Dom, dommer, domst: hè, door het Bijbelboek Spreuken zouden we toch juist wijs worden?

30

aug

Marijke Gootjes-Verhoeve

We zijn bijna aan het einde van Spreuken en uitgekomen bij hoofdstuk 30, geschreven door Agur, de zoon van Jake, en waarschijnlijk gericht aan twee leerlingen die we kunnen zien als vertegenwoordigers  van het volk Israël. Agur beweert in vers 2 en 3 ‘dommer’ (onverstandiger) te zijn dan ieder ander, aan elk menselijk inzicht ontbreekt het hem. Hij heeft geen wijsheid opgedaan en van de Heilige weet hij niets (NBV). Als we echter het hoofdstuk verder lezen, blijkt de verder onbekende Agur juist heel wijze uitspraken te doen. Wat is er aan de hand met deze man, hoe dom is hij eigenlijk en wat kunnen wij leren van zijn woorden? Het dramatische begin maakt mij nieuwsgierig en ik hoop jou ook!

Twee dingen heb ik aan U gevraagd,
onthoud ze mij niet, voordat ik sterf:
Houd valsheid en leugentaal ver van mij.
En: geef mij geen armoede of rijkdom,
voorzie mij van het mij toegewezen deel aan brood.
Anders zou ik, verzadigd,
U verloochenen en zeggen: Wie is de HEERE?
of anders zou ik, arm geworden, stelen,
en de Naam van mijn God aantasten.

– Spreuken 30: 7-9 (HSV)

Agur dom? Kijk naar zijn verzoek!

Wat een prachtig, wijs verzoek van Agur, die zichzelf dommer vindt dan ieder ander! Agur beseft dat eerlijkheid en betrouwbaarheid belangrijk zijn, omdat God zelf eerlijk en betrouwbaar is en omdat je Hem daarmee eert. In vers 5 en 6 zegt hij: ‘Ieder woord van God is gelouterd (…) Voeg niets toe aan Zijn woorden, anders zal Hij u straffen, omdat u een leugenaar zou blijken te zijn.
Vervolgens realiseert hij zich dus hoe belangrijk het is om ver weg te blijven van valsheid en leugentaal, maar tegelijk ook dat hij daarbij Gods hulp nodig heeft.

Ook allesbehalve dom is het tweede verzoek: geen rijkdom, maar ook geen armoede. Agur wil niet alleen tevreden zijn met genoeg, hij realiseert zich de gevaren van zowel rijkdom als armoede. Rijkdom kan ertoe leiden dat je denkt God niet meer nodig te hebben, en armoede kan ervoor zorgen dat je Gods regels moet overtreden om aan eten te komen.
In Agur leeft het verlangen om God te eren en zowel rijkdom als armoede zouden dat in de weg kunnen staan. En dat wil hij niet. Nee, Agur is zeker niet dom!

De thema’s uit zijn gebed komen verrassend overeen met het Onze Vader (Mattheüs 6:9-13): het heiligen van de naam van God, het dagelijks brood en de vraag om niet in verzoeking gebracht te worden. We zien de thema’s niet alleen terug, ze zijn ook voor ons actueel!

Agur dom? Kijk naar de getalsspreuken!

In Spreuken 30 lezen we verschillende spreuken die met een getal beginnen (getalsspreuken genoemd). Ze zijn waarschijnlijk bedoeld om de spanning op te bouwen en niet zo zeer om letterlijk te nemen, alsof Agur niet meer voorbeelden zou kunnen bedenken. Het gaat om een vorm van dichtkunst en is bedoeld om makkelijk te onderwijzen en te onthouden. Doordat de getallen oplopen, blijft de aandacht van de lezer gevangen. De getalsspreuken van Agur beschrijven vooral zaken waar de mens geen grip op heeft en die niet te bevatten zijn voor een mens. Opnieuw kunnen we concluderen dat Agur geen domme man is.

Deze drie dingen zijn voor mij te wonderlijk,
ja, vier zijn er die ik niet kan vatten…

– Spreuken 30:18 (HSV)

Jezelf op de borst te slaan, dat is pas dom!

Aan het einde van het hoofdstuk komt Agur tot de slotsom dat het dom is om jezelf te verheffen. De jongeren die Agur voor zich had, moeten beslist niet gaan opscheppen; ze kunnen beter hun hand voor de mond houden en zwijgen.

Als u dwaas gehandeld hebt door u te verheffen,
en als u het zich voorgenomen hebt: de hand voor de mond!

– Spreuken 30:32 (HSV)

Het tegenovergestelde van jezelf op de borst slaan, is de houding van Agur aan het begin van het hoofdstuk. Hij is bescheiden en beseft zijn beperkingen. Hij is niet in staat gebleken uit eigen kracht wijsheid te verwerven, maar weet dat dit alleen mogelijk is door God te leren kennen. ‘Het begin van alle kennis is ontzag voor de HEER,’ zegt ook Spreuken 1:7a (NBV).

Godvrezend zijn en ook ‘een beetje dom’

Zo’n zelfde soort tekst lezen we in Job 40:1-5 (NBV): ‘Een mens die met de Ontzagwekkende twist – kan hij Hem iets leren? Laat hij die God terechtwijst op dit alles antwoorden!’ En Job antwoordde de HEER: ‘Ik ben onaanzienlijk. Wat zal ik antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond. Ik heb eenmaal gesproken en zeg niets meer, tweemaal – en doe er het zwijgen toe.’

Agur was – net als Job – een godvrezende, wijze man, maar hij realiseerde zich ook dat hij ‘een beetje dom’ was, omdat een mens beperkt is in zijn wijsheid en in het kennen van God. ‘Want het dwaze van God, is wijzer dan de mensen…’ (1 Korinthe 1:25a, HSV)

Laten we onze eigen positie tegenover God erkennen. Zonder Hem zijn wij dom, dommer, domst. Maar met Hem, door Hem en in Hem zullen we wijs zijn, zelfs als we niet alles kunnen begrijpen. Ik hoop dat jij met Agur het verlangen deelt om God te eren met je leven, dan ben je allesbehalve dom, want het is de meest wijze keuze die je kunt maken, elke dag weer.

Challenge!

  • Welke schat heb jij vandaag ontdekt?
  • Bedenk hierbij een challenge die je vandaag zelf of samen met iemand uitvoert. Check #spreukenchallenge op Instagram voor inspiratie van anderen en deel ook jouw challenge!

Naar:
Sleutels tot de Bijbel, David Pawson
Laat er licht zijn, Marijke Gootjes-Verhoeve

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap