IJskoud – code geel, oranje en rood

11

mrt

Renske Hoste

Code geel – treinen rijden met een andere dienstregeling, de files lopen op en jij staat met je handschoenen aan bij de auto. Krabbend maak je de autoruit schoon. Het is koud! Je wist dat het zou komen. Want hé, ook jij wist dat code geel werd voorspeld. Maar goed, hoe vaak luisteren we nu echt naar deze adviezen? We weten het zelf toch zeker wel beter?

Een karaktereigenschap die ik bij mijzelf zeker herken – eigenwijs zijn. En ja, dat heeft voor- en nadelen. Dit zien we terug in Jakobus 1: 19–25. In dit boek ligt de focus op de ethiek van het leven. Hoe je moet leven en wat goed en slecht is. De schrijver schreef dit boek in de tijd dat de joodse gelovigen veel problemen op zich kregen afgevuurd. Maar oh, wat is deze tekst nog actueel!

“Onthoud goed, lieve broeders en zusters, dat iedereen goed moet luisteren maar niet te gauw iets moet zeggen.”
(Jakobus 1:19, BasisBijbel)

– Oké, dat blijft inderdaad waar. Veel mensen hebben mij dit al verteld. –

“Word ook niet te snel boos. Want boosheid staat je vriendschap met God in de weg. Dus doe niets meer wat ook maar een beetje verkeerd of slecht is.”
(Jakobus 1:20, BasisBijbel)

– Mijn gedachten zitten weer bij het negeren van code geel. En hoe irritant ik het dan kan vinden als de verwachting totaal niet klopt met wat ik in gedachten had. –

“Luister liever goed naar het woord van God dat in jullie hart is gezaaid en wortels heeft gekregen. Want door het woord van God worden jullie gered. Luister niet alleen naar het woord maar doe het ook. Als je alleen luistert en er niets mee doet, houd je jezelf voor de gek.”
(Jakobus 1:21, BasisBijbel)

– Goed, ik ben stil. –

Jakobus maakte zich zorgen over de gelovigen. Hij was bang dat ze zouden bezwijken door ongeduld, bitterheid, materialisme, verdeeldheid en geestelijke apathie. Hij voelde zich verantwoordelijk om de gelovigen aan te sporen en te bemoedigen in hun geloofsstrijd.

“Stel dat je nu het woord wel hoort, maar er niets mee doet. Dan kun je dat vergelijken met iemand die zichzelf in de spiegel bekijkt, maar ook onmiddellijk weer vergeet hoe hij eruit ziet. Luister dus goed naar de volmaakte wet, namelijk de wet die je vrijmaakt, en doe ook wat die wet zegt. Vergeet niet wat je gehoord hebt, maar doé het ook. Dan zal het goed met je gaan.”
(Jacobus 1: 23-25, BasisBijbel)

Code geel

Klopt. Het is helemaal waar en ik word nu eigenlijk op mijn nummer gezet. Want stel dat God ‘code geel’ naar jou en mij uitspreekt en aan ons laat zien wat er niet goed gaat. Wat doe jij dan? Wat doe ik dan? Laten we het geval van ‘de boodschap negeren’ verder bekijken.

Dan leven we verder. Wetend dat we iets hadden moeten doen en niet hebben gedaan. Ik weet niet hoe het met jou zit, lieve vrouw, maar bij mij knaagt dat altijd. Het lukt mij niet om dat opzij te zetten en te negeren. Ondertussen zit ik nog wel in de ‘negeermodus’ en leef ik verder. Leven wij verder.

Code oranje

God klopt weer aan. Houdt me een spiegel voor, maar nu met ‘code oranje’. Oei, hoe die ik dit nu? Code geel genegeerd en dan nu wel naar code oranje luisteren? Dat is goed schijnheilig zeg. Nee, code geel heb ik alleen en zelfstandig overleefd, dus dat ga ik nu ook gewoon doen. Ik heb altijd nog vrienden, familie en kennissen die mij kunnen helpen als het fout gaat. En natuurlijk de kerk.

Ik leef verder. Wij leven verder en we kijken in de spiegel en zien dat het niet goed gaat. We kijken iemand aan die vraagt ‘hoe gaat het met je?’ en zeggen klakkeloos dat het heel goed gaat. Je zit zo lekker in je vel de laatste tijd.

Ondertussen ploeteren we door. Maken we onszelf wijs dat het goed gaat en zitten we nog steeds in de ‘negeermodus’. Naar God toe gaan? Ja, in de kerk hoor je over Hem en bid je mee. Groot Nieuws Radio staat ook altijd aan in de auto, dus je komt wel aan je ‘geestelijke trekken’…

Code rood

Code rood is aangebroken. Jij weet het niet meer, ik weet het niet meer. God lijkt enorm ver weg en Jakobus spreekt:

“Als je jezelf heel gelovig vindt, maar intussen zegt [en doet] wat je maar wil, dan houd je jezelf voor de gek. Want dan is je geloof waardeloos. Zuiver en eerlijk geloof houdt voor God de Vader in: zorgen voor de weeskinderen en de weduwen die het moeilijk hebben, en niet langer meedoen met de slechte dingen die de ongelovigen mensen doen.”
(
Jakobus 1: 26-27, BasisBijbel)

Aan de slag!

God spreekt, door Jakobus heen, duidelijke taal. Hij wil dat je zuiver en eerlijk bent naar Hem toe, maar ook naar jezelf. Jij weet wat goed is om te doen en wat niet. Jij weet wanneer je wel en niet een stap moet zetten, maar het toch (niet) doet.
Maar als je het een keer niet weet: ga dan naar God toe!

“Wees blij, broeders en zusters, als je geloof door allerlei moeilijkheden op de proef wordt gesteld. Want daardoor zul je leren geduld te hebben. Zo zal je geloof sterker worden en zul je een volwassen geloof krijgen. Daardoor zul je altijd het goede doen. En als je een keer niet weet wat je moet doen, mag je God om wijsheid vragen. God geeft die altijd, zonder boos te zijn dat je het zelf niet weet. Maar je moet daar wel vol geloof om bidden, zonder te twijfelen.”
(Jakobus 1: 2-6, BasisBijbel)

Zet je eigenwijsheid opzij. Pak je ijskrabber en maak die ruit schoon. Negeer code geel niet. Accepteer het en bereid je erop voor. Samen met God!
Dan kan je veilig verder rijden, met een wijde blik op de wereld, met een schone lei (of ruit).

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap