Biddend klagen is beter dan stilte

05

apr

Maartje Kok

Psalm 22 is een bekende psalm in de lijdenstijd. Pak ‘m er eens bij en begin het eens te lezen. Welke vragen die daar worden gesteld, herken je? Je ziet dat er uiting wordt gegeven aan pijn en vragen. Het is duidelijk dat David zich verlaten voelt door God en dat hij zijn vragen niet voor zichzelf houdt. Als we ook naar de andere klaagpsalmen kijken, kunnen we ons afvragen of wij het klagen niet zijn verleerd. Bij sommige mensen lijkt de gedachte te leven dat het van meer geloof getuigt als je alles stil ondergaat en aanvaart.  

‘Het stellen van vragen en uiten van moedeloosheid en niet weten hoe het verder moet, is vooral hoe het níét hoort.’ Deze gedachte zorgt ervoor dat we geneigd zijn om onze mond te houden en vooral in stilte boos te zijn op God of verbitterd te zijn vanwege wat ons overkomt. Maar de Bijbel geeft wél woorden aan pijn, angst, lijden en vragen, en staat vol met psalmen waarin deze worden geuit. Wat kunnen we leren van de klaagpsalmen en durven wij een klaagpsalm op onze lippen te nemen? 

Klagen kan worden gezien als een luide roep van verdriet, pijn, vragen of het uiten van verlies. Het is een gebed van pijn dat leidt naar vertrouwen en geeft een stem aan de heftige emoties die binnen in je leven. De Bijbel gaat deze emoties niet uit de weg, maar spreekt ze uit. Toch voelt het ongemakkelijk. We denken: Kunnen we dit echt tegen God zeggen? Kunnen wij dit maken? 

Mark Vroegop leerde mij in zijn boek Dark Clouds, Deep Mercy: Discovering the Grace of Lament een paar lessen over klagen die ik graag met je deel. Vroegop schrijft: ‘Biddend klagen is beter dan stilte. Ik heb ontdekt dat veel mensen bang zijn voor het klagen. Ze vinden het te eerlijk, te kwetsbaar of te riskant. Maar er is iets veel ergers dan dat. Zwijgen tegenover God is het ultieme bewijs van ongeloof.’  

Klagen in de psalmen 

De psalmdichters waren niet bang om te klagen. Ze uitten in de psalmen hun gevoel van frustratie, hun pijn en hun angsten. Ze zwegen niet. Daarmee laten ze ons zien hoe we in bijbels licht mogen klagen, stelt Vroegop. Hij zegt dat we op basis van wat we in de psalmen lezen de bijbelse volgorde van het klagen leren en vat het klagen in vier woorden samen: Turn, complainask boldly and choose to trust. Oftewel: 1) Richt je op God; 2) Uit je klacht; 3) Vraag vrijmoedig; 4) Kies voor vertrouwen. 

Het klagen brengt je dus bij God, terwijl zorgen je van Hem willen afkeren. Dit zien we terug in de psalmen.  

Hoe klaag je? Zo. 

1) Richt je tot God en klaag; gebruik bijvoorbeeld deze woorden: Hoelang nog, HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten? Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen? (Psalm 13:2) 

2) Vraag met vrijmoedigheid en doe een beroep op wie God is, bijvoorbeeld met deze tekst: Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af, vanaf de moederschoot bent U mijn God. Blijf dan niet ver van mij, want de nood is nabij; er is immers geen helper. (Psalm 22:11-12) 

3) Kies ervoor te vertrouwen op basis van wie Hij zegt dat Hij is en op basis van wat Hij zegt dat Hij doet, zoals: Ú ziet het wél, want U aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geeft; op Ú verlaat de arme zich, U bent geweest een Helper van de wees. (Psalm 10:14) 

Hoe je God benadert met je klacht? 

Ga met een nederig hart naar Hem en stel je vragen niet hoogmoedig. Kom niet met je trots, maar met je pijn. Vergeet niet dat Hij de Schepper is die alles maakte voordat jij er was. Daarnaast is het goed om te onthouden dat het niet zomaar een keus van óns is om God te vertrouwen in het klagen, alsof de kracht die in onze zwakheid volbracht is van onszelf is. God geeft ons de kracht. Door op Hem te zien, kijken we niet naar onze eigen onzekerheid en gevoelens over God, maar kijken we in Gods hart. Naar het hart van Hem die altijd Dezelfde is geweest en de bergen doet beven, harten verandert, tranen opvangt en de weduwe en wezen nabij is. Deze God die zijn Zoon zond dankzij wie wij mogen naderen tot God, zoals Hebreeën 4: 14-16 ons zegt: 

Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip. 

Jezus is degene die als God en mens klagende woorden op zijn lippen nam toen Hij werd verraden en aan het kruis hing. Hij kende het leven van onrechtvaardigheid, valse beschuldigingen, lichamelijke zwakheid, verleidingen, verraad en het gevoel van verlatenheid. Door naar Jezus te kijken en een klacht op onze lippen te nemen, kunnen we de goede strijd strijden. Door niet te zwijgen, maar te spreken en in de dalen lofzangen te fluisteren. We strijden door te klagen, vrijmoedig te vragen en te vertrouwen op Gods beloftes. Wetend dat Jezus aan ons gelijk is geworden en niet veraf staat. 

Aan de slag! 

Neem vandaag de tijd om zélf een klaaglied te schrijven, dit kun je doen volgens deze stappen: 

  • Steek een kaarsje aan als symbool van de aanwezigheid van onze God. Je klaagt niet in de lucht, maar richt je op God. Het kaarsje kan je helpen om te beseffen dat Jezus degene is in wie God met ons is, Zijn Naam is: Immanuël. 
  • Wees minimaal vijf minuten stil en laat je gedachten gaan over alles wat er in je leven speelt. Wat komt er in je op, waar ervaar je vragen, verdriet of onbegrip bij? 
  • Schrijf een klaaglied en …  

… richt je op God. 

… uit je klacht. 

… vraag vrijmoedig. 

… kies voor vertrouwen. 

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap