En zijn nageslacht

Lezen: Genesis 28:1-22 

In deze tekst wordt het meermaals benadrukt: God heeft niet alleen Abraham gezegend, maar ook al zijn nageslacht. Wanneer Isaak Jakob wegstuurt om een vrouw te vinden, wenst hij Jakob al de zegen van Abraham toe. Wanneer Jakob in Betel droomt over de ladder waarop de engelen heen en weer klimmen, wordt die zegen door de Heer bevestigd. De kern van de zegen – dat het nageslacht van Jakob talrijk zal zijn en dat de zegen op zijn nageslacht zal blijven rusten – wordt vele jaren later nog steeds herinnerd door de zwangere Maria. Zij is nageslacht van Jakob en zij deelt dus in de zegen. Wat bijzonder dat zij zich dat zo realiseert in deze tijd van vreugde!

Heer, help mij om in vreugdevolle momenten stil te staan bij U, de God Die vreugde geeft.