De oudste zoon

28

jan

Anne-Saar Kunz

Als klein meisje was dit één van mijn lievelingsbijbelverhalen. Wanneer de juf op school dit verhaal ging vertellen, keek ik haar met grote ogen aan. Het verhaal vond ik ergens altijd zo zielig. Die arme jongen moest voer van de varkens eten. Hij liever dan ik, dacht ik dan. Maar terwijl de juf omschreef hoe die jongen bij de varkens zat, zag ik in mijn gedachten die oude vader op de uitkijk staan. Elke dag toch? Want een lieve vader moet dat geweest zijn. Gelukkig bleef het verhaal niet treurig, want de jongen gaat op een dag terug naar zijn vader. Ze omhelzen elkaar en ze geven een feest! Oef, gelukkig. Eind goed, al goed.  

Je raadt het waarschijnlijk al: ik heb het over de gelijkenis van de verloren zoon. Misschien was dit ook wel een van jouw ‘lievelingsbijbelverhalen’. De schrijver Lukas beschrijft deze gelijkenis nauwkeurig. Zelf was hij waarschijnlijk niet aanwezig toen Jezus dit verhaal vertelde, maar hij baseert het verhaal op verklaringen en schriftelijke bronnen (Lukas 1:1-4). In Lukas 15, waar deze gelijkenis staat beschreven, staan nog twee andere gelijkenissen. Lukas begint het hoofdstuk met het vertellen dat er tollenaars en zondaars bij Jezus kwamen om Hem te horen (vers 1). Ook de farizeeën en de Schriftgeleerden waren erbij. Zij ergerden zich eraan dat Jezus zijn tijd doorbracht met de – volgens hen – ‘minderen van de samenleving’. Jezus reageert op hen met drie gelijkenissen. Het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon. Op die laatste gelijkenis wil ik vandaag de nadruk leggen.

De verloren zoon

Door persoonlijke gesprekken met, onder andere, niet-gelovigen werden mijn ogen geopend voor het andere aspect in dit verhaal. Want weet je, het kan aan mij liggen maar al die keren dat ik de gelijkenis van de verloren zoon hebt gehoord, focuste ik mij op ‘de verloren zoon’. De jongste jongen die geld vroeg aan zijn vader en ervandoor ging. Hij gaf al het geld uit en eindigde bij de varkens. Op een moment kwam hij tot inkeer en dacht: ‘Hier moet ik niet wezen! Ik ga terug naar mijn vader.’ Hij ging terug en zijn vader stond op uitkijk. Ze vierden met elkaar feest en alles was weer goed.

Nou ja, bijna alles. Die broer van hem was alleen niet zo blij.

Ik trok vaak zelf mijn conclusies uit dit verhaal. Ook wanneer je zover bent weggeregend, de Vader staat altijd met open armen op je te wachten. Hij roept als het ware: ‘Kom mijn kind! Kom terug naar Huis!’ Ik wil niets aan deze uitleg afdoen. Ik denk zeker dat de gelijkenis hier op slaat. Maar volgens mij is dit niet het enige.

Zullen we samen verder lezen? De vader, de verloren zoon, de knechten en het hele huis gaan feest vieren. Het best gemeste kalf wordt erbij gehaald. En dan?

“Zijn oudste zoon nu was op de akker. En toen hij dichterbij huis kwam, hoorde hij muziek en reidans. En nadat hij één van de knechten bij zich geroepen had, vroeg hij wat er aan de hand was. Deze nu zei tegen hem: Uw broer is gekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem weer gezond teruggekregen heeft. Maar hij werd boos en wilde niet naar binnen gaan. Toen ging zijn vader naar buiten en spoorde hem aan. Maar hij antwoordde en zei tegen zijn vader: Zie, ik dien u al zoveel jaren en heb nooit uw gebod overtreden en u hebt mij nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn. Maar nu deze zoon van u gekomen is, die uw bezit met hoeren opgemaakt heeft, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht. En hij zei tegen hem: Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is van jou. Wij zouden dan vrolijk en blij moeten zijn, want deze broer van jou was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden.”
(Lukas 15: 25-32, HSV)

Het verhaal stopt niet bij het laatste gedeelte van vers 24: ‘En ze begonnen vrolijk te zijn.’ Buiten het huis vormde zich een nieuw verhaal. Een ander verhaal. Een verhaal van iemand die er met zijn pet niet bij kan dat zijn vader een groot feest geeft voor ‘iemand die zijn vaders bezit bij de hoeren heeft opgemaakt.’ De oudste zoon wordt boos en weigert naar binnen te gaan. Zijn vader komt hem opzoeken, praat met hem en spoort hem aan. Terwijl de oudste zoon het over ‘die zoon van u heeft’ en dus niet meer de woorden ‘mijn broer’ in zijn mond neemt heeft de vader het over ‘mijn kind’. De vader stond en staat met open armen klaar. Voor de verloren zoon, maar zeker ook voor de oudste zoon.

De verloren zoon is het boegbeeld voor mensen die alles doen wat God verboden heeft. Ja, die heeft zeker genade nodig. Die heeft de open armen van zijn Vader nodig. Maar, daar stopt het verhaal niet. Want die oudste zoon dan? Heeft hij ook Gods genade niet nodig?

Tim Keller heeft het in zijn boek De vrijgevige God over ‘oudstezoongehoorzaamheid’. Volgens Tim Keller is “slaafse, mokkende onderworpenheid aan de wet” niet “Gods wil doen, omwille van de waarheid en uit liefde voor de mensen om je heen.” In het verhaal van de oudste zoon missen we zoals Tim Keller het mooi verwoordt, “de verwondering, intimiteit en verrukking in hun gesprekken met God.”

De oudste zoon heeft zijn leven lang gewerkt voor zijn vader. Van de buitenkant heeft hij het keurig voor elkaar. ‘Ik dien u al zoveel jaren en heb nog nooit uw gebod overtreden’ (vers 20). Maar het gaat in het leven niet alleen over ‘keurig je werk doen’. Hoe zit het van binnen in je hart? Voor wie doe je je werk? Werk je om zo goedkeuring van anderen te verdienen? Of draait het in je leven om iets hogers? Is er ruimte voor genade, liefde en vergeving? Voor jezelf en voor anderen?

Aan de slag!

Op wie lijk jij? Ben je de jongste zoon? Of ben je de oudste zoon? Ga in beide gevallen op je knieën en belijd voor je Koning en God dat Hij diegene is van wie je het alleen moet ontvangen. Je heil en hoogst geluk is alleen bij hem te vinden. Zoek niet langer verder, maar stop hier. Hier, aan de voet van het kruis. Hij staat, zoals de vader in het verhaal, met open armen op je te wachten. Kom je?

Deel deze overdenking

  1. Arenda Russchen schreef:

    Anne-saar.
    Bij aan de slag!
    Heb je denk ik een woordje anders bedoeld:

    Ga in beide gevallen op je knieën en belijd voor je Koning en God dat Hij diegene is van wie je het alleen moet vergeten.
    Vergeten moet neem ik aan ontvangen zijn?!

  2. Arenda Russchen schreef:

    Ontvangen of verwachten.

    Dank U ABBA Vader!

  3. Alinda schreef:

    Kipppenvel!
    Wat een herkenbaar stukje,
    Bedankt voor deze blog.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap