Gods beloften gelden ook vandaag! Geloof jij dat? (deel 1)

21

jan

Mandy

Ken je het boek Jozua? Het begint net na Mozes’ dood en met de opdracht die Jozua van God krijgt. Het is nu aan hem om het volk verder te leiden, het beloofde land in. Een behoorlijk spannende taak! Maar God zou God niet zijn als Hij Jozua niet een aantal beloften deed. Ik wil er de komende dagen twee uitlichten: de belofte van het land en die van de nabijheid. We beginnen met die van het land, te lezen in Jozua 1:4.

“Jullie gebied zal zijn vanaf de woestijn in het zuiden tot aan de Libanon daarginds in het noorden. Verder het hele land van de Hetieten, tot aan de grote rivier de Eufraat in het noord-oosten. De Grote Zee in het westen zal de westgrens zijn.”
(BasisBijbel)

Dit is wat God tegen Jozua zegt, bijna helemaal aan het begin van het boek. Niet ‘als je je best doet, heb je grote kans dat je dit gebied in handen krijgt’. Niet ‘ga lekker aan de slag en we zien wel hoe ver we komen’. Nee, dit gebied zál van het volk Israël zijn. Dat moet Jozua met een flinke dosis zelfvertrouwen vervuld hebben. God had het allemaal bedacht, Jozua moest het volk naar de uitwerking van die belofte toe leiden. Dat moest helemaal goedkomen, toch?

God doet zijn belofte, maar het volk keert zich af

Als je de rest van het boek Jozua en de boeken die daarna komen leest merk je al gauw dat dat iets té simpel gesteld is. Ja, God deed een belofte en van zijn kant wilde Hij die dolgraag nakomen. Maar om die belofte werkelijkheid te doen worden moest het volk Israël ook wat werk verzetten. Je raadt het al: daar ging het mis.

Keer op keer besluit het volk een eigen plan te trekken en vergeten ze Gods belofte. Ze worden bang of hebben er geen zin in. Het duurt te lang en Gods plan verdwijnt naar de achtergrond. Dit leidt er uiteindelijk zelfs toe dat het volk in ballingschap wordt weggevoerd en zo staan ze precies op dezelfde plek als aan het begin van het boek Jozua. Zonder land dat van hen is. Maar in feite eindigen ze nóg verder van huis. Ze worden als slaven weggevoerd en hebben niet meer de beschikking over hun eigen leven.

Het begon zo mooi. God gaf hen een belofte, ze waren zó dichtbij.

God doet ook nú deze belofte

Misschien denk je wel: dat zou mij nóóit overkomen. Als God zó duidelijk zou laten horen wat Hij van mij verlangd dan zou ik alles op alles zetten om Hem te volgen.

Maar is dat zo, echt? Zijn we niet allemaal een beetje zoals het volk? Menselijk, net als Adam en Eva? Ons eigen plan trekkend, ook al weten we – diep van binnen – wel beter?

God doet ook ons in Zijn woord beloften. Van genade en vrijheid. Van een leven dat vol is van Hem. Het beloofde land, geestelijk gezien. Ben jij met die belofte van God bezig? Of ben je afgedwaald en neem je genoegen met een slap aftreksel? Ben je halverwege gestopt en heb je besloten dat je wel genoeg hebt? Dat het misschien te veel moeite kost?

Diep van binnen zijn we allemaal hetzelfde en hebben we er moeite mee om Gods beloften werkelijkheid te zien worden. Omdat het te veel tijd kost, energie, moeite – wat dan ook. We dwalen af.

Ik herken me hier in. Onbewust verslapt mijn aandacht en op een bepaald moment kijk ik terug en denk ik: ‘Hoe is het zover gekomen?’

Aan de slag!

Toch mogen we ook hoop putten uit het boek Jozua. God laat nooit los. Keer op keer gaat Hij verder met zijn volk en probeert Hij het opnieuw. Hij geeft ze kans, na kans, na kans. Dat betekent dat Hij diezelfde mogelijkheid ook aan ons geeft.  

We weten dat we het zelf niet kunnen. Dat we iedere keer de fout in gaan, net als het volk. Wij mogen weten dat Jezus voor ons genade heeft verworven en we elke keer bij Hem terug mogen komen. Luister vandaag naar ‘Jesus, I need You’ van Hillsong. Laat het je helpen om (weer) doordrongen te worden van het feit dat we het echt alleen met Gods hulp kunnen.

Morgen duiken we een andere belofte, die van Gods nabijheid.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap