Drie lessen van Nehemia over verantwoordelijkheid nemen

04

aug

Gastblogger

Rustig loop ik tussen de rekken door. Ik kijk om me heen naar de kleren die er hangen. Ik vind het heerlijk: een beetje kleding kijken. Af en toe wat passen. Toch kan ik niet meer zo van genieten als eerst. Het lukt me niet meer om rustig tussen de rekken door te lopen, zonder bestookt te worden door allerlei vragen. Waar is dit shirt gemaakt? Wie heeft er straks het meest profijt van als ik het koop? Kan ik het maken om maar gewoon kleding te blijven kopen? Ik vind het ingewikkelde vragen. Want als ik er niets aan doe, doet iemand anders er dan iets aan? Wie voelt zich verantwoordelijk voor het onrecht dat er gebeurt? Wie neemt zijn verantwoordelijkheid? 

Nehemia werd ook met allerlei vragen bestookt. Zijn verhaal begint met slecht nieuws. De stad Jeruzalem is een grote puinhoop. Hoewel heel wat Joden weer in de stad wonen, is de opbouw nog niets opgeschoten. Nehemia schrikt van het nieuws. Hoe kan de situatie nu zo zijn? Hoe kan het zo’n grote puinhoop zijn geworden? En wie gaat er wat aan doen? Wie neemt zijn verantwoordelijkheid? Dan neemt Nehemia een besluit. Zijn reactie op de situatie is bijzonder.

1. Nehemia gaat met de situatie naar God

Nehemia hoort van de puinhoop die zijn volk ervan heeft gemaakt. Hij besluit om ermee naar God te gaan. Blijkbaar weet hij dat hij daarvoor bij God aan het juiste adres is. Hij begint zijn gebed met het aanroepen van God. Dat doet hij niet zomaar. Hij kiest zijn woorden zorgvuldig door te citeren uit Deuteronomium 7:

Ik bad: ‘Ach HEER, God van de hemel, machtige en ontzagwekkende God, u die uw beloften nakomt en trouw bent aan ieder die u liefheeft en doet wat u gebiedt, luister aandachtig en zie hoe uw dienaar dag en nacht tot u bidt ten behoeve van uw dienaren, de Israëlieten.
– Nehemia 1:5 (NBV)

Nehemia benoemt heel bewust eigenschappen van God. Hij benoemt dat God trouw is en Zijn beloften nakomt. Maar waarom kiest Nehemia nu juist voor deze eigenschappen? Dat heeft alles te maken met het vervolg van zijn gebed:

2. Nehemia kijkt naar zijn eigen aandeel, zijn verantwoordelijkheid

Ik belijd de zonden die wij, Israëlieten, tegenover u hebben begaan, ook ik en mijn familie. Wij hebben u veel kwaad gedaan; wij hebben ons niet gehouden aan de geboden, voorschriften en rechtsregels die u aan Mozes, uw dienaar, hebt gegeven.
– Nehemia 1:6-7 (NBV)

Nehemia begint met het belijden van zijn zonde. Maar niet alleen die van hemzelf, ook van zijn familie en van zijn hele volk! Blijkbaar voelt hij zich medeverantwoordelijk voor wat er gebeurd is tussen God en het volk. Maar waarom? Waarom zou je je verantwoordelijk voelen voor de daden van een ander? Waarom zou je iemand anders’ zonden belijden?

Toch is dit voor Nehemia helemaal niet raar om te doen. Hij voelt zich onderdeel van zijn volk. Voor Gods aangezicht neemt hij verantwoordelijkheid voor wat er gebeurd is. Hij benoemt eerlijk tegenover God wat er is gebeurd. Want als hij het niet zou doen, wie doet het dan wel?

3. Nehemia vraagt Gods hulp voor de oplossing

Vervolgens citeert Nehemia weer woorden uit Deuteronomium 30. Hij haalt woorden aan die God zelf heeft gesproken:

Denk toch aan wat u Mozes hebt voorgehouden: “Als jullie ontrouw zijn, zal ik je onder alle volken verstrooien, maar als jullie naar mij terugkeren, en je houden aan mijn geboden en die naleven, zal ik jullie, ook al zouden jullie verbannen zijn naar het eind van de hemel, terughalen en bijeenbrengen op de plaats die ik heb uitgekozen om er mijn naam te laten wonen.” De Israëlieten zijn uw dienaren, zij zijn uw volk; u hebt hen door uw grote macht en met uw sterke hand bevrijd.

Ach mijn Heer, luister toch aandachtig naar het gebed van uw dienaar en naar dat van al uw dienaren die uw naam willen eerbiedigen. Laat me vandaag toch slagen en laat de koning mij welgezind zijn.’ In die tijd was ik schenker aan het hof van de koning.
– Nehemia 1:8-11 (NBV)

Nehemia herinnert God aan Zijn Eigen beloften. Hij vraagt of God trouw wil zijn. Of Hij zich aan Zijn beloften wil houden. Zoals Nehemia ook met het gebed begon: met benoemen dat God Zijn beloften houdt. Dan eindigt Nehemia zijn gebed met het vragen of God hem wil helpen. Hij heeft namelijk een plan om de puinhoop weer op te gaan bouwen. Maar hij beseft dat dat alleen goed kan gaan als God hem helpt. Alleen als God het wil, kan zijn plan slagen. Zo wordt Nehemia zelf onderdeel van de oplossing. Hij mag met Gods hulp Jeruzalem weer op gaan bouwen.

Aan de slag!

Nehemia nam verantwoordelijkheid voor de situatie van zijn volk. Hij bracht het bij God, zag zijn eigen aandeel en ging op zoek naar hoe hij onderdeel kon zijn van de oplossing. Nu is het jouw beurt. Kijk eens om je heen. We kunnen als mensen een puinhoop van de wereld maken. Er gebeurt zoveel wat niet goed is. Wat zie jij in om je heen gebeuren? Welke puinhoop valt jouw op?

  1. Breng het bij God.
    Vertel God wat je ziet gebeuren. Vertel de situaties, misstanden en puinhopen die je ziet.
  2. Kijk naar je eigen aandeel.
    Wat is jouw aandeel in die situatie? Of die van je land of groep waar jij toe behoort? Breng dit bij God. Benoem eerlijk wat er fout gaat.
  3. Vraag Gods hulp voor de oplossing.
    God is een God die het nooit bij puinhopen wil laten. Hij herstelt en bouwt op. Daar is Hij altijd op uit. Vraag Gods hulp om dat ook in jouw situatie te doen. Welke beloften in de Bijbel hebben toepassing op deze situatie? Herinner God aan Zijn beloften.
    Hoe kun jij onderdeel zijn van de oplossing van de situatie? Hoe kun jij beginnen met verantwoordelijkheid nemen? Vraag aan God hulp om hier zicht op te krijgen. En om je in te zetten voor de oplossing.

Deze overdenking verscheen eerder op Zij Lacht en is geschreven door oud-schrijfster Hadassa.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap