God is overal; troostend of benauwend?

01

mrt

Alina van Rijn

God ziet jou. Overal waar je gaat en waar je staat. Hij kent jouw zitten en jouw opstaan. Al jouw gedachten zijn bij Hem bekend. Hij is voor jou, achter jou en naast jou. Niets ontgaat Hem. Troostend. Mooi. Wonderlijk. Of beangstigd dit jou juist? Vindt je dit benauwend? Psalm 139 dwingt ons tot verwondering. En dat is meer dan terecht. Toch wil ik naast verwondering ook ruimte te geven aan de andere kant van Gods alomtegenwoordig. Lees je mee?

Psalm 139

Een psalm van David, voor de koorleider. HEERE, U doorgrondt en kent mij.
Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten.
U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen, U bent met al mijn wegen vertrouwd.
Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles.
U sluit mij in van achter en van voren, U legt Uw hand op mij.

Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar. Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden.’
– Psalm 139:8-10, HSV

Na het lezen van deze verzen uit Psalm 139 kan ik niet anders dan samen met David, de schrijver van de psalm, concluderen dat dit alles mij te wonderlijk is. Hier kan ik met mijn verstand niet bij. Maar dan lees ik ook vers 7: ‘Waar kan ik Uw Geest ontgaan, waar Uw aangezicht ontvluchten?’

En dan vraag ik mij af. Zou er naast de verwondering van David over dit alles misschien ook een ander gevoel zijn geweest. Een gevoel van benauwdheid misschien wel. Want waarom zou David dan voor Gods aangezicht willen vluchten? Het heeft immers geen zin. Want God is overal.

Vers 7 laat mij niet los. En ik wil hier toch niet zomaar aan voorbijgaan. Want weet je, ik kan het mij best voorstellen dat David soms zou willen wegvluchten voor God. Want ook David had een hoop op zijn kerfstok en zal misschien niet altijd blij zij geweest met Gods alomtegenwoordigheid.

Heeft Gods alziend oog jou ook wel eens benauwd? Mij namelijk wel. Benauwd wanneer ik op plekken was waar ik eigenlijk niet had moeten zijn. Want God zag dit immers. Benauwd omdat Hij elke donkere, nare en verwerpelijke gedachte van mij kent, ook voordat ik die überhaupt in gedachten had. Hij weet het allemaal en dat maakt dat ik mij schaam. Dat ik wil wegvluchten.

Maar Gods alziend oog, Zijn hand is niet dreigend. Niet voor de mensen die Hem dienen. Die Hem kennen. Dat weet David ook. Tussen de regels door kun je merken dat Gods hand over Davids leven beschermend is. Zo ook voor degenen die gehoorzaam met Hem leeft. Maar Gods hand kan dreigend zijn voor wie zich tegen Hem verzet.

Hij weet het

Ik ga het eens omdraaien. God ziet al het allerslechtste van en in mij. Waarom vlucht Hij niet van mij weg? Want ondanks dat God alles al wist. Al mijn zonden en tekortkomingen. Toch heeft Hij mijn geschapen. Toch heeft Hij mij in de moederschoot met zorg gemaakt. En wilde Hij zijn eniggeboren Zoon naar deze aarde sturen zodat ik niet verloren zou gaan. ‘Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten. Hoe groot is hun aantal’ (Psalm 139:17).

Verwondering

Gods alziend oog. Zijn alomtegenwoordig mag jou verwonderen. Het kan je ook benauwen. Maar laat het je vooral troosten dat ondanks dat Hij jouw donkerste kanten kent en ziet, Hij jou blijft vasthouden en Hij jou wil leiden naar de eeuwige weg.

Bid daar maar voor, vraag daar maar om, samen met Psalm 139; ‘O God, leidt mij op de eeuwige weg’.

Aan de slag!

Luister het lied: ‘Control (somehow You want me)’ van Tenth Avenue North

Deel deze overdenking

  1. M. schreef:

    Wat een fantastisch mooi lied!! Bedankt voor de tip!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap