De weg van Advent is pijnlijk

20

dec

Maartje Kok

Advent is het woord voor ‘verwachten’. Jezus verwachten. Geduld oefenen en je verlangen niet richten op wat je ziet, maar op het onzienlijke. Advent, een tijd die haaks staat op wat we eigenlijk verlangen in deze wereld. Daarom wandelen we in deze overdenking langs de weg van Advent en laten we ons oproepen om te verwachten. We luisteren naar de woorden van Johannes de Doper, de wegbereider, degene die opriep om in actie te komen. Niet passief, maar actief te wachten.

Johannes de Doper, een man met een geschiedenis. Een man van wie de geboorte groots werd aangekondigd door een engel, en van wie de vader het niet geloofde. De man van wie de vader niet meer kon spreken en de man over wie grootse dingen werden gezegd. We lezen een stukje over de aankondiging van zijn geboorte:

Maar de engel zei tegen hem: Wees niet bevreesd, Zacharias, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes geven.
En er zal blijdschap en vreugde voor u zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden, want hij zal groot zijn voor de Heere. Geen wijn en geen sterke drank zal hij drinken en hij zal al van de moederschoot af met de Heilige Geest vervuld worden, en hij zal velen van de Israëlieten bekeren tot de Heere, hun God.
En hij zal voor Hem uit gaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken.
– Lukas 1:13-17 (HSV)

Zijn levensdoel ligt al vast voordat hij geboren wordt, vanaf de moederschoot zal deze man vervuld zijn met de Heilige Geest en zal hij groot zijn voor de Heere. Vanaf het begin zal hij vol zijn van Gods genade. Dit moet ook wel als we zien welke taak hij krijgt. Nadat God 400 jaar stil is geweest, heeft Hij gesproken tot de ouders van Johannes. En nu was het de taak van Johannes om de stem te zijn die roept in de woestijn. Niet zomaar een stem, maar een stem van God.

In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judea, en zei: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.
Want deze is het over wie gesproken werd door de profeet Jesaja toen hij zei: De stem van iemand die roept in de woestijn: Maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht.
– Mattheüs 3: 1-3 (HSV)

Bekeer je, een roepende in de woestijn

Wat riep Johannes de mensen dan toe? Ze moesten zich bekeren. Veranderen van gedachtes. Niet alleen in het hoofd, maar met hun hele levenswandel. Hij riep ze op om berouw te hebben over hun zonden en zich tot een leven vol eerbied en ontzag voor God te richten. Waarom? Omdat Jezus zou komen. Dit zegt Johannes niet letterlijk, maar bedoelt hij wel als hij spreekt over het Koninkrijk. Als Jezus komt, komt namelijk de Koning van het Koninkrijk en zal Hij beginnen met het Koninkrijk van God te laten zien aan de mensen. Dat wat Johannes hier doet is al eerder voorzegd. Met zijn spreken en handelen vervult hij een profetie uit Jesaja 40.

Er is alleen een groep die denkt dat ze zich niet hoeven te bekeren. Het zijn de Sadduceeën en Farizeeën. Johannes zegt tegen ze:

‘Adderengebroed! Wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn?’
– Mattheüs 3:7 (HSV)

Hij stelt hier eigenlijk een retorische vraag: ‘Wie heeft je wijsgemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel? Ik niet.’ Deze mensen dachten dat ze het wel op een rijtje hadden en dat ze niet te veroordelen waren. Dat ze wel netjes en religieus genoeg leefden om niet in de hel te belanden. Johannes riep niet voor niks: bekeer je. Het is een afkeren ván iets en een toekeren náár iets. De mensen liepen af op de toorn van God, maar Johannes benoemde dat dat niet hoefde, ze zouden veilig zijn als ze zich zouden bekeren en in liefde, dankbaarheid en gehoorzaamheid aan de woorden van God zouden houden:

Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering, en denk niet dat u bij uzelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader; want ik zeg u dat God zelfs uit deze stenen voor Abraham kinderen kan verwekken.
– Mattheüs 3:8-9 (HSV)

De bekering waar Johannes toe oproept is veel meer dan wat dagelijks goede dingen doen, of het aanhangen van een bepaalde leer. Het is een volledige verandering die zichtbaar is in de levenswandel. Het zit dus niet ‘zomaar’ goed tussen het volk en God. Dat probeert Johannes hier duidelijk te maken en hij wijst op een bekering die dieper gaat dan wat goed gedrag.

De weg van Advent

Is dit de weg van verwachting die je zou willen gaan? Johannes liep de mensen vooruit met de boodschap van bekering, berouw, verandering. Is dat de weg die je wilt gaan richting Kerst, richting Jezus’ tweede komst? Het gaat verder dan dagelijkse goede intenties, een christelijke Instagrampost plaatsen of de juiste leerstellingen aanhangen. Het gaat over zijn als een boom die geworteld is en die daarom goede vruchten voortbrengt. En het gaat over kijken welk deel van je leven bekering nodig heeft en vragen om de heiligheid en kracht van de Heilige Geest om daar tegen te strijden, de rotte vruchten weg te gooien en er nieuwe vruchten te zien groeien. De weg van verwachting is de weg van pijn, sterven aan jezelf, zodat er nieuw leven kan komen.

Want met een oud leven kun je Jezus niet ontmoeten, dat liet Johannes horen. En dat klinkt vandaag nog steeds. De bekering waar Johannes het over heeft, spreekt ook tot ons. De weg van verwachting is niet alleen de weg van gezelligheid, lichtjes, liefdevolle kerstklanken, maar het is een stem die roept in de woestijn van beton, nieuwsberichten, presidenten, koningen, gevechten en oorlogen: bekeer je, want Jezus komt. Ook jij die al zo lang in Jezus gelooft, neem je leven nog eens onder de loep – waarin is het onzuiver? Je wil jouw Koning toch zuiver ontmoeten?

Dat is de weg van advent. Liefdevol fluistert Hij toe dat je het niet alleen hoeft te doen, maar het van Hem mag leren. Dat zijn genade telkens genoeg is. Diezelfde stem roept van bekering, maar altijd richting het goede en weg van het kwade. Dat is advent. We zijn onderweg, loop richting het goede. De weg van Jezus.

‘En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus. Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen.’
– 1 Thessalonicenzen 5:23 (HSV)

Aan de slag!

Hoe zie jij bekering in jouw leven? Wanneer heb jij je voor het laatst duidelijk ergens van afgewend en je gekeerd naar het goede en schone van God? Wat komt er nu in je gedachten op waarvan je je moet afkeren?

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap