Als boos weglopen van God niet werkt

30

mei

Tirza Rots

Vandaag staan we stil bij het verhaal van Jona. Vermoedelijk krijg je nu een plaatje uit de kinderbijbel op je netvlies, van Jona die uitgespuugd wordt door een grote vis. Als kind vond ik Jona best eigenwijs. Nu ik al jaren in de “grote mensen wereld” vertoef weet ik dat Jona niet de enige eigenwijze volwassene is. Veel méér mensen zijn voor God op de vlucht. Niet alleen uit angst, maar juist ook uit woede! Als je boos afkeren van God niet de oplossing is, wat dan?

Jona behoeft slechts een korte introductie. God roept hem om naar de stad Ninevé te gaan en daar die woorden te prediken die God hem in zal geven (Jona 3:2). Jona heeft hier echter geen zin in en besluit de benen te nemen.

Maar Jona stond op om naar Tarsis te vluchten, weg van het aangezicht van de HEERE.
– Jona 1:3 (HSV)

De boot komt in zwaar weer terecht. De storm is zo hevig dat eerst de lading over boord wordt gegooid en daarna ook Jona over boord gaat. Dit gebeurt nadat het lot is geworpen en Jona de bemanningsleden heeft verteld dat Hij is gevlucht voor de levende God. Uiteraard is dit beangstigend voor Jona. Nog beangstigender is het vermoedelijk om in het binnenste van een vis te zitten. Drie dagen en drie nachten lang. Vanuit de diepte en de donkerte richt Jona zich weer tot God. Daar waar hij eerst aan de aandacht van God probeerde te ontsnappen brengt hij zichzelf en zijn hachelijke situatie nu bij God onder de aandacht. Jona belijdt opnieuw dat de HEERE zijn God is (Jona 2:6).

De vis spuwt Jona aan land. Vervolgens spreekt God Jona opnieuw toe. Jona gaat dit keer wel naar Ninevé. De inwoners van die stad reageren op de boodschap die Jona brengt. Ze roepen massaal tot God. Ze trekken rouwgewaden aan en er volgt een vasten waar de hele stad, van jong tot oud, aan mee doet. De oproep tot bekering is gehoord en ter harte genomen. God krijgt berouw over het kwaad dat Hij Ninevé aan wilde doen en Hij ziet er vanaf. En dan gebeurt er iets opmerkelijks. Jona wordt Jona boos, woedend zelfs.

Daarom ben ik het voor geweest door naar Tarsis te vluchten! Want ik wist dat U een genadig en barmhartig God bent, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad. Nu dan, HEERE, neem toch mijn leven van mij weg; het is immers voor mij beter te sterven dan te leven.
– Jona 4:2-3 (HSV)

God komt niet met verwijten aan het adres van Jona, maar stelt hem een vraag:

Maar de HEERE zei: “Bent u terecht in woede ontstoken?”
– Jona 4:4 (HSV)

Jona verlaat de stad en kiest ervoor om op een afstand toe te gaan zitten kijken wat er met de stad gaat gebeuren. Dan zorgt God voor een wonderboom. Jona geniet van de schaduw ervan. Maar een dag later besluit God de boom te laten verdorren. God zorgt voor een verzengend oostenwind en een stekende zon. Jona voelt zich diep ellendig.

“Hij verlangde ernaar te sterven en zei toen: Het is voor mij beter te sterven dan te leven. Maar toen zij God tegen Jona: Bent u terecht in woede ontstoken over die wonderboom? Hij zei: Terecht ben ik in woede ontstoken, tot de dood toe.”

God maakt Jona duidelijk dat Jona geeft om een wonderboom waar hij niets voor heeft hoeven doen. Maar dat God des te meer geeft om die 120.000 inwoners van Ninevé en hun vee.

Toepassing

Als we kijken waar de boosheid van Jona zien we dat hij in eerste instantie boos is omdat God niet zo handelde zoals hij gehoopt had. Herkenbaar hè! Wat is het moeilijk als het leven je niet brengt wat je zou willen of juist wel brengt wat je liever niet had gehad. Wat kunnen we toch met onszelf en met hoop overhoop liggen vanwege onze boosheid. We mogen leren van Jona dat vluchten voor God niet werkt. Een eerlijk gesprek met God over dat wat in je hart is een goed alternatief! God wijst Jona niet af maar nodigt Jona wel uit zijn eigen hart te onderzoeken. Ben je terecht boos, vraagt God?

In tweede instantie is Jona boos omdat God iets van hem afnam wat eigenlijk nooit van hem is geweest. God is degene die de zegening van de wonderboom heeft geschonken en God kiest ervoor om de zegening weer weg te nemen. Dit is een confronterende les, ook voor jou en mij. We zijn vaak geneigd te denken dat we recht hebben op Gods zegeningen. Maar het zijn en blijven zegeningen. God schenkt ons veel, heel veel. Maar het is niet van ons, het is niet aan ons te danken en we hebben het niet in hand. Hoe reageer jij als God een zegening van je afneemt? Blijf belijden dat God jouw HEERE is. Keer je niet van God af. Maar keer je, mét je boosheid, juist naar Hem tóe!

Aan de slag!

Lieve vrouw, vouw vandaag nog je gebalde vuisten en breng je woede, je pijn, je teleurstelling, de verwachtingen die niet uitkomen bij God. Keer je naar Hem toe. Hij ziet je. Hij hoort je. Deel je hart met Hem. Is het moeilijk om er zelf woorden aan te geven? Onderstaand gebed bidden kan ook.

God,

Hier ben ik. Ik kies ervoor mij tot U te keren. En ik belijd dat U mijn Heere ben. Ik wil mijn boosheid met U delen. Ik ben boos vanwege [vul je eigen situatie in].

Help mij God. In Jezus’ naam. 

Deel deze overdenking

  1. Susan schreef:

    Dit gevoel ken ik. Bedankt voor deze overdenking, En het is ook gelijk een bemoediging om het niet op te geven.

  2. Gea schreef:

    Net wat ik nodig heb
    Dankjewel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2024 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap