‘Mijn werk? Het vreet energie. Ik kom nauwelijks vooruit en heb niet het gevoel dat ik me nuttig maak. En God? Die voelt al helemaal niet dichtbij als ik bezig ben. Werk is toch ook iets van ná de zondeval? Zo voelt het in ieder geval wel!’ Ik peil even snel je reactie: herken jij je in bovenstaande tekst? En daarnaast: denk jij dat dit is zoals God werk bedoeld heeft?

“En God maakte de mens. Hij maakte hem zó, dat hij heel veel op Hem leek. De mens leek heel erg op Hem. Hij maakte een man en een vrouw. God zegende hen en zei tegen hen: “Krijg veel kinderen, zodat er heel veel mensen komen. Ga over de hele aarde wonen en heers over de aarde. Zorg voor de vissen in de zee, de vogels in de lucht en de kruipende dieren.”
(Genesis 1: 27-28, BasisBijbel)

“De Heer God zette de mens in de tuin van Eden, om voor de tuin te zorgen.” (Genesis 2:15, BasisBijbel)

Deze teksten ken je vast wel. Ik trok me nooit veel aan van wat hier staat, want ja, ik doe niet iets bijzonder praktisch, zoals op het land werken of dieren verzorgen. En kinderen? Daar ben ik ook nog niet aan begonnen. Dit is toch een ver-van-mijn-bedshow? Een prachtige tekst, dat wel, maar meer ook niet. Toch?

God nodigt ons uit met Hem te werken

Toch niet! Want dan mis je de essentie. Zie je niet wat hier gebeurt? God maakte een prachtige tuin, perfecter dan je je kunt voorstellen. Vervolgens maakt Hij ons en nodigt ons uit om in zijn creatie aan de slag te gaan. Hij vraagt ons mét Hem te werken, als zijn medearbeiders. Hij geeft ons hier de opdracht om te heersen, als evenbeelden. In het Hebreeuws wordt hier het woord ‘selem’ genoemd. Dit werd gebruikt voor koningen, als beelden van onzichtbare goden. Wij zijn Gods medeheersers, en niet omdat wij er toevallig al rondliepen. Hij heeft ons ontzettend hoog zitten!

‘Ja,’ denk je, ‘dat wás zo. Tot de zondeval. Want daar kwam de ellende.’ Maar valt je niet iets op? God schaft in Genesis 3 het werk (het heersen) niet af, maar zegt alleen dat het zwaarder zal worden. Net als Hij het bevolken van de aarde, dat ook in bovenstaande tekst staat, niet afschaft. Het wordt zwaarder, maar niet opzij geschoven. Kun je daaruit afleiden dat zijn oorspronkelijke plan nog steeds van kracht is, óók als het nu verwikkeld in zonde?

Werk is géén noodzakelijk kwaad

Dat denk ik wel! Wat zegt dat over ons huidige werk? Dat wat we doen nog steeds meer dan relevant is. Hoe we onze tijd besteden is nuttig. Werk is geen noodzakelijk kwaad, het is de bedoeling. Het is waarvoor we gemaakt zijn. En nee, de meesten van ons zullen geen werk doen dat vergelijkbaar is met het werken in de Tuin. Niks in de aarde wroeten en de boel omspitten.

Maar kan werk niet zoveel meer zijn? De situatie zoals die in de Tuin was is niet meer. De wereld ziet er anders uit en ons werk daarmee ook. Maar is daarmee de essentie ook weg? Dat denk ik niet. Ook ons huidige werk kan Gods opdracht op een bepaalde manier weerspiegelen. Wat liet het werk in de Tuin allemaal zien? Orde scheppen, schoonheid, creativiteit – om er maar een paar te noemen. Jouw werk weerspiegelt vast wel één van deze dingen!

En ik bedoel ook lang niet alleen werk als in een ‘carrière’. Het is meer dan dat: (heersend en creatief) bezig zijn in de breedste zin van het woord. Je kinderen opvoeden valt hieronder, maar ook vrijwilligerswerk. Het is iedere plek waar wij heersen en in cultuur brengen, onze creativiteit ten toon spreiden en iets van die oorspronkelijke opdracht uitvoeren.

Aan de slag!

Benieuwd hoe je dit in jouw leven in de praktijk brengt?

Stap 1: Welke soorten werk doe jij? Schrijf het állemaal op: buitenshuis, binnenshuis, vrijwilligerswerk, moeder zijn – you name it.

Stap 2: Wat weerspiegel jij in die verschillende soorten werk van God? Welke eigenschappen komen erin terug? Misschien moet je eens een andere bril opzetten om te zien hoe ook jóuw werk nuttig is en binnen zijn plan past. Aan de slag!

Naar:  Garden City, John Mark Comer