar tijd. Sara begeleidt hem naar de voordeur en reikt hem zijn jas aan. Benomen van alle indrukken, maar gelijktijdig ook verdrietig – verdrietig dat hij al weer gaat. Ze heeft nog zo veel vragen die ze aan haar potentiële ‘grote broer’ wil stellen. Hij lijkt zo vol wijsheid en levenservaring. Immanuël trekt zijn jas aan, pakt zijn rugtas en voordat hij verdwijnt, draait hij zich noch een keer om. Sara trilt weer over haar hele lijf, maar nu zijn het warme rillingen! Zijn stem klinkt zo vol oprechte liefde en bewogenheid als hij haar aankijkt: Kan ik iets voor je doen? Kan ik iets voor je zijn?’

Ze hoort zich zelf de vraag stellen die ze nooit dacht te stellen: ’ Kom je snel weer eens eten, Immanuël?’  

Hij is de deur al uit, maar de wind draagt zijn antwoord zachtjes terug naar haar: ‘Ja, Sara, zo vaak als jij wilt’ …

♥︎
Wist je dat Jezus er ook naar verlangt om samen met jou te eten?

In Openbaring 3:20 laat Jezus weten dat Hij ernaar uitkijkt om in jouw huis binnen te komen en met jou te tafelen:

“Let op: Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand naar Mij luistert en de deur opendoet, zal Ik bij hem binnen komen. Dan zullen we samen eten: hij met Mij en Ik met hem.”

Jezus wil met je eten, hoe bizar en bijzonder!

Wil je enkele goede redenen waarom het zo belangrijk, maar ook vooral zo waardevol is om samen met Jezus van tafelmomenten te genieten?

Dit is er één:

Jezus is de afbeelding van God.
(Kolossenzen 1:15)

En wat dacht je hiervan:

Het was juist en goed dat God (die alle dingen voor Zichzelf en door Zichzelf heeft gemaakt) Jezus heeft laten lijden. Want alleen zó zou Jezus helemaal gelijk zijn aan de mensen. En Jezus is de enige door wie de mensen gered kunnen worden. Zo kon God daarna zijn eigen hemelse macht en majesteit aan heel veel zonen en dochters uitdelen. Door Jezus kunnen de mensen bij God horen. Jezus én de mensen die bij God horen, zijn allebei uit God geboren. Daarom schaamt Jezus Zich er niet voor om de mensen zijn broeders en zusters te noemen. Jezus zegt namelijk: “Ik zal tegen mijn broeders over U spreken. Als we bij elkaar komen, zal Ik U met mijn liederen prijzen.” En hij zegt ook: “ Ik zal op God vertrouwen.” En ook: “ Hier ben Ik, met de kinderen die God Mij heeft gegeven.”
(Hebreeën 2:10 – 13)

Of anders deze:

Ik heb jullie nog veel te vertellen, …
Maar als de Geest van de waarheid gekomen is, zal Hij jullie de hele waarheid laten zien. Want Hij zal niet Zelf bedenken wat Hij zal zeggen. Hij zal zeggen wat Hij van God moet zeggen. En Hij zal jullie vertellen wat er in de toekomst gaat gebeuren. Hij zal Mij eren, want Hij zal jullie vertellen over alles wat van Mij is. Alles wat van de Vader is, is van Mij. Daarom zei ik dat Hij jullie zal vertellen over alles wat van Mij is.
(Johannes 16:12-15)

Als je Jezus ontvangt, ontvang je niemand minder dan Papa – zijne Majesteit, de Koning!

Wie met Jezus omgaat, gaat om met Papa.

Dit kan simpelweg dankzij de Heilige Geest.

Aan de slag!
Hé Koningsdochter. Weet je wat Sara betekent? Sara is een Hebreeuwse meisjesnaam en betekent ‘Prinses’. 

Jezus vraagt vandaag aan jou: Prinses, kijk mij in mijn ogen. Wat zie je? En vooral, wie zie je?’
Sluit je ogen. Stel je voor dat je tegenover Jezus aan tafel zit. Wat zie je als je Hem aankijkt en wie zie je? Vraag de heilige Geest je een duidelijk beeld te geven. Laat je doordrenken met Zijn openbaringen.

Hij wil er zijn voor je met precies dat wat je nodig hebt op dit moment: Vergeving schenken. Op Adem laten komen. Liefhebben. Vasthouden. Helen. Verzorgen. Leren. Leiden…

‘Kan ik iets voor je doen? Kan ik iets voor je zijn?’

Deel deze overdenking

  1. Arja schreef:

    Ik zie Jezus ogen op mij gericht vol liefde. Jezus die mijn hand pakt, en mij wil leiden door dit leven. Debora, bedankt voor dit geweldige stuk!

  2. carola schreef:

    Heerlijk ik voel vlinders in mijn buik door je mooie overdenking. Vlinders voor mijn Geliefde ❤.

  3. Frederique schreef:

    Dankjewel voor het dichterbij brengen van Jezus wie Hij voor mij wil zijn.

    • Bo schreef:

      Fijn, dat het je Jezus dichterbij brengt! ?
      Ik wens je toe dat je duidelijk voelt en ervaart wie HIJ voor JOU is. Heel persoonlijk.✨

  4. Iris schreef:

    Als ik dit stuk lees, zie ik bijna de liefde van deze vreemdeling in zijn ogen! Erg mooi stuk Debora, net als alle andere overdenkingen! Het zijn de lichtpuntjes van mijn dag 🙂

  5. W schreef:

    Wat een mooie overdenking. En wat werkt De Heilige Geest weer bijzonder zo vandaag, toen in de passion keek werd ik geraakt door die woorden uit dat lied. Bijzonder dat het nu hier ook weer terug komt :).

    • Bo schreef:

      Gaaf he, hoe Papa vol verassingen zit en hoe de Heilige Geest ons bewegt en ideen aanlevert, die ten goede dienen voor ons en anderen ??
      Ik had de blog de dag(en) voor de passion geschreven, maar toen ik de passion keek en het liedje hoorde, stapte ik met tranen in mijn ogen achter de computer en ik moest het gewoon verwerken in de blog. ?
      Toen ik de blog las, leek het alsof die blog alleen voor mij bedoeld was… maar niet dus ???

      Liefs!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap