De liefde verkilt – of toch niet?

24

dec

Anne-Saar Kunz

“De liefde van mensen verkilt”, verzucht iemand naast me. Ik ben geneigd om mee te zuchten. Want ja, je hoeft maar om je heen te kijken en je ziet de polarisatie in de samenleving, je ziet de liefde verkillen. En daar komen de discussies, soms hele heftige discussies, over corona nog bij. Om me heen hoor ik dat het tot familieruzies kan leiden. De liefde verkilt. Ik kan me er zorgen over maken en dacht – zonder tekort te doen aan alle zorgen die er leven – “maar we zijn toch geen mensen zonder hoop?

Ik heb weleens dat gedachtes bij me blijven hangen. En dat groeit dan. Zo ook hiermee. Ik hoorde ‘de liefde van mensen verkilt’. Ik dacht, ‘we zijn toch geen mensen zonder hoop?’ en ik dacht: ‘en wat vraagt God van ons vandaag?’

Ik pakte de Bijbel erbij en dat bleek oh zo duidelijk.

Want de liefde van Christus dringt ons, daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt. – 2 Korinthe 5:14-15 (NBG)

Want de liefde van Christus dringt ons… Het bleef in mijn hoofd hangen, juist bij alle discussies, alle onrust en alle liefdeloosheid die er is. De liefde van Christus dringt ons. Dit vers wordt in de nieuwe NBV21 vertaling geschreven als: ‘wat ons drijft is de liefde van Christus.’ Oftewel, de liefde van Christus heeft ons in z’n greep, het drijft ons en laat ons niet meer los. Omdat – komt er dan achteraan – we overtuigd zijn, tot het inzicht gekomen zijn, dat Christus is gestorven voor ons allen. De doelgerichte daad van Gods liefde.

Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leeft. – Johannes 3:16 (NBG)

Aan het kruis zien we Gods liefde tot grote openbaring komen. God had deze wereld zo lief. Moet je even op je in laten werken. God gaf Zijn zoon voor ons. Opdat? Opdat wij niet meer voor onszelf zouden leven.

En natuurlijk, er zijn zoveel zorgen en het lijkt wel of corona alles vergroot. En toch, laten we alsjeblieft niet zonder liefde spreken, laten we geen mensen worden zonder hoop. Ik zie de liefde tussen mensen verkillen en de hoop lijkt vervlogen. Maar, en dan denk ik aan van Ruler – een theoloog en hoogleraar – die spreekt over christenen als mensen met een binnenpretje.

Dat binnenpretje, de liefde van Christus die ons dringt; het mag ons mensen maken met hoop. Juist in deze tijd, alsjeblieft.

Aan de slag!

Laten onze woorden niet verbitterd zijn,

maar laat mijn stem uw woorden spreken,
om uw liefde uit te delen.

Ik wens in alles de liefde van Christus toe.

Want zo lief had God de wereld dat Hij zijn Zoon gaf, voor jou.

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Dankjewel. Anne Saar, wat is er mooier om liefde uit te delen naar de mensen om je heen, Gods liefde🙏🏻❣️

    Toch staat er in Mattheus 24 vers 12 en 13, dat door de wetsverachting de onderlinge liefde zal verkillen! Des te meer voor ons christenen een reden om Gods (onvoorwaardelijke) liefde uit te strooien om ons heen✨✨

  2. Silke schreef:

    Waauw! Wat een mooie woorden – gaf me tranen in de ogen. Soms lijken situaties hopeloos maar wij mogen hopen op liefde, liefde geven en liefde ontvangen. En hoop. Altijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap