Die fantastische vrouw uit Spreuken 31… Ben ik dat?

Er zijn een aantal gedeelten in de Bijbel die we als vrouw misschien niet zo graag lezen. Bijvoorbeeld het gedeelte, waarin Paulus zegt dat de vrouw ‘moet zwijgen’ in de gemeente. Er zijn ook gedeelten waar de ene groep vrouwen heel enthousiast van wordt, maar de andere groep helemaal niet. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het hoofdstuk waar we als Zij Lacht onze naam aan te danken hebben: Spreuken 31. Ik heb lang geprobeerd dat hoofdstuk te vermijden: een heel hoofdstuk over de ‘deugdelijke huisvrouw’, zoals de oude Statenvertaling dat noemt. Mij niet gezien…

Maar waarom dan niet? Punt één: ik hou niet van huishouden (dit is een understatement). Punt twee: ik hou niet van het stigma dat op de term ‘huisvrouw’ ligt en punt drie: dit hoofdstuk schetst zo’n verheven beeld, daar kan ik nooit aan tippen. En dus was dit hoofdstuk voor mij lange tijd een gesloten boek. Misschien herken je het wel. Leuk dat het in de Bijbel staat – voor mannen die het leuk vinden om af en toe met dit hoofdstuk te zwaaien naar vrouwen die vervolgens al snel op de kast zitten – maar ik sloeg hem gewoon even over.

Drie keer is scheepsrecht

Tot op het moment dat het gedeelte over de niet-te-evenaren huisvrouw voor de derde keer in twee dagen voorbij kwam. Mijn principe is dat ik iets dat drie keer in korte tijd voorbij komt, serieus moet nemen. Drie is in de Bijbel het getal van God. Wie weet wil de Heer wel iets bijzonders vertellen!

Een goede reden dus om mij te gaan verdiepen in die Spreuken 31-vrouw. Wie is zij? Bestaat zij eigenlijk wel, of is zij een soort geïdealiseerde versie van Laura Ingalls uit ‘Het kleine huis op de prairie’? Na wat onderzoek ontdekte ik hoe bijzonder mooi dit hoofdstuk eigenlijk is.

Vier redenen waarom Spreuken 31 een prachtig hoofdstuk is

Allereerst: dit hoofdstuk is een literair hoogstandje, om precies te zijn een acrostichon. Dat betekent dat de schrijver méér wil zeggen dan wat er staat. ‘Dat moet je even uitleggen’, hoor ik je denken.

Als je het boek Spreuken leest, lijkt het vooral te gaan over een mannenwereld. Deze bijzondere afsluiting van dit boek vol wijsheid laat zien dat het boek niet alleen aan mannen, maar voor 100% ook aan vrouwen geschreven is. Wijsheid is in Spreuken erg belangrijk. In de afsluiting van het boek wordt de wijsheid van een vrouw beschreven, waarmee ze een zegen is voor haar omgeving.

Het tweede dat opvalt, is dat het hoofdstuk een ideaalbeeld schetst. Er zijn hele bijzondere, hoog getalenteerde vrouwen die alle onderdelen die daar genoemd worden waar kunnen maken. Ik helaas niet – en jij misschien ook wel niet. Onze hemelse Vader heeft ieder van ons onze eigen gaven en talenten gegeven: de één weer andere dan de ander. Wat hier beschreven wordt, mogen we als voorbeeld gebruiken. Zó, volgens dit voorbeeld, kunnen we een zegen zijn voor onze omgeving.

Het derde dat mij opvalt, is dat de kern van het hoofdstuk is dat onze schoonheid niet in de eerst plaats van buiten, maar van binnen zit. In vers 30 (NBV) staat het zo:

“Charme is bedrieglijk en schoonheid vergaat, maar een vrouw met ontzag voor de HEER moet worden geprezen.”

Als we diep ontzag voor de HEER hebben, Hem liefhebben en de dingen doen waar Hij blij van wordt, worden we mooi van binnenuit. Want dan gaat de Heilige Geest ons veranderen, zodat we op Jezus lijken. Het doel van Jezus’ leven was geen rijkdom of persoonlijk welbevinden. Zijn doel was God en mensen te dienen. En dat is nu precies wat die ‘deugdelijke huisvrouw’ uit Spreuken 31 zo mooi maakt.

En ten slotte: dan gaat niet de vrouw zelf, maar haar omgeving goed over haar spreken (vers 28-29, NBV):

“Haar kinderen prijzen haar, haar man bejubelt haar: ‘Er zijn veel sterke vrouwen, maar jij overtreft ze allemaal.’”

Man en kinderen (en natuurlijk ook andere mensen voor wie zij een zegen is) zijn blij met haar en weten dat ze van haar op aan kunnen.

De Spreuken 31- vrouw: wie is zij?

Kort samengevat: de vrouw uit dit hoofdstuk staat voor iedere vrouw, die zich door haar hemelse Vader van binnenuit mooi laat maken. Dat zal zichtbaar worden in haar daden en in het leven van de mensen om haar heen. Ben je vrouw? En laat je de Heer zijn werk doen in jouw leven? Dan ben jij die Spreuken 31-vrouw. Of je nu van huishouden houdt, of helemaal niet.

We zijn gezegend dat we Gods liefde mogen kennen. Laten we zijn liefde blijven uitdelen tot Jezus terugkomt – of tot de dood ons samenbrengt met de God van onze liefde. Want ‘God is good, all the time – and all the time God is good’!

Aan de slag!

• Pak Spreuken 31 er eens bij, eventueel in verschillende vertalingen. Op welke gebieden was deze vrouw een zegen voor haar omgeving? Hoe wil jij in jouw leven het voorbeeld van deze vrouw volgen?
  Tip: misschien helpt de uitleg in de HSV Studiebijbel je verder!
• Op internet vond ik een gebed in het Engels n.a.v. Spreuken 31. Neem de tijd om dit gebed vanuit je hart voor te lezen aan je hemelse Vader.

‘Lieve Vader,

Zonder U kan ik niets doen. Ik kom bij U en vraag of U zichzelf in mij wilt verheerlijken. Helpt U mij om een goede en betrouwbare vrouw te zijn, die de mensen om mij heen goed doet – elke dag van mijn leven. Geeft U mij een hart dat er plezier in heeft om te werken, en laat me zien hoe ik mijn tijd en prioriteiten kan managen op een manier die U eert boven alles. Vader, laat U mij zien hoe ik het geld dat U mij gegeven heeft zou moeten uitgeven en doneren, en geeft U mij de kracht om U met heel mijn hart te dienen. Breekt U mijn hart over de dingen die Uw hart breken, zodat ik er kan zijn voor de mensen die dat nodig hebben. Dank U, dat U dichtbij de mensen bent die gebroken zijn, en dat U de mensen in nood opricht. Helpt U mij om mijzelf te kleden en te gedragen op een manier die U verheerlijkt. Ik wil zonder angst lachen naar de toekomst, en elke dag groeien in mijn geloof in U. Help mij om wijze en vriendelijke woorden te spreken en niet het ‘brood van luiheid’ te eten, maar in actie te komen voor Uw Koninkrijk! Help mij om door te gaan met het dienen en zegenen van mijn familie en andere mensen om mij heen, als een vrouw die U – en U alleen – vreest. Dank U voor Uw ongelooflijke genade. Ik hou van U!’

– Sisters on Our Knees –