Een toekomst vol van hoop voor Rachels kinderen – en voor jou

20

jul

Corline Hoefnagel

Stel je voor dat vandaag het graf van jouw betovergrootmoeder openbreekt. Stel dat ze haar stem terugvindt en ogen krijgt om te zien wat er van haar nageslacht geworden is. Wat zal ze dan zeggen, denk je? Rachel, één van Jacobs vrouwen, ligt eeuwenlang te rusten in haar graf. Maar plotseling breekt haar graf open. Rachel krijgt de kans om haar nageslacht te zien. Benieuwd naar haar reactie? Zet je schrap…

Het is de profeet Jeremia die Rachel als het ware uit haar graf ziet opstaan. Hij ziet hoe Rachel haar mond opent en haar stem verheft. Jeremia luistert – en schrikt. Rachel huilt. Zó bitter, dat je er kippenvel van krijgt.

“Zo zegt de HEERE: Er is een stem gehoord in Rama, een rouwklacht, een zeer bitter geween: Rachel weent over haar kinderen. Ze weigert zich te laten troosten over haar kinderen, want zij zijn er niet meer.”
– Jeremia 31:15 (HSV)

Rauwe klanken wellen op uit Rachels keel. Ik dacht: misschien kan Rachel geen woorden vinden om te omschrijven hoe ze zich voelt. En kan ze enkel wat kreten uitslaan van verdriet, wat onbeholpen snikken. In horten en stoten wil ze ons iets duidelijk maken.

Rachels tranen in het Oude Testament

Wat ziet Rachel dan? Waar is ze zo van ontdaan? Rachel ziet hoe haar nakomelingen, het volk Israël, wordt gevangengenomen in ballingschap. Háár kinderen. Hoe kan dat nu? In haar leven wilde ze zó graag kinderen. Dat was niet vanzelfsprekend. Want eigenlijk was Rachel onvruchtbaar.

Haar leven lang hunkerde ze naar nageslacht. Na lang wachten ging die wens in vervulling. Twee zonen kreeg ze: Jozef en Benjamin. Een wonder. Maar bij de geboorte van haar tweede zoon ging het mis. Rachel stierf. Alles gaf ze om kinderen te krijgen, zelfs haar leven. Daarom schrijnt het zo als ze ziet hoe haar nageslacht wordt weggevoerd in ballingschap. Want nu zal er vast niets meer van hen overblijven. Heeft ze tevergeefs geleden, gestreden en gebaard?

Rachels tranen in het Nieuwe Testament

Eeuwen later, in het Nieuwe Testament, wordt er ook gesproken over deze tekst uit Jeremia. Want na de geboorte van Jezus, nadat de wijzen knielden, nadat de engelen zongen en de herders veranderden in evangelisten, gebeurde er iets gruwelijks. Koning Herodes wilde Jezus doden. Daarom doodde Hij alle jongetjes van twee jaar en jonger. God zorgde ervoor dat Jozef, Maria en Jezus konden vluchten.

Maar de andere jongetjes? Die bleven achter. Die werden gegrepen door wrede soldatenhanden. Die voelden het zwaard. En bij de moeders werd een zwaard door hun ziel gestoken. Precies dan zegt Mattheüs: ‘Zie je haar? Daar is Rachel weer. Ze huilt. Opnieuw. Ze schreeuwt het uit. Haar kinderen zijn er niet meer.’ (Mattheüs 2: 17-18)

Efraïms tranen

We gaan even terug naar de tijd van Jeremia. Er wordt nóg iets gehoord naast Rachels jammerklacht. God luistert en hoort Rachels kleinkind klagen: Efraïm. Hij beklaagt zichzelf. Efraïm staat symbool voor het Joodse volk dat weggevoerd is in ballingschap. Efraïm erkent dat de Heere hem hiermee terecht gestraft heeft.

“Ik heb zeker gehoord dat Efraïm zichzelf beklaagt: U hebt mij gestraft, ik ben gestraft als een ongetemd kalf. Bekeer mij, dan zal ik bekeerd zijn, want U bent de HEERE, mijn God.”
– Jeremia 31:18 (HSV)

En wat antwoordt God? Zegt Hij: Inderdaad, je hebt het verdiend. En dus is dit het einde. Jullie zullen worden verspreid over de hele wereld en uiteindelijk zelfs worden uitgeroeid? Nee.
God zegt allereerst dat Efraïm zijn lievelingszoon is. Gods hart hunkert naar hem. Die liefde wordt uitgedrukt in lichamelijke termen. Dat gebeurt vaker in het Hebreeuws, dat hevige emoties worden verbonden met de ingewanden.

Gods liefde gaat altijd voorop, dacht ik zomaar. En is liefde niet juist waar je zowel het meest naar verlangt als het hardst voor wegrent op momenten dat je volledig terecht schuld draagt?

“Is Efraïm voor Mij niet een dierbare zoon, is hij voor Mij niet een lievelingskind? Want zo dikwijls als Ik tot hem spreek, denk Ik nog voortdurend aan hem. Daarom is Mijn binnenste bewogen over Hem, Ik zal Mij zeker over hem ontfermen, spreekt de HEERE.”
– Jeremia 31: 20 (HSV)

Misschien lijk jij op Efraim. Je schuifelt naar God toe en daar sta je dan. Jij, klein, wankel mensje. Je snapt niet wat God nog met je moet. Als je denkt aan jezelf, je onbedachtzaamheid, domme acties, zonden, schaam je je door de grond.
En God zegt: Mijn binnenste komt in beroering als Ik jou zie. Mijn hart klopt ook voor jou. Kom maar. Ik ontvang je. Ik ontferm Mij wel over je.

Een toekomst vol hoop

Vind je Gods antwoord ook zo mooi? God heeft geluk voor ogen. Dat zegt de Heere ook tegen Rachel zelf:

“Zo zegt de HEERE: Bedwing uw stem van geween, en uw ogen van tranen, want er is loon voor uw werk, spreekt de HEERE. Zij zullen uit het land van de vijand terugkomen, en er is hoop voor uw nakomelingen, spreekt de HEERE, uw kinderen zullen terugkomen naar hun gebied.”
– Jeremia 31: 16-17 (HSV)

Rachel denkt dat de ballingschap het eind voor haar nageslacht betekent, maar er wacht een prachtige toekomst. Er is hoop. Ze heeft niet tevergeefs gebaard, er is loon op haar werk. Haar kinderen zullen terugkeren naar hun eigen gebied.

En de grootste hoop is dat de Messias komen zal: Jezus. Zijn werk leek ook tevergeefs. Maar ook voor Hem is er loon op zijn werk. De oogst zal groot zijn, zelfs onder Rachels kinderen. Want “heel Israël zal zalig worden.” (Romeinen 11:26)

Rachels tranen in 2021

Toch is Rachel nog nooit gestopt met huilen. Want het lijden van haar kinderen, het Joodse volk, blijft doorgaan. Rachels stem is schor van het schreeuwen, haar tranen zijn een zee geworden van verdriet. Maar Eén heeft haar verdriet als eerste opgemerkt. Eén spreekt nog steeds door de eeuwen heen tot Rachel om haar te sussen en te kalmeren. Eén bewaart haar tranen in de allergrootste fles die er bestaat.

En die Ene ziet jouw tranen ook.

Jouw tranen

Misschien herken je Rachels verdriet. Misschien heb je ook een tranenzee gehuild omdat je een kind verloren hebt. Of je huilt om iets anders. Je ziekte wordt niet genezen. In je hart zit nog oude pijn van vroeger. Of er is iemand gestorven die je niet missen kan. Het voelt alsof je geen zuurstof meer hebt om te leven. Wat het ook is, het lijkt alsof niemand jouw tranen begrijpt. En dat schrijnt. Door de jaren heen is het verdriet nooit weggegaan. Houdt God zich nog wel aan zijn beloften? Zorgt Hij echt voor je? Je merkt er weinig van.

Maar God heeft je tranen opgemerkt. Ook de tranen die geen mens mag zien, die je stiekem huilt, ineengekrompen in je bed. Misschien lijkt jouw situatie hopeloos. Maar God zegt vandaag tegen jou dat er hoop is. Stop maar met huilen. Er is een toekomst – ook voor jou. Er komt een dag dat Hij je gezicht vol liefde omvat en al je tranen met zijn eigen handen af zal wissen.

Aan de slag!

Zing uit volle borst mee met dit lied! Want niet alleen voor Rachels kinderen wacht er een toekomst vol van hoop; die toekomst wacht ook op jou.

Deel deze overdenking

  1. Elise schreef:

    Super mooi zeg!

  2. Francine schreef:

    Heel mooi!

  3. Jaleesa schreef:

    Heel mooi!
    Ik heb heerlijk met volle borst meegezongen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap