Een mens leeft niet van brood alleen

14

nov

Liza

“Een mens leeft niet van brood alleen. Een mens leeft óók van elk woord dat God spreekt”, staat in Deuteronomium 8:3b. Hoe vaak eet jij? De hele dag door? Of volgens de richtlijnen: drie keer per dag? De meeste diëtisten zijn het er unaniem over eens: regelmaat in je eetpatroon is van groot belang. Maar hoe is de regelmaat in de omgang met jouw Vader?

In het Nieuwe Testament refereert Jezus aan het bovenstaande vers, lees maar mee in Mattheüs 4:4.

Maar Jezus antwoordde: “In de Boeken staat: ‘Je kan niet alleen van brood leven. Alles wat God zegt, heb je óók nodig om te leven.’ ”
– Mattheüs 4:4 (HSV)

Voor lange tijd hadden deze teksten voor mij geen diepere betekenis. Misschien komt dat omdat ik zelf nauwelijks brood eet. Een lichtbruine boterham met pindakaas meenemen naar je werk (in een klam boterhamzakje) vind ik maar een vieze, Nederlandse traditie.

Zo’n tweeduizend jaar geleden was brood echter een stuk belangrijker dan nu. Moet je nagaan, want voor ons, Nederlanders, is brood al erg belangrijk. Als Jezus met Zijn discipelen aanlag om te eten, aten ze niet met mes en vork, zoals wij dat gewend zijn. Ook niet met stokjes, zoals we soms cool sushi (proberen te) eten. Nee, destijds gebruikten ze brood om in hun eten de dippen. Je begrijpt vast dat er dus bij iedere maaltijd brood werd gegeten. Het was het belangrijkste onderdeel van de maaltijd. Als je geen brood had, dan had je eigenlijk niets. Dan was je arm. Wanneer je dus in de Bijbel het woord brood leest, staat er eigenlijk dit: ‘alles wat je nodig hebt’.

En toch staat er in de Thora ‘Een mens leeft niet van brood alleen.’ Apart eigenlijk, hè? Ik kan me voorstellen dat veel mensen destijds wel degelijk alleen van brood leefden. Maar toch staat er dan ‘Een mens leeft óók van elk woord dat God spreekt’. Hoe kan dat?

De Israëlieten worden hier, in Deuteronomium 8, herinnerd aan hun tijd in de woestijn. Veertig jaar lang trokken ze rond en God gaf hen manna en kwakkels te eten – het viel ’s ochtends en ’s avonds uit de hemel. Dit wonder was een dagelijkse les voor de Israëlieten: elke dag eten te eten hebben is niet vanzelfsprekend. God voorzag, iedere dag. De Israëlieten hadden hier letterlijk Gods woord nodig om van te leven. Zonder deze wonderen zouden zij in de woestijn zijn gestorven van honger.

Zo voorziet God ook in jouw leven. Kleine, alledaagse gebeurtenissen zijn soms zo vanzelfsprekend, maar eigenlijk zijn het kleine cadeautjes van God. Het feit dat je elke dag te eten hebt is al een wonder op zichzelf, als je nagaat hoeveel mensen dat geluk niet kennen. Best iets om dankbaar voor te zijn, vind je niet?

Daarnaast wil Jezus ons met dit vers duidelijk maken dat het er niet om gaat of je genoeg hebt. Denk eens terug aan wat ik net schreef over alles wat je nodig hebt. Het gaat er niet om of je genoeg eten hebt, of je genoeg kleding hebt of in een mooi huis woont. Het gaat erom of je God de eerste plaats geeft in jouw leven. Of je durft te leven in afhankelijkheid van Hem. Of je meer trek hebt in Góds woord dan in ander voedsel. Als je God en Zíjn Koninkrijk op nummer één zet, dan is de rest ineens niet zo belangrijk meer.

Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen we ons kleden? – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.
– Mattheüs 6:31-33 (NBV)

Hoe doe je dat dan, Zijn Koninkrijk zoeken? Ik denk dan altijd terug aan een kinderliedje dat ik al jong leerde: ‘lees je Bijbel, bid elke dag, dat je groeien mag’. Zo simpel, maar zó waar. Regelmaat in de omgang met Papa is net zo belangrijk als regelmaat in je eetpatroon. Om die reden kiezen veel mensen in mijn omgeving ervoor om voor het eten te bidden en om na het eten in de Bijbel te lezen. Zodat het een gewoonte is die met regelmaat wordt herhaald.

Aan de slag!

Ik wil je vandaag twee kleine opdrachten meegeven, met het oog op het eerste gedeelte van deze overdenking.

  1. Dank God vandaag voor je eten. Misschien ben je gewend om dit iedere dag te doen, of misschien doe je het nooit. Of wellicht doe je het wel, maar meer uit gewoonte. Sta eens écht stil bij het feit hoe rijk je bent met dagelijks voedsel en bedank God er vandaag voor. Probeer er daarna een gewoonte van te maken. Niet alleen om te danken voor je eten, maar om te danken voordat je gaat eten.
  2. Bezoek straks de website van Global Richlist. Zoals de naam al doet vermoeden, kun je zien hoe rijk je bent ten opzichte van de rest van de wereld. Voer in dat je in Nederland woont, vul je netto jaarinkomen in en de site berekent hoe rijk je bent. Je zult versteld staan van het resultaat! Ik geef je deze opdracht niet mee, zodat je verwaand zult denken. Nee, ik doe het zodat je eens met je neus op de feiten wordt geduwd. Je bent écht heel rijk! Zelfs als je naar Nederlandse maatstaven niet zo rijk bent, ben je nog steeds een rijke stinkerd als je het vergelijkt met de hele wereldbevolking. Het kan je helpen om in (grotere) dankbaarheid te leven.

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Mooi Liza, dankjewel voor deze reminder!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap