Wat te doen als je een Mara bent geworden: verbitterd door het leven

07

mrt

Corline Hoefnagel

Ze huilde, de oude vrouw met de vele rimpels in haar huid. Een geluidloos huilen was het. Haar lijf schokte heen en weer en ze klemde haar hand trillend om haar mond. Ik zat naast haar, stil, niet in staat om een zinnig woord uit te kramen. Op het kleine tafeltje in de woonkamer stond een Oosterse theepot – het enige wat ze nog vast kon houden uit het gebied wat ze zo koesterde.

Haar verhaal had ze zojuist met me gedeeld. Over de moedige strijd die haar zonen gestreden hadden. Dat ze trouw waren gebleven tot in de dood. Ook over de reis die ze af moest leggen over zee. Dat haar enige dochter overboord gevallen was en hoe de golven haar hadden opgegeten. Ze vertelde me van het vluchtelingenkamp en vooral van de mensen die buiten het kamp doolden, compleet de kluts kwijt. Hoe bang ze was dat ook zij haar verstand verliezen zou. Toen ze eindelijk was uitverteld, kon ik niets zeggen. Ik kon niets verzinnen om haar pijn te verzachten. Geen woord.

Zwijgen tegen Naomi

Misschien zouden de inwoners van Bethlehem mij begrijpen. Het lijkt alsof ook zij stom geslagen zijn als ze Naomi terugzien, na zoveel jaren van afwezigheid. De hele stad raakt in rep en roer als ze de oude vrouw zien. “Is dit Naomi?” fluisteren ze tegen elkaar. Dan zegt Naomi tegen hen:

‘Noem mij niet Naomi, noem mij Mara, want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. Ik ging vol weg, maar de HEERE heeft mij leeg laten terugkeren. Waarom zou u mij Naomi noemen, nu de HEERE tegen mij getuigd heeft en de Almachtige mij kwaad gedaan heeft?’
– Ruth 1:20-21, HSV

Mara, dat betekent ‘bitter’. Zo wil Naomi voortaan genoemd worden. Vol ging ze weg, samen met haar man en zonen. Maar nu heeft ze niets meer. Bitter is ze geworden. De inwoners van Bethlehem zwijgen als ze dit horen.

Ben jij een Mara?

Misschien ben jij wel een Mara. Misschien ben ook jij bitter geworden door het leven. Je schreeuwt naar de hemel, maar de lucht blijft gesloten. Je probéért te geloven dat het goed komt, echt waar, maar het lukt je simpelweg niet meer. Want je verliest steeds het gevecht dat je vecht. En je deelt wel je verhaal met anderen, maar wat begrijpen zij eigenlijk van je pijn? Hoe kunnen ze ooit begrijpen dat de zon niet meer voor jou lijkt te schijnen, dat je een muur om je hart gebouwd hebt – niet om anderen af te stoten, maar uit zelfbescherming.

Als dat zo is, dan spijt het me. Ik zou graag de pijn van je overnemen. Als ik het kon zou ik de wolken voor je wegduwen, zou ik je zorgen voorgoed verbranden. Maar ik ben net als die inwoners van Bethlehem, die met hun mond vol tanden staan. Het enige wat ik kan doen is zwijgen.

Neem tijd om te huilen

Misschien hóeven wij ook niet altijd een troostend woord paraat te hebben. Misschien is zwijgend meetreuren of alleen een arm om iemand heen slaan, alles wat we soms kunnen doen. Als ik in de Bijbel lees, besef ik dat verdriet er mag zijn. Je mag de tijd nemen om verdrietig te zijn.

‘Er is een tijd om te huilen
En een tijd om te lachen
Een tijd om te rouwen
En een tijd om te dansen.’
– Prediker 3:4, NBV

In sommige Psalmen wordt vooral of zelfs alleen maar geweeklaagd. Neem nou bijvoorbeeld Psalm 13.

Hoelang nog HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten?
Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen?
Hoelang zal ik nog plannen maken in mijn ziel,
verdriet hebben in mijn hart, dag na dag?
Hoelang zal mijn vijand zich nog boven mij verheffen?
Zie mij aan, verhoor mij, HEERE, mijn God!
Verlicht mijn ogen, anders ontslaap ik in de dood,
anders zegt mijn vijand: Ik heb hem overwonnen
en verheugen mijn tegenstanders zich, wanneer ik wankel.
Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid,
mijn hart zal zich verheugen in Uw heil,
ik zal voor de HEERE zingen,
omdat Hij goed voor mij geweest is.’
– Psalm 13, HSV

Wat te doen als je een Mara bent geworden?

Wist je dat psalm 13 eigenlijk bestaat uit drie delen?

  1. Klagen
  2. Vragen
  3. Vertrouwen

Dat is de beweging die Mara’s mogen maken: van klagen naar vragen naar je laten dragen. Klaag je weleens naar God toe? Nee, ik bedoel niet over God klagen. Maar tegen Hem klagen. Misschien deel je je verdriet en pijn met anderen, maar neem ook tijd en ruimte om te klagen tegen God. Van Hem krijg je nooit een oordeel over je gevoelens – alleen maar erkenning. En hoe helend kan dat al zijn!

Vanuit je klacht mag je God vragen stellen. Alle vragen die er in je leven. Maar ook je verlangens om verandering, om verlossing. En dan komt misschien wel het moeilijkste… jezelf overgeven. Vertrouwend je laten dragen in Zijn handen.

Je laten dragen

Misschien denk je dat je nooit meer zal kunnen dansen. Dat dacht Naomi destijds wel. Maar… was dat zo? Had ze gelijk? Zou ze nooit meer kunnen lachen? Jazeker wel. Ooit zou ze weer stralen. Ooit zou de zon weer helder schijnen en de lucht zou worden opgeklaard. Maar op het moment dat Naomi in Bethlehem aankomt, had ze nog geen idee hoe het met haar af zou lopen.

Jij kan ook niet in de toekomst kijken. En misschien zie jij alleen een berg voor je. Misschien voel je alleen maar de tranen op je wangen, maar besef dat God een flesje heeft met jouw naam erop en dat Hij al jouw tranen opvangt en in die fles bewaart- en Hij maakt van al die tranen ooit de allermooiste kunstwerken.

Kan je het niet geloven? Denk dan maar aan Naomi. Die een Mara werd. Ooit lachte Mara weer. Ooit werd ze weer gelukkig.

Aan de slag!

Ben je een Mara geworden? Volg dan de schrijver van Psalm 13. Begin met klagen. Schrijf je klacht op. Ga daarna vragen. Schrijf al je vragen op, maar vraag ook vrijmoedig om verandering. En daarna misschien het moeilijkste… laat je dragen.

En als je een omstander bent, een inwoner van Bethlehem, en je staat machteloos tegenover het lijden wat een geliefde meemaakt – Bid! Bid! Bid! Want het gebed van een rechtvaardige vermag veel… (Jakobus 5). En: deel deze overdenking als je tijdens het lezen vandaag constant aan een specifiek iemand moest denken.

Deel deze overdenking

  1. Esther schreef:

    Prachtige overdenking, dankjewel hiervoor!

  2. Gera schreef:

    Wat een prachtige overdenking! Het is niet persé op mij van toepassing , maar voel me als inwoner van Bethlehem , meebieden, meehuilen met die ander

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap