5 opdrachten voor leiders van Gods kudde

21

mei

Irene Poot

God vraagt ons om als christenen een gemeenschap en eenheid te vormen. Hierin heb je natuurlijk ook oudsten en leiders nodig die de andere gelovigen helpen en leiden. Maar wat vraagt God van jou als leider van Zijn kudde? Vandaag neem ik je mee in de vijf opdrachten voor leiders om Gods kinderen te leiden.

Wat zijn oudsten?

Al heel vroeg in de Bijbel komen oudsten voor. Als Mozes met het volk van Israël door de woestijn reist, worden op gegeven moment zeventig oudsten uitgekozen. Deze, oudere, wijze mannen moesten Mozes helpen om het volk te leiden als bijvoorbeeld rechter in ruzies.

Ook in het Nieuwe Testament komen oudsten voor. In de eerste gemeenten worden ook oudsten aangesteld die de rest van de gelovigen moeten leiden en helpen. Nu zie je dat natuurlijk nog steeds in kerken. Er zijn dominees, ouderlingen, diakenen, clubleiders en noem maar op. Allemaal ‘oudsten’ die de taak hebben om andere christenen te leiden, helpen en onderwijzen.

Dit hoeft natuurlijk niet alleen in een kerk. Als moeder heb je bijvoorbeeld ook Gods kinderen, Zijn kudde, onder jouw verantwoordelijkheid. Als moeder leid en onderwijs je jouw kinderen natuurlijk ook. Of als je bij een Bijbelkring of vereniging zit. Misschien help je daar anderen of nieuwe christenen te groeien in hun geloof.

Allemaal mogelijke manieren waarop jij een oudste bent voor Gods kudde.

Hoe ben je een goede leider?

Maar wat doet een goede oudste of leider dan? Welke opdracht geeft God aan ons? Petrus schrijft:

Ik doe een beroep op de oudsten onder u. Als uw mede-oudste en als ooggetuige van Christus’ lijden, en omdat ik evenals u zal delen in de luister die binnenkort zal worden geopenbaard, vraag ik u: Hoed Gods kudde waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt, houd goed toezicht – niet gedwongen maar vrijwillig, zoals God dat wil, en niet om er zelf beter van te worden, maar met belangeloze toewijding. Stel u niet heerszuchtig op tegenover de kudde die aan u is toevertrouwd, maar geef het goede voorbeeld. Dan zult u wanneer de hoogste herder verschijnt de krans van de luister ontvangen, die nooit verwelkt.
– 1 Petrus 5:1-4 (NBV)

Petrus geeft de leiders vijf opdrachten mee: (1) Hoed Gods kudde, (2) houd goed toezicht, (3) heb belangeloze toewijding, (4) wees niet heerszuchtig en (5) geef het goede voorbeeld.

1. Hoed Gods kudde

Gods kudde hoeden betekent dat je hen de juiste kant op wijst. Je leidt anderen om de juiste dingen te leren en te doen. Je helpt bijvoorbeeld iemand om de Bijbel te begrijpen. Of je deelt wijsheid met iemand zodat hij of zij ontdekt wat God van hen vraagt.

2. Houd goed toezicht

Toezicht houden is in feite anderen beschermen. Allereerst bescherm je hen tegen bijvoorbeeld leugens of zonden. Als iemand van je tienerclub bijvoorbeeld vaak veel negatieve gedachten over zichzelf heeft, help jij hen Gods waarheid over henzelf te zien. Ook houd je toezicht of anderen bijvoorbeeld vastzitten in zonden of verslavingen. Je spreekt hen hier op aan en helpt hen om hier van af te komen.

3. Heb belangeloze toewijding 

Een leider van Gods kinderen doet dit werk niet om er zelf beter van te worden. Als je alleen maar ouderling bent, zodat je status hebt in de kerk, of zodat je vooraan mag zitten, kan je beter stoppen. Leiders zijn juist nederig en doen dit werk vanuit nederigheid en liefde voor God en anderen.

4. Wees niet heerszuchtig

Deze nederigheid betekent ook dat je er niet op uit bent om macht te krijgen. Het is niet de bedoeling dat je probeert dat anderen alles maar doen wat jij zegt. Als een dominee altijd maar zijn zin doordrijft, dan is de gemeente er waarschijnlijk snel klaar mee. Macht moet niet de reden zijn dat je leiding geeft.

5. Geef het goede voorbeeld

Als laatste zegt Petrus dat je als leider van Gods kudde het goede voorbeeld moet geven aan de rest. Zorg er voor dat jij zelf laat zien hoe leven met God er uit ziet. Practice what you preach! Op deze manier kan jij een inspiratie zijn voor de rest en kan je zo hen leiden naar God.

Dan zult u wanneer de hoogste herder verschijnt de krans van de luister ontvangen, die nooit verwelkt.
– 1 Petrus 5:4 (NBV)

Aan de slag!

  • Waar ben jij een oudste of leider voor Gods kudde?
  • In welke opdracht kan jij nog groeien? Ga daar deze week mee aan de slag.

Deel deze overdenking

  1. Els schreef:

    Vrouwen mogen volgens God’s Woord, geen oudsten, diaken, predikanten zijn. Laten wij als vrouwen onze kinderen onderwijzen en achter onze mannen staan. Mannen die leiders zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap