Stof aan onze voeten: een ooggetuigenverslag

24

dec

Renske Hoste

‘Wat waren we nog dom en naïef, toen. Meegesleurd in drie jaar van Jezus’ lessen en wonderen, maar niet luisterend naar zijn uitspraken over het naderende einde. Ik kon me niet voorstellen dat er ooit iets met ónze meester zou gebeuren na alles wat we hem hadden zien doen, maar hijzelf leek daar anders over te denken. Voor hem leek alles wat we deden in Jeruzalem een afscheid te zijn. Een laatste les, laatste woorden, een laatste gebed, een laatste avondmaal. Hij kreeg gelijk natuurlijk, maar wij zagen dat niet. Wij zagen de droom van Jezus’ koningschap, de ezel, de palmtakken en de juichende mensen, maar we vergaten zijn tranen. Trots waren we. Dom, naïef en trots. We hadden de les van die dag hard nodig…’

‘Er hing al dagen een gekke, geladen sfeer. De gemoedstoestand van de meester leek niet te passen bij het uitgelaten gevoel van zijn binnenkomst in Jeruzalem. Het herinnerde me aan zijn uitspraken over zijn naderende einde, ook al dacht ik daar liever niet over na. Ik denk dat wel meer van onze groep dat dubbele gevoel hadden, alsof we een droom in stand wilden houden die er niet meer was…

Zonder na te denken was ik de ruimte binnengelopen waar we het Pesachmaal zouden eten. We gingen allemaal liggen, pratend over het naderende feest en de wonderlijke manier waarop we hier terecht waren gekomen. De meester stond op en het gesprek viel langzaam stil, onze blikken op hem gericht. Wat zou hij gaan zeggen? Maar Jezus zei niks. Hij begon zijn gordel los te maken. We keken elkaar aan, verward. De gordel viel op de grond en Jezus greep de nek van zijn bovenkleed en trok het over zijn hoofd. We volgden elke beweging toen hij naar de hoek van de kamer liep en zagen collectief daar de linnen doek en waskom liggen die wij allemaal straal voorbij waren gelopen. Onbegrip sloeg over in een dreunend besef, alsof er een akkoord werd aangeslagen in mijn brein. Schaamte kroop onmiddellijk omhoog. Het geklater van water in de waskom was het enige wat de stilte doorbrak. Iedereen was sprakeloos, maar de schok en schaamte waren voelbaar in de kamer.

Hij begon bij Andreas aan de ene kant. Die wist niet waar hij moest kijken of wat hij moest doen. Markus leek elk moment in huilen te kunnen uitbarsten, Jakobus keek naar het gezicht van de meester. Bij elk van ons was het besef geland wat Jezus hier aan het doen was. Het was dood- en doodstil toen de meester de houding van de laagste slaaf innam en met het water ieders voeten schoonspoelde en afdroogde.

Petrus leek haast te exploderen, emoties oorlogvoerend op zijn gezicht. Pas toen Jezus bij hem op zijn knieën ging, barstte hij uit. “Heer, wilt Ú mijn voeten wassen?” Ontsteltenis sprak uit elk woord, het besef van de plaats die hij -elk van ons- had moeten innemen. Hád. “Nu begrijp je het nog niet, maar later zal je het begrijpen.” antwoordde Jezus. “Geen sprake van! Ik wil niet dat U mijn voeten wast!” Petrus barstte haast uit zijn voegen, trok zijn voeten naar zich toe. “Als Ik je voeten niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,” zei Jezus. Met een ruk ging Petrus toen rechtop zitten, stak zijn handen ook uit. “Was dan ook mijn handen en mijn hoofd, heer!” Oh Petrus… Jezus antwoordde geduldig: “Als je je gewassen hebt, hoef je alleen je voeten te wassen, want je bent al helemaal schoon. Jullie zijn schoon en zuiver, maar niet allemaal.” Hè, wat? Verwarde stilte volgde, terwijl iedereen die woorden probeerde uit te puzzelen. Niet allemaal? Zou ík dat zijn?

De meester kwam uiteindelijk ook bij mij. Ik wilde net als Petrus mijn voeten terugtrekken, uitroepen dat ik dit niet verdien, maar zijn eerdere woorden hielden me tegen. Ik keek naar zijn handen, naar mijn stoffige, smerige voeten, naar alles, behalve zijn gezicht. De meester, de meester! Vanaf het moment dat hij ons bij zich riep was hij ons alles geworden. We hadden met hem gelachen en gehuild in de vele uren on the road. De meester die, met één enkele handeling, dagen van trots de kop in weet te slaan. Die ondanks mijn trots en viezigheid van mij hield.

Jezus maakte zijn karwei af en ging weer aanliggen. Zijn voeten waren nog vies.

We begonnen allemaal tegelijk te praten. Ik herinner me nog dat ik een ‘sorry’ probeerde te stamelen en woorden probeerde te geven aan mijn spijt. De meester overstemde ons echter: “Begrijpen jullie wat ik heb gedaan?” We keken naar elkaar, naar hem. Hij ging verder met zijn uitleg: “Jullie noemen Mij ‘Meester’ en ‘Heer.’ Dat is goed, want dat BEN IK ook. Ik, jullie Heer en Meester, heb dus jullie voeten gewassen. Daarom moeten jullie ook elkaars voeten wassen. Want Ik heb jullie een voorbeeld gegeven. Jullie moeten hetzelfde doen als Ik. Luister goed! Ik zeg jullie dat een dienaar niet belangrijker is dan zijn heer. En een boodschapper is niet belangrijker dan de man die hem heeft gestuurd. Het is heerlijk voor jullie als jullie dat begrijpen en je ook zo gedragen.”

Zijn uitleg ging verder, met cryptische uitspraken over de toekomst, over dat iemand hem zou gaan verraden. We begrepen dat toen nog niet, maar zijn boodschap over nederigheid was luid en duidelijk aangekomen. Nog nooit heb ik me zo geschaamd voor iets wat ik had nagelaten. Ik weet nog dat ik me voornam om later persoonlijk ‘sorry’ te zeggen tegen de meester, niet wetend dat dat later nooit zou komen… In de gebeurtenissen die volgden, heb ik dat moment altijd met mee meegedragen. De meester kon het, dus dan kan ik het ook. Ik vertel zijn woorden nu aan jou om opgeschreven te worden, zodat iedereen weet hoeveel Jezus van ons hield: van het stof aan onze voeten tot in het stof van de dood.’

Aan de slag!                                                                                            

Hoe kan jij een dienaar zijn?

  • Sla een handdoek om!
  • Laat je niet tegenhouden door anderen.
  • Dienen is ook deel van jouw roeping.

Sla een handdoek om!

Het gaat hier om een dienende houding, om klaarstaan en om het aan de kant zetten van je trots. Wees alert op momenten waarin je je te goed voelt om iets te doen, om iemand te dienen. Vraag de Heilige Geest om alertheid, dat je deze momenten mag onderscheiden en aanpakken.

Laat je niet tegenhouden door anderen

Een heel ander verhaal speelt op de achtergrond: Judas heeft allerlei plannen, maar Jezus laat zich hier niet door tegenhouden. Blijf dus gefocust! Laat je niet tegenhouden, noch door anderen, noch door jezelf.

Wie of wat houdt jou tegen om te dienen?

Dienen is ook deel van jouw roeping

Jezus was heer en meester, maar ook dienaar. Welke taak je ook hebt in Gods koninkrijk, dienen is daar deel van. Je mag ervan uitgaan dat dienen je roeping is, je hoeft daarvoor niet te wachten op een seintje om in actie te komen!

Wat is het eerstvolgende moment waarop jij in actie zou kunnen komen om te dienen?

Deel deze overdenking

  1. Christa schreef:

    Op het moment is mij aktie
    Bidden
    God in mijn Leven laten Luisteren naar hem Zijn Pad volgen Vertrouwen op hem

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap