“De koning wenst uw aanwezigheid bij de bruiloft van zijn zoon.” – over Mattheüs 22

12

okt

Renske Hoste

“Ik zal je vertellen hoe ik hier terecht ben gekomen. Ik zat op m’n normale stekkie in de straat, toen er opeens een man op me af stapte. Ik viel bijna van m’n krukje! Dit was me nog nooit gebeurd, in alle jaren dat ik hier nu al zit. Laat me je dit zeggen: ik was heel wat hoor, vroeger. De persoonlijke bediende van de koning. Ik had potentie, ik had drive, ik kon de wereld aan. Ik zal je niet vermoeien met de details, maar nu heb ik niets meer, alleen nog m’n trots. En m’n krukje.”

“Sinds ik hier zit, heb ik van alles en nog wat langs zien komen. Kinderen, ouderen, rijken en minder rijken. Laat me je dit zeggen: ik heb een hekel aan allemaal.

Van die mensen die met veel misbaar een cent geven, net genoeg voor een rotte appel, één maaltijd, terwijl slechts één kledingstuk van hen me rijker dan rijk zou maken.

Van die mensen die doen alsof ze me niet zien, mensen die me aankijken en dan verder lopen zonder iets te geven. Van die mensen die schoppen en slaan.

Of nog erger: mensen die wel iets geven. Ik zie hun medelijden en wil het niet. Ik was net als hen vroeger en dat weten ze vast. In hun ogen zie ik opluchting, een besef: ‘Dit had ik kunnen zijn.’ Daar kan ik dus echt niet tegen. Hoe dan ook…

Deze man was een bediende, zo’n loophondje van de koning. Ik had de vloer met hem aangeveegd, vroeger. Hij trippelde over het afval heen en stopte bij elk van die arme sloebers op de straat. Ik sta zeker hoger op de ladder dan hen, hoor! De bediende stopte ook bij mij en strekte z’n hand naar me uit, met daarin een stukje papier. Daarop was een afdruk van een zegel geplaatst, zeker voor de mensen die niet kunnen lezen, ha! Hij keek op me neer en zei: “De koning wenst uw aanwezigheid bij de bruiloft van zijn zoon.” Aan z’n gezicht was duidelijk te zien dat hijzelf mijn aanwezigheid niet wenste. Ik stond perplex, zei niets. De man leek geen antwoord te verwachten en draaide zich om en trippelde naar de volgende bedelaar.

Het kostte even voor ik over m’n lachbui heen was. De koning nodigt bedelaars uit? Lamenielachen, kon hij echt niemand beter krijgen? Is die zoon zo lelijk dan, dat niemand wil komen? Zijn z’n speeches zo saai? Maar goed, er zou gratis eten zijn, dus besloot ik toch maar te gaan. Een lange stoet trok naar het paleis, de rijen stonden tot voorbij het Heuvelplein. Het stond, zat en lag er vol met misbaksels, mensen aan het onderste eind van de ladder zonder hoop om hogerop te komen. Mensen die hun hele leven zonder vooruitzichten door zullen brengen. Ik ril al als ik eraan denk. Arme sloebers, die hebben het wel heel slecht. Langzaam maar zeker vorderde de lange, lawaaierige stoet.

Ik schrok toen ik bij de deur kwam. Daar stond Hotir, mijn collega! Nou ja, ex-collega dus. Hij zag er vermoeid uit, vond ik. Vast doordat hij nog steeds het sloofje van de koningin is, hij had nooit zoveel drive als ik om hogerop te komen. Hotir stond daar een soort kledingstukken uit te delen. Eindelijk was ik aan de beurt. Tegen mij zei hij hetzelfde wat hij tegen elk van mijn voorgangers had gezegd: ‘gratis bruiloftskleed voor elke gast!’ Hij herkende me niet eens! Ik stond perplex. ‘Ik ben het, Netanja!’ schreeuwde ik over het lawaai heen. Opeens zag ik de herkenning in zijn ogen. Herkenning, gevolgd door medelijden. Hij stak een kledingstuk naar me uit: ‘Hier, cadeau van de koning.’

Dacht hij nou echt dat hij mij zo’n kleed zou kunnen geven alsof ik één of andere bedelaar was? Ik was zijn leidinggevende geweest! Met een resoluut gebaar weigerde ik het kledingstuk in zijn uitgestoken hand. Hoe durfde hij!

Snel liep ik door en zocht ik een plek aan de tafel. Even later kwamen de bedienden binnen met geurig brood en borden vol vlees. Iedereen viel aan, en dat bedoel ik letterlijk. Het was een schreeuwende, smakkende, vechtende troep schooiers aan de tafels in het paleis. Ze zagen er dan wel netjes uit, maar ze aten als echte bedelaars. Ik kreeg ter plekke last van plaatsvervangende schaamte. Nee hoor, zo zou ik niet eten. Ik zou laten zien hoe goed ik bekend was met de tafelmanieren in het paleis. Ik was geconcentreerd en keurig aan het eten toen de zaal plotseling stilviel. Een voor een keek elke pauper op, bij sommigen het eten half gekauwd in de openhangende mond. Elke blik volgde de statige figuur van de koning die door de zaal schreed. Toen hij stopte bij mijn tafel, dacht ik: ‘Nu komt het, hij heeft mijn perfecte manieren gezien en komt me complimenteren!’ Ik stond al half op, om het compliment in ontvangst te nemen. In plaats daarvan zei hij iets heel anders: ‘Vriend, hoe komt het dat je je feestkleren die we je gegeven hebben niet aan hebt?’ Wacht, wat?! Voor het eerst in mijn leven had ik geen antwoord klaar. Ik wilde het hele verhaal uitleggen maar wist niet waar te beginnen. Ik begon te stamelen onder de doordringende blik van de koning. Plotseling draaide hij zich om naar zijn bedienden: ‘Bind hem aan handen en voeten en gooi hem in de donkerste kerker. Daar zal hij huilen en met zijn tanden knarsen van spijt.’

Tsja, zo ben ik dus hier terecht gekomen. En nu ik erover nadenk, wil ik echt niet meer voor de koning werken. Vergeet dat opklimmen maar. Stelletje hypocriete rijkaards die hun schoenen nog niet eens aan me af zouden vegen. Onder hun hoog gekapte pruiken gaan precies dezelfde vlooien schuil. Dik aangebrachte make-up verbergt dezelfde schilfers. Ze zijn geen haar beter dan ik, die-

Hé. Luister je nog? Hallo? Ugh, laat ook maar. Je bent al net zo erg als de rest.”

(Hier kan ik tenminste zelf kiezen waar ik zit.)

Aan de slag!

Dit verhaal is een na-vertelling van de gelijkenis die Jezus vertelt in Mattheüs 22:1-14. Er zijn natuurlijk een aantal creatieve elementen aan toegevoegd, dus wil ik je vooral aansporen om het verhaal zelf na te lezen in de Bijbel.

Dit verhaal is geschreven naar aanleiding van dit prachtige lied van NF. Deze regels raakten me in het bijzonder:

It’s like I’m standing in the rain and you offer me a raincoat
But I would rather stand there wringing wet than take the handout

Tijdens het luisteren van dit lied moest ik denken aan deze gelijkenis en wat de motieven van deze man geweest moeten zijn. Mijn conclusies waren… oncomfortabel. Het is namelijk zo makkelijk om te teren op je trots en je gevoel van onafhankelijkheid. ‘Ikke zelf doen’ is een houding die ik maar al te vaak wil aannemen en die ik ook terugvind in deze gelijkenis. Dit lied raakte me en drukte me met m’n neus op de feiten: ik heb meer gemeen met de man in dit verhaal dan ik zou willen.

– Hoe zit dat met jou?
– Luister naar het lied van NF.

Trots is zo makkelijk en stoppen met vechten voelt als opgeven. Maar eerlijk? Het stoppen met zelf proberen is de slimste keuze die je kan maken. Zet je trots opzij, neem aan wat God je aanbiedt.

De opdracht: Laat vandaag alle rugzakken vol zware troep (school, familie, vrienden, zorgen, gezondheid, …) uit je handen vallen en zet ze op een rijtje bij het kruis. Breng alles bij God, neem die jas aan.

Deel deze overdenking

  1. Kim schreef:

    Zoveel dank weer, Renske! :’) ik zat weer helemaal in het verhaal en dank voor deze wijze les… Ik denk dat het een van de moeilijkste dingen is voor een mens om iets niet ‘zelf te doen’. Met een bijbelstudie heb ik eens gehoord dat bij de zondeval het beginsel van liefde wat Adam en Eva als beginsel van karakter hadden, veranderde in een beginsel van zelfzucht. :'( Wij hebben altijd met het ‘verslaan van ons eigen ik’ te maken. Laten we blijven volharden en bidden om elke dag alles bij God neer te leggen, opdat Zijn wil mag geschieden in al onze levens opdat het tot zegen van een ieder van onszelf en een ieder om ons heen mag zijn, en tot eer en glorie van Zijn naam. Nogmaals zoveel dank & Gods rijke zegen <3

  2. Netty schreef:

    Bijzonder talent heb je gekregen Renske om dit zo onder woorden te brengen. Het is net een “nieuwe”. Gelijkenis maar er is niets aan toegevoegd als je het goed leest alleen anders verwoord. Dank je. Je gebruikt je talent tot eer van God om ons tot nadenken te zetten. Veel zegen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap