Als duizend vragen het kennen van Christus in de weg staan

23

mei

Maartje Kok

Duizend vragen komen bij je op als het om het geloof gaat. Waar draait het nou eigenlijk om? Allerlei visies dringen zich aan je op. Mensen vragen je hoe je over de doop, de wederkomst en de kerk denkt. Maar je staat met een mond vol tanden. Hoe vind ik een ‘juiste’ visie? Je bent bang om de verkeerde dingen te zeggen, want misschien vind de ander wel dat je de verkeerde visie aanhangt. Misschien herken je het wel. Paulus heeft dan een oproep voor je die jou misschien weer verlangend naar Jezus alleen kunnen maken en trekt je ogen vandaan bij alle bijzaken. Hij heeft het over het kennen van Christus als hoogste doel.  

Twee uitspraken die ik bij Paulus er uitlicht zijn opgeschreven in de brieven naar Filippenzen en Efeze. In de Filippenzenbrief omschrijft Paulus:  

Toch zou ik zelf wel een goede reden hebben om op mezelf te vertrouwen. Meer dan wie dan ook. Want ik ben besneden toen ik acht dagen oud was. Ik ben geboren uit het volk Israël, uit de stam van Benjamin. Ik ben dus een echte Jood uit de Joden. Wat betref de Joodse wet: ik hield mij aan wat de Farizeeërs  leerden. En omdat ik zo mijn best deed voor God, vervolgde ik de gemeente. Volgens de Joodse wet was ik volmaakt. 
– Filippenzen 3: 4-6 (BasisBijbel) 

Hij somt allerlei geestelijke en etnische ‘privileges’. Althans, zo zagen de mensen dat in die tijd. Hij had het aardig gemaakt in de geestelijke en culturele wereld. Hij had etnische en geestelijke ‘winst’. Maar (!) eigenlijk viel alles in het niet bij het volgende:  

Maar al die dingen waar ik zo trots op was, vind ik nu waardeloos. Want ze stonden mij in de weg om bij Christus te komen. Ja, ik vind het nu allemaal waardeloos, omdat niets zo kostbaar is als het kennen van mijn Heer Jezus Christus. Voor Hem heb ik het allemaal als troep weggegooid, om Christus te kunnen ontvangen. Want dan zou ik vrijgesproken worden van schuld. Niet doordat ik mij zo goed aan de Joodse wet gehouden had. Maar door mijn geloof in Christus. Want alleen dáárdoor heeft God mij vrijgesproken van schuld. Nu kan ik Hem werkelijk leren kennen. Nu ken ik ook de kracht waardoor Hij uit de dood opstond. En ik kan samen met Hem lijden.  Want door één te worden met zijn dood, kan ook ik uit de dood opstaan en leven.
– Filippenzen 3: 7-11 (BasisBijbel) 

Hier zien we dat alles in het niet valt bij het kennen van Jezus. De focus is niet de juiste geestelijke dingen aanhangen, maar Jezus kennen waarvan we mogen leren wat juist is. Het is niet horen bij het juiste clubje mensen, maar horen bij de Persoon Jezus Christus. Niet door goede theologische visies word je werkelijk vrij, maar door God word je vrijgesproken. Niet op basis van je in je eigen ogen ‘winst’, maar op basis van het geloof in Jezus Christus. Het is Paulus diepe verlangen deze Jezus te kennen. Het gaat om een persoon, Jezus Christus. 

Het verlangen voor alle gelovigen 

Paulus houdt dat verlangen niet alleen voor zichzelf, maar heeft dat verlangen ook voor zijn medegelovigen. Zo schrijft hij in Efeze:  

Daarom kniel ik neer voor de Vader van Jezus Christus. Hij is als Vader het voorbeeld voor iedereen in de hemel en op de aarde. Dan bid ik dat Hij vanuit de rijkdom van zijn hemelse macht en majesteit jullie geest met zijn kracht zal vullen, door de Heilige Geest. Want dan zal Christus in jullie hart wonen door jullie geloof. Dan zullen jullie stevig geworteld zijn in zijn liefde, net zoals een boom met zijn wortels stevig in de grond staat. En dan zullen jullie samen met alle andere gelovigen gaan zien hoe breed en hoe lang, hoe hoog en hoe diep de liefde van Christus is. Dan zullen jullie gaan zien dat die liefde te groot is om te begrijpen. En dan zullen jullie vol worden van God Zelf.
– Efeze 3: 14-19 (Basisbijbel) 

Dit laat de grootsheid zien van het kennen van Christus. Paulus laat zien dat er altijd nog veel meer te kennen is van Jezus dan dat we al doen. Hij smeekt het God op zijn blote knieën om die kennis van Jezus in de harten van de Efeziers te laten neerdalen. Herken jij je in zijn gebed? Of neem je genoegen met hoe je Christus nu kent? Is het wel goed zo? Paulus neemt er geen genoegen mee voor zijn medegelovigen. Ze moeten Christus beter en dieper leren kennen. En als Paulus het al verlangt, hoeveel te meer verlangt Jezus zélf dan niet dat we Hem beter leren kennen. Jezus die ons kent wil dat we Hem leren kennen.  

Zo schrijft Alister McGrath in zijn boek ‘Christus kennen’, het volgende: 

‘Christus verlangt ernaar ons verstand met Zijn waarheid te voeden; onze verbeelding door Zijn schoonheid tot nieuwe hoogten te brengen en onze harten te openen voor Zijn liefde; onze wil over te leveren aan Zijn wil; en Hij verlangt ernaar dat wij Zijn heiligheid toelaten om na te denken over onze manier van leven.’

Houd de juiste focus 

Het is een oproep vanuit de brieven om de focus scherp te houden. Theologie en het nadenken over God is van belang, maar kan nooit buiten Jezus om. Het gaat in eerste instantie om het kennen en steeds meer liefhebben van Jezus Christus zélf. Ik hoor wel eens mensen die helemaal in de war raken van alle kerken en keuzes die er zijn in het christelijk geloof. Als jij je daarin herkent wil ik maar een ding tegen je zeggen: ho, stop. Het gaat om Jezus, heb je al naar Hem gekeken?

Is het kennen van Hem nog je hoofdverlangen?

Of is je verlangen geworden om de juiste christelijke keuze te maken? Of heb je je laten meeslepen door allerlei christelijke discussies die misschien niet per se verkeerd lijken, maar jou wel afleiden van om Wie het werkelijk gaat?
In de volgende overdenking ga ik aan de hand van het eerder genoemde boekje van McGrath in op het leren kennen van Christus. Ik hoop dat je in die tussentijd Jezus al weer iets beter hebt leren kennen. Want: Hem kennen is Hem meer gaan liefhebben… en zijn we daar niet voor gemaakt? 

Aan de slag!

Schrijf eens voor jezelf op wat jou kan afhouden van het kennen van Christus? Belijd het en lees de genoemde teksten van Paulus eens hardop. Wat herken je in zijn woorden, wat verlang je?

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Ik wil U kennen, Jezus, dat is mijn grootste schat, U verlost, U bevrijdt , U bent mijn gerechtigheid; O ik hou van U …( opwekking 460)

    Ik moest aan dit lied denken bij het lezen van deze mooie blog.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap