Trots zijn op je God

Inmiddels zo’n 5 jaar geleden liep ik mijn allereerste stage ooit, in groep 3. Het was best wel even wennen, maar wat me gelijk aansprak waren de kleine – maar ontzettend waardevolle – gesprekjes met de kinderen in de klas. Zo zat ik op gegeven moment even bij een jongetje aan zijn tafeltje, terwijl hij aan het kleien was. Kinderen kunnen zo trots vertellen, trots op wat ze meemaken, trots op de mensen om hen heen. Hij vertelde over zijn familie en over het logeren bij opa en oma. Midden in zijn verhaal haalde hij even diep adem en zei opeens: “En weet je juf? Mijn hele gezinnetje is chrrrristelijk!” De rollende r waarmee hij het woord ‘christelijk’ uitsprak maakte het nog iets aandoenlijker, maar er was nog één ding mooier dan dat: hij straalde van oor tot oor.

Het was een kippenvel-momentje. Enerzijds omdat ik het zó leuk vond dat dit jochie zo blij was dat zijn familieleden in God geloven. Aan de andere kant omdat ik me besefte dat ik helemaal niet zo trots was op mijn geloof. Paulus schrijft hierover in Romeinen 1.

Want ik schaam mij niet voor het goede nieuws van Christus. Want het goede nieuws is de kracht van God: iedereen die het gelooft, wordt erdoor gered. Het goede nieuws is op de eerste plaats voor de Joden, maar ook voor de andere volken.
(Romeinen 1:16, BasisBijbel)

We bekijken deze bijbeltekst eens beter. Paulus reisde naar andere landen om hier mensen over God te vertellen. Op het moment dat hij deze brief schreef, was hij waarschijnlijk in Korinte. Hij wilde echter graag naar Rome, hier was hij nog nooit geweest.

“In de eerste plaats dank ik mijn God door Jezus Christus voor jullie allemaal. Want overal wordt over jullie geloof gesproken. God weet dat ik altijd voor jullie bid. En ik dien Hem met hart en ziel, door de mensen het goede nieuws van zijn Zoon te vertellen. Dan bid ik ook dat God ervoor zal zorgen dat ik eindelijk naar jullie toe kan komen. Want ik wil jullie erg graag zien en jullie geloof verder opbouwen. Dan kunnen we elkaar bemoedigen door ons geloof: ik zal bemoedigd worden door jullie geloof, en jullie zullen bemoedigd worden door mijn geloof.

Jullie mogen best weten, broeders en zusters, dat ik al vaak van plan ben geweest om naar jullie toe te komen. Want ik wil ook bij jullie een goed resultaat hebben van mijn werk, net als bij de andere niet-Joodse gelovigen. Maar tot nu toe is het niet gelukt om te komen. Ik moet niet alleen aan de Grieken het goede nieuws vertellen, maar ook aan mensen van andere volken en culturen. En niet alleen aan heel wijze mensen, maar gewoon aan iedereen. Daarom wil ik ook graag aan jullie in Rome het goede nieuws vertellen.”
(Romeinen 1:8-15, BasisBijbel)

Paulus wil graag, maar vindt het ergens ook ontzettend eng om naar Rome te gaan. De mensen daar waren ontwikkeld, geleerd. Ik kan me maar al te goed voorstellen dat het eng is om onder deze mensen te evangeliseren! En tóch zegt Paulus: “Ik schaam mij niet voor het goede nieuws van Christus!” Je niet schamen staat hier eigenlijk voor belijden. Ook al vindt Paulus het eng, hij belijdt tóch zijn geloof. Hij is trots op zijn God!

Pas op, u betreedt nu zendingsgebied!

Ik las eens over een kerk waar binnen in het gebouw boven de deur stond: “Pas op, u betreedt nu zendingsgebied!” Met andere woorden: wanneer je de kerk uitstapt, treed de wijde wereld in. Je komt in een gebied waar je kunt laten zien en kunt vertellen over wat je zojuist hebt gehoord. Wauw! Het is juist ook belangrijk om in je eigen omgeving over God te vertellen. Net zoals de discipelen het zout en het licht voor de wereld waren, mogen wij dat ook zijn. Jezus zei hierover tegen zijn discipelen het volgende.

“Jezus zei tegen zijn leerlingen: “Jullie zijn het zout voor de wereld. Maar als het zout niet meer zout is, waarmee kun je het dan nog zout maken? Het is nergens meer voor te gebruiken. Je kan het alleen nog maar weggooien. Het wordt vertrapt door de mensen. Jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. En als je een olielamp aansteekt, zet je er daarna geen emmer overheen. Nee, je zet hem hoog neer, zodat iedereen in huis licht heeft. Laat op dezelfde manier jullie licht schijnen voor de mensen. Laat hun de goede dingen zien die jullie doen. Dan zullen ze jullie hemelse Vader ervoor prijzen.”
(Matteüs 5:14-16, BasisBijbel)

Ik vergeet het soms, maar het is zo belangrijk om over God te vertellen of Hem te laten zien aan de mensen om je heen. Aan mensen ver weg, maar ook juist aan de mensen dichtbij. Trots is niet altijd gepast, maar trots zijn op God kan nooit kwaad. Sterker nog, trots zijn op je God kan anderen bij Hem brengen.

Aan de slag!

Welk zendingsgebied betreed jij vandaag? Is er een plek waar jij kunt laten zien hoe trots je bent op jouw God? Een plek waar je kunt laten zien hoe goed God is? Probeer vandaag in woorden of daden te laten zien wie God voor jou is.