Een schat in de hemel of op de aarde? Hoe jij met je bezittingen en geld omgaat doet ertoe! (deel 2)

Vorige maand in de eerdere overdenking over geld zagen we dat we drie schatten hebben, die onze ogen helpen te richten op onze hemelse rijkdom. Hierdoor kunnen we op een andere manier met onze aardse rijkdom omgaan. Jezus is onze grootste schat en we zijn onderweg naar zijn Huis, waar eeuwige rijkdommen op ons liggen te wachten. We zagen dus hoe we ons perspectief van beneden naar boven konden richten.  Zoals in de vorige overdenking ga ik verder met de principes die Randy Alcorn beschrijft in zijn boek ‘Verborgen rijkdom.’ Want, hoe kun je met je geld omgaan? Hij beschrijft het als volgt… lees je mee?

1. Besef dat God alles bezit. Jij bent enkel de beheerder van zijn bezit. 

God is een gevende God en wil graag dat wat we ontvangen, ook uitdelen. We hebben het niet gekregen om het voor onszelf te houden, maar om te delen met de mensen om ons heen. Als we beseffen dat God de grote Beheerder is van onze spullen, kunnen we kijken naar onze spullen als een cadeau wat we zelf hebben ontvangen en ook mogen uitdelen.
Randy Alcorn beschrijft dat hij zelf nogal verzot was op zijn boeken en het moeilijk vond om boeken uit te lenen en vervolgens met krassen terug te krijgen. Nu hij beseft dat zijn boeken niet van hemzelf zijn, maar van God, leent hij ze met vreugde uit en heeft hij er zelfs een bibliotheek van gemaakt in zijn gemeente, zodat gemeenteleden zijn boeken kunnen lenen.  

2. Waar ik Gods geld laat, daar laat ik mijn hart. 

In de vorige overdenking hadden we het over het gezegde ‘waar je schat is, daar is je hart.’ Zo is dat ook met ons geld.
Randy Alcorn zegt: ‘Laat je chequeboekje zien en je bonnetjes en ik laat je zien waar je hart is.’ Ons uitgavepatroon kan iets zeggen over waar we ons hart op zetten. Hoe ziet dat er bij jou uit?
Sommige mensen zeggen: ‘Ik zou graag meer hart voor de zending willen hebben.’ Alcorn zegt: ‘Gééf dan geld aan de zending, dan raak je er vanzelf meer verbonden mee.’ Geef het geld, en je hart volgt.  

3. Niet de aarde, maar de hemel is mijn thuis. 

‘Het beste afschrikmiddel tegen geven, is de illusie dat dit ons thuis is. Waar wij onze schatten opslaan, hangt grotendeels af van waar we denken dat ons thuis is,’ zegt Alcorn. Voor welke plek leef je? Leef je voor dat wat je niet ziet, of alleen voor wat je ziet? Als je enkel comfort op deze aarde zoekt, om het jezelf hier zo goed mogelijk te maken, ga je tegen Jezus roep in om Hem na te volgen en niet thuis te zijn in deze wereld.
Hoe kun je dat met je geld doen? Randy Alcorn heeft bijvoorbeeld samen met zijn vrouw besloten om géén nieuw huis meer te kopen en duidelijke afspraken te maken over wat ze wel en niet meer aanschaffen, als het gaat om nieuwe gadgets of apparatuur. Ze kiezen voor een levenstandaard waarin ze het goed hebben en kunnen genieten, maar waarin ze juist ook bewust kiezen om niet overdadig te leven, zodat ze hun ‘overige geld’ kunnen geven voor Gods Koninkrijk. Dit kunnen ze met vreugde doen, omdat ze beseffen dat hier op aarde niet hun thuis is.  

4. Ik leef niet voor de stip, maar voor de lijn. 

Hiermee geeft Randy Alcorn aan dat we niet alleen bij het tijdelijke moeten leven, maar moeten kijken naar de wedloop die voor ons ligt. Bezittingen onderdrukken, maar pelgrims reizen licht. Te veel bezit kan er voor zorgen dat je andere prioriteiten gaat stellen in dit leven, dan het rennen van de wedloop. Waar ligt jouw prioriteit?

Aan de slag! 

Wat zeggen de vier principes jou en hoe kijk je door die bril naar jouw bezit en koop- en geefgedrag? 

Check vandaag eens je 10 laatste aankopen, wat zie je? Waar denk je dat je hart is?