Gods plan met je leven – maar wat als je Gods plan te groot vindt?

10

sep

Christa Noteboom

Je staat op een kruispunt in je leven. Je hebt nagedacht over alle mogelijkheden, argumenten tegen elkaar afgewogen en Gods plan voor jouw leven gezocht. Je vertrouwde erop dat Hij weet wat goed voor je is; dat jij dan wel de dobbelstenen gooit, maar dat Gód degene is die bepaalt hoe ze terechtkomen. Wat fijn is het dan, als je weet welke kant jouw leven de komende tijd op zal gaan. Hoewel… soms kan dit ook bést spannend zijn. Een avontuur, dat wel. Maar een spannend avontuur. Soms vliegt dat je aan: vind ik dit wel echt leuk?  

Stel, dat je vandaag een uurtje met Mozes om de tafel zou kunnen zitten. Als er íemand een avontuur heeft meegemaakt in Gods plan, dan is hij het wel. En als je iemand wilt spreken die dat ook niet zo zag zitten, dan is het Mozes. Zullen we eens proberen een gesprek met hem te voeren?  

Dag Mozes! We hebben zóveel over u gehoord. Hoe vond u het, toen God u riep om zo’n belangrijk aandeel te hebben in Gods plan? 

Eigenlijk vond ik het helemaal niet leuk. Ik bedacht allerlei uitvluchten om niet mee te hoeven werken aan Gods plan. Als Hij mij veertig jaar eerder had gevraagd, had ik direct ‘ja’ gezegd. Maar de HEER wilde mij eerst bruikbaar maken voor zijn plan. En daarom moest ik leren dat ik de dingen niet vanuit mijzelf moest doen, maar vanuit God. Trouwens… ook die veertig jaren die ik in de woestijn doorbracht om schapen te verzorgen, waren heel nuttig voor de dingen die ik later mocht gaan doen! 

U zegt ‘mocht gaan doen’. Maar u zei zojuist ook dat u redenen zocht om niet te hoeven gaan. Kunt u daar iets over vertellen? 

Ja, dat klinkt wel tegenstrijdig hè. Nu, achteraf, zie ik hoeveel God door mij heen heeft gedaan. Hoe groot Hij is. Ik mocht Hem leren kennen als mijn persoonlijke Vriend. Dat had ik voor geen goud willen missen. Maar voordat het zover was, heb ik de HEER vijf redenen voorgehouden waarom Hij mij niet naar de farao moest sturen. Ik vond het zo spannend! 

Wat waren die redenen dan?  

Het eerste dat ik dacht was: wie ben ik? Een schaapherdertje, gevlucht uit Egypte, en ik moest naar farao gaan? Ik zag wel die grote farao voor me, maar vergat te kijken naar mijn grote God! Terwijl Hij Zichzelf op dat moment zó majesteitelijk aan mij liet zien. Hij zei dan ook: ‘Ik zal met u zijn’ (Exodus 3:11-12, HSV). Dat had eigenlijk genoeg moeten zijn…  

Maar het tweede dat ik tegen God zei, was: ‘Wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: ‘De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden’, en zij mij zeggen: ‘Wat is Zijn Naam?’, wat moet ik dan tegen hen zeggen?’ (vers 13). Ik zag allemaal wat als-scenario’s voor me en zocht naar zekerheid. Weer gaf God bijna hetzelfde antwoord: ‘IK BEN DIE IK BEN’. Hij wás niet alleen met mij, zijn náám betekent ook dat Hij er altijd is. Hij zei er nog bij dat ik moest zeggen dat Híj, IK BEN, mij gestuurd had. Bijzonder dat de dingen waar ik bang voor was niet gebeurden. Het was voor de Israëlieten genoeg om te weten dat Gód mij gestuurd had.  

Mijn derde reden om onder Gods plan voor mijn leven uit te komen, was dat ik bang was dat de Israëlieten mij niet zouden geloven. Wie was ik ten slotte? Ik vergat dat God even daarvoor nog had gezegd dat ze naar me zouden luisteren en dat Hij de grote IK BEN ERBIJ is, machtiger dan wie of wat dan ook! 

Als vierde noemde ik, dat ik een slechte spreker was. Alsof God dat niet wist toen Hij mij riep… Maar ik werd geroepen voor Gods plan en Hij gaf mij elke dag en elk moment wat ik nodig had. Opnieuw was zijn antwoord dat Hij Zelf erbij zou zijn en mij zou geven wat ik nodig had. 

Eigenlijk had ik toen geen argumenten meer over. Maar ik durfde niet en ik wilde niet. Het laatste dat ik nog tegen Gods plan wist in te brengen, was de vraag of Hij niet iemand anders kon sturen. Toen werd Hij pas echt boos. Toornig zelfs! In zijn goedheid vertelde Hij me dat mijn broer al onderweg was om mij in mijn taak te helpen. Hoe groot is mijn God! En als ik nu zie hoe bepalend deze periode is geweest voor Israël en de redding van de wereld, ben ik dankbaar dat ik een klein schakeltje mocht zijn in dat grote plan van God.  

Wat een bijzonder verhaal. Dank u voor uw tijd Mozes!  

Graag gedaan. En tijd… dát is iets waar ik mij hier in de eeuwigheid niet meer zo druk om hoef te maken! 

Aan de slag!

Als je de uitvluchten van Mozes op een rijtje zou moeten zetten, zou het er ongeveer zou uit kunnen zien: 

  1. Hij denkt dat hij het zelf moet doen  
  2. Hij stelt wat als-vragen en zoekt naar zekerheid 
  3. Hij denkt dat mensen hem niet zullen geloven  
  4. Hij denkt dat hij ongeschikt is omdat hij niet de juiste gaven heeft 
  5. Hij wil doen wat hij zelf wil en vraagt God iemand anders te sturen 

Wat herken jij in deze vijf punten? 

Wat leerde Mozes van God? 

Wat zou God jou vandaag willen leren? 

Leestips ter verdieping: 

  1. Exodus 2: 24 tot hoofdstuk 4:31  
  2. Mandy schreef in juli een blog over de roeping van Jozua. Zij vertelde dat als God iets van je vraagt, dat niet automatisch betekent dat het je aan komt waaien, maar dat je vaak de schouders eronder moet zetten. Een mooi aspect dat komt kijken bij het zoeken naar Gods plan! Hier kun je het nalezen.  
  3. In deze overdenkingvind je een stappenplan van Bill Hybels, dat hij gebruikt als hij wil weten of iets al of niet Gods plan kan zijn.  

Deel deze overdenking

  1. Marleen schreef:

    Ha Christa wat een mooie invulling van dit verhaal. Je maakt het weer helemaal actueel, dank!
    Groetjes Marleen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap