Van riedeltje naar belijdenis

17

mei

Anne-Saar Kunz

Een opgezegd riedeltje, dat was het voor mij. Vaak luisterde ik niet meer. Het was toch elke zondag hetzelfde?! Ik heb het over de zogenoemde ‘votum en groet’ die predikanten in veel protestantse kerken uitspreken aan het begin van de dienst. Misschien wordt dit in jouw kerk ook wel in soortgelijke vorm uitgesproken. ‘Onze hulp en onze enige verwachting is van God de Vader, die hemel en aarde gemaakt heeft. Die trouw houdt, van geslacht op geslacht, en die nooit loslaat wat Zijn hand begon.’ Wanneer ik het opschrijf besef ik mij dat dit ‘riedeltje’ toch wel prachtig is. We mogen belijden dat God trouw is en dat Hij zijn werk met ons niet loslaat. Maar wat als je daar niets van ziet?  

Het raakte me, een tijdje geleden in de kerk. Ik had die week net iets meegemaakt en ik concludeerde dat ik maar weinig van God zag. Als God echt aan het werk is, waar was Hij dan nu? Toch ging ik naar de kerk. Omdat de God van mijn belijdenis nog wel voor mij bestond. Maar tegelijkertijd zag ik in die weken zo bar weinig van Hem. Het leek wel of God zijn werk losliet. Alles wat was opgebouwd, verging. En mijn hart schreeuwde het uit: waar bent U God?
Even eerlijk: herken je het? Dat je weet dat God bestaat maar dat, als je eerlijk bent, je soms zo weinig ziet van Hem. Dat het gras groener is bij je buurvrouw en dat God als het ware ook nog bij haar in de tuin staat. Zichtbaar in haar leven aanwezig. En je vraagt jezelf af: waar bent U in míjn leven, God?  

Als ik voor mijzelf spreek: ik zag even zo bar weinig van God. Nog maar krap een jaar geleden had ik belijdenis gedaan; maar waar was de God van mijn belijdenis nu? Ja, Hij bestaat wel, daar twijfelde ik niet aan. Maar of Hij ook nog aan het werk was, met mij en met de betreffende persoon? Ik zag het niet meer.  

Tot op die ochtend in de kerk. De dominee begon de dienst, ja, met het opgezegde riedeltje. Maar dat riedeltje veranderde voor mij in een belijdenis. Het was alsof mijn hart fluisterde:

Heere, ik zie nu soms zo weinig van U. Maar U bent hier. En mijn hulp en enige verwachting is van U. Ik sla mijn ogen op naar U en ik weet dat U mij ziet. U bent trouw, U gaat door, van generatie op generatie, en… ja! U laat niet los wat Uw hand is begonnen.  

In Psalm 138 vers 8 staat de bijbeltekst waarvan de votum en groet waarschijnlijk is afgeleid. ‘De Heere zal mij altijd beschermen. Heer, uw trouw duurt eeuwig, laat het werk van uw handen niet los.’ Ik moet ook denken aan Filippenzen 1 vers 6: ‘Ik ben ervan overtuigd dat hij die dit goede werk bij u begonnen is, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus.’ God zal dit goede werk in je blijven werken, want Hij is trouw! Hij zal het plan met jouw voltooien. Ook al zie je het misschien niet, dit is Gods belofte voor jou. En Hij doet wat Hij belooft. Hij werkt door, nu in dit leven al, maar juist ook straks op de dag van Christus.  

Hoe zit het bij jou? Zie je veel van God? Of ben je vaak aan het zoeken naar afdrukken van God? Ik zou willen zeggen, probeer niet continu te zoeken. Buig liever je knieën en vraag God of Hij zich bekend wil maken aan je. Ik moet erbij zeggen: dit kan even duren. God heeft zijn eigen logistiek, ik moet dat ook elke dag leren. Maar, Hij heeft een belofte voor jou. Hij voltooit zijn plan! Hij laat echt niet los.  

“Als Hij uitblijft, verwacht, verwacht Hem, want Hij komt zeker, Hij zal niet wegblijven.”
(Habakuk 2: 3b, HSV) 

Aan de slag!

Wat betekent het voor jou dat God jou belooft dat Hij trouw is en dat Hij zijn plan met jou zal voltooien? Probeer voor jezelf op te schrijven wat dat voor jou betekent. Ben je bezig om je eigen plannen uit te denken? Mooi! Leg deze plannen biddend voor God neer en weet dat – ook al mislukken plannen – Gods plan mislukt nooit. Mag dat je kracht zijn! Opdat je het met Habakuk mee mag zeggen: De Heere Heere is mijn kracht!  

Al zal de vijgenboom niet in bloei staan 

en er geen vrucht aan de wijnstok zijn,  

al zal de opbrengst van de olijfboom tegenvallen 

en zullen de velden geen voedsel voortbrengen  

al zal het kleinvee uit de kooi verdwenen zijn  

en er geen rund in de stallen over zijn  

Ik zal dan toch in de Heere van vreugde opspringen,  

mij verheugen in de God van mijn heil.  

De Heere Heere is mijn kracht, 

Hij maakt mijn voeten als die van de hinden,  

en Hij doet mij treden op mijn hoogten.  

(Habakuk 3: 17 – 19, HSV) 

Deel deze overdenking

  1. Renee schreef:

    Bedankt voor deze prachtige bemoediging! God van trouw, Hij verandert nooit🙏🏻.

  2. Roos🌹 schreef:

    Prachtig! Dankjewel Anne-Saar 🌿

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap