Gebruik jij de adventskalender die we voor deze maand hebben gemaakt? Wat dacht je toen je vandaag het kaartje omdraaide? Wat een tegenstelling met gisteren, hè? Toen lazen we nog dat Jezus een stap verder ging dan de Joodse wet: “Kijk niet eens naar een andere vrouw, want dan heb je in je hart al overspel gepleegd.” Vandaag lijkt Jezus het helemaal niet zo nauw te nemen met de regeltjes…
// Leestip: Mattheüs 12:1-8, Psalm 50 //
Vandaag lezen we het gedeelte uit Matteüs 12:1-8, waar Jezus tijdens de Sabbat met zijn discipelen door een graanveld loopt. Zijn discipelen hebben honger en beginnen wat aren van het veld te plukken en van het graan te eten. En direct komen daar de Farizeeën om de hoek kijken: “Kijk, uw leerlingen doen iets wat niet mag op de sabbat.”
Volgens de Farizeeën viel het plukken van aren namelijk al onder het sabbatsgebod. God had namelijk in Exocus 2:8 tegen het volk gezegd dat zij niet mochten werken.
En dan lijkt het wel alsof Jezus zich er helemaal niets van aantrekt, alsof de sabbatsgeboden Hem echt niet boeien. Gek toch, na gisteren? Toen sprak Hij juist heel radicale woorden:
“Iedereen die naar een vrouw kijkt en haar ook maar begeert, heeft al overspel gepleegd” (Matteüs 5:28)
Hebben jullie niet gelezen dat…?
Wat ik altijd leuk vind aan de reactie van Jezus, is zijn sarcasme naar de Farizeeën:
“Hebben jullie dan niet gelezen wat David heeft gedaan toen hij en zijn mannen honger hadden…?”
Ha, natuurlijk hebben ze dat wel gelezen! De kracht van deze farizeeën is toch juist hun uitgebreide kennis van de schrift? Daar beroemen ze zichzelf op! Als je het Matteüs-evangelie goed leest, zie je dat Jezus vaker op deze manier antwoordt. Dit was in die tijd een normale manier om vragen te beantwoorden. Wanneer Jezus de farizeeën dan vraagt of ze een schriftgedeelte hebben gelezen, steekt Hij eigenlijk de draak met hen. Natuurlijk hebben ze het gelezen, ze hebben het alleen nog niet begrepen.
Natuurlijk is dit niet alleen spot, het is ook een strategie. Enkele farizeeën belagen Jezus publiekelijk, met als bedoeling om henzelf macht te geven. Door de spot met hen te drijven, verzekert Jezus alle omstanders dat Hij niet geïntimideerd is door hun aanwezigheid en vragen. Door met deze vraag te beginnen, kan Hij zonder onderbrekingen en vragen doorgaan met zijn uitleg, zonder dat het een welles-nietes-spelletje wordt.
Barmhartigheid wil ik, geen offers
Als Jezus daarna zijn verhaal vervolgt, refereert Hij aan Hosea 6:6 “Barmhartigheid wil ik, geen offers.” In de Basisbijbel staat het zo vertaald:
“Want Ik wil dat jullie goed zijn voor elkaar. Niet alleen maar dat jullie Mij offers brengen. Ik wil zo graag dat jullie Mij kennen. Niet alleen maar dat jullie dieren voor Mij slachten en verbranden.”
Zou Jezus ons hier leren dat het niet ging om het nauwgezet volgen van regels uit plicht, maar uit leven voor God en anderen? Is dat wat Jezus hier wil zeggen? Wat denk jij? Zijn er dingen in jouw leven die je doet, omdat je het nu eenmaal altijd zo doet? God zegt: “Ik wil zo graag dat je Mij kent.”
Tijdens het schrijven van deze blog werd ik geraakt door het lied Symfonie (Opwekking 753).
Als een liefdeslied is hier mijn leven
een melodie van vreugde en pijn.
En ik bid U Heer, dat heel mijn leven,
een symfonie voor U mag zijn;
Het raakte me, omdat je een liefdeslied niet zomaar zingt. Dat zing je voor je geliefde, voor iemand waar je zielsveel van houdt. Zou Jezus ons hier leren dat het gaat om de intentie waarmee je dingen doet? Dat het gaat om zijn liefde voor JOU, waardoor jij Hem kan liefhebben? Wat staat er in jouw liefdeslied aan Hem?
Aan de slag!
Luister het lied Symfonie (Opwekking 753), laat de woorden tot je doordringen en spreek ze uit als een gebed voor vandaag.
Als je deze blog thuis of op een rustige plek leest, wil ik je uitdagen om je knieën te buigen en neer te knielen. Misschien heb je dit nog nooit gedaan en vind je het een gek idee. Dat kan. 🙂 Toch wil ik je vragen om deze gêne of ongemakkelijkheid opzij te zetten en letterlijk te knielen voor onze Vader tijdens dit lied. Doe het maar, Hij wacht 🙂
Ik geef wat ik heb,
houd niets apart,
open voor U mijn hart.
Als een liefdeslied is hier mijn leven
een melodie van vreugde en pijn.
En ik bid U Heer, dat heel mijn leven,
een symfonie voor U mag zijn;