Christelijke spreuken deel 2: ‘God geeft je nooit meer dan je aankunt’

Gisteren hadden we het over christelijke spreuken. Mooi vormgegeven teksten die op koelkasten en in tijdlijnen gedeeld worden, die vanuit een goed hart komen, maar die misschien niet altijd de juiste, of meest volledige, Bijbelse achtergrond hebben. Vandaag een mooie en welbekende: ‘God geeft je nooit meer dan je aankunt.’ Goedbedoeld? Ja, absoluut! Klopt het? Daar gaan we het over hebben.

Maar als je in de verleiding komt om iets verkeerds te doen, bedenk dan dit. Geen één verleiding is zó groot, dat je er niet tegenop zou kunnen. Want God laat je nooit in de steek. Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan. Want Hij zal, als er verleidingen komen, ook voor de oplossing zorgen. Daardoor zul je sterk genoeg zijn om de juiste beslissingen te nemen.
– 1 Korintiërs 10:13 (BasisBijbel)

De tweede van ons rijtje christelijke spreuken komt waarschijnlijk in de basis hier vandaan en dan vooral van de zin: “Hij zal niet toestaan dat je het zó moeilijk krijgt, dat je het niet meer aankan.’ Een gegeven dat heel veel vertrouwen kan geven en misschien ook graag gebruikt wordt om anderen te bemoedigen.

Want dat is vaak de situatie waarin deze spreuk toegepast wordt. Als schouderklopje, steuntje in de rug. Het komt wel goed! God heeft je!

Het effect is vaak echter tegenovergesteld.

Want wat is de keerzijde van dit soort christelijke spreuken? Het doet allerlei vragen opkomen: wat zegt het namelijk als ik daarentegen tóch het gevoel heb dat ik het niet meer aankan? Dat ik het gevoel heb dat ik verdrink? Dat ik er niet zelf meer uitkom? Moet ik het dan zelf proberen? Hulp vragen? Aan wie? God voelt niet als de juiste persoon.

Vervolgens trek je allerlei conclusies over je geloof. Geloof ik niet genoeg? Geeft God niet om mij? Wie heeft mij hier gebracht, als het God niet is? Bevind ik me buiten Gods wil? Ben ik zondig?

Christelijke spreuken kunnen een bron van geloofsonrust zijn

Christelijke spreuken die als bemoediging bedoeld zijn, worden daarmee een bron van onzekerheid en geloofsonrust. En dat is het tegenovergestelde van wat je nodig hebt als je door een moeilijke periode heen gaat. Je wilt weten dat God er is, zónder het op z’n kop zetten van je hele geloofsleven. Dat doen moeilijkheden vaak zelf al genoeg.

Dat deze christelijke spreuken dus niet helemaal het effect hebben wat bedoeld wordt, is duidelijk. Maar gebruiken we de bijbeltekst wel op de goede manier?

Om de tekst goed te begrijpen is het belangrijk om één woordengroep te definiëren. Want wat wordt bedoeld met ‘het niet meer aankunnen’? Betekent het dat we nooit moeilijkheden te verwerken krijgen? Altijd op de perfecte score of uitkomst kunnen rekenen? Of dat, als we iets als moeilijk ervaren, we een fout maken? We buiten Gods wil vallen?

Nee, dat betekent het dus níet.

God gaat véél verder dan onze christelijke spreuken

Gods doel is onze redding. Dat is wat Hij voor ogen heeft. Hij zal er alles aan doen om te voorkomen dat je buiten die redding valt, als je in Hem gelooft. Oók wanneer er moeilijkheden komen. Zijn doel, ín deze moeilijkheden, is ervoor zorgen dat je sterk genoeg blijft om je vertrouwen op Hem te blijven te stellen. Dat je kunt blijven strijden tegen de zonde.

Je klampt je als het ware aan Hem vast als aan een reddingsboei. Dat is het ‘mooie’ van moeilijke situaties. Alles valt weg. Je wordt op God terug geworpen. En, als je dat wilt, kom je er met een groter geloof aan de andere kant weer uit.

Mag ik dus een alternatief aanbieden? Dat het soms zéker voelt alsof God ons meer geeft dan we aankunnen? Zodat we groeien en meer op Hem leren vertrouwen. Zodat we Hem op een manier leren kennen die simpelweg onmogelijk was geweest als alles koek en ei was geweest. Allemaal manieren die ikzelf persoonlijk heb ervaren. Door beproevingen waarbij ik écht het gevoel had ik het niet meer aankon.

Aan de slag!

Gisteren hadden we het in de ‘Aan de slag!’ over spreuken toetsen aan Gods Woord. Vandaag wil ik het iets specifieker maken. Neem iemand in gedachten die op dit moment door een moeilijke periode gaat. Hoe kun jij diegene bemoedigen, zonder daarbij te vervallen in ‘God geeft je nooit meer dan je aankunt!’? Hoe kun je diegene laten zien dat je er bent en meelijdt?

Bron: Desiring God