Vallen en opstaan – hoe leer je wandelen met God?

Geloof het of niet, maar dat jij kan lopen betekent eigenlijk gewoon dat je gecontroleerd kunt vallen. Wist je niet hè? Of misschien wel. Ik in ieder geval niet. Op mijn werk vertelde een collega van mij me dat, door onderzoek met robots, is gebleken dat het lopen als mens uniek is. Uit het onderzoek bleek dat mensen tijdens een groot deel van de stap vallen en zich stabiliseren door hun voet iets te verplaatsen. Als een kind leert lopen, ontdekt hij/zij op een gegeven moment dat het de val kan opvangen door het ene been voor het andere te zetten. Toen ik dit hoorde, bedacht ik me iets over leren lopen in het geestelijk leven. Leren wandelen met God. Hoe gaat dat eigenlijk? 

De Bijbel spreekt veel over ‘wandelen’. Het begint al aan het begin in de hof van Eden, waar de Heere God wandelde, bij de wind in de namiddag. Daarna lezen we over Henoch die wandelde met God. Ook in het Nieuwe Testament lezen we regelmatig over ‘wandelen’ of ‘wandel’. God heeft blijkbaar iets met wandelen. Als ik aan het woord ‘wandelen’ denk, dan komt er ook een heerlijk ontspannen en relaxed beeld bij mij naar boven. Wandelen door een veld vol bloemen, over een prachtig strand aan zee, door de bossen of het park.  

‘Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.’ 
– Efeze 2:10 (HSV).

Maar als we even terugdenken aan het gegeven dat lopen gecontroleerd vallen is, hoe kunnen we dan leren wandelen met God?  

Vallen 

Ik weet niet hoe dat bij jou zit, maar ik heb over het algemeen geen fijne associaties met vallen. Vallen doet pijn, het gebeurt onverwachts, je kan er best lang last van hebben, en ga zo maar door. Toch is vallen blijkbaar nodig om te leren lopen. Denk maar aan een kind dat leert lopen, door niet op te geven wanneer het valt, maar weer door te gaan, leert het uiteindelijk dat stappen zetten het vallen voorkomt. Is dit ook niet zo in het ‘geestelijk’ leren lopen? Is stappen zetten in het geestelijk leven in het begin ook niet superspannend en eng? Je valt. En valt. En nog een keer. Het doet pijn. Je hebt er last van. Maar wacht even, geef niet op. Je bent aan het leren. Met vallen en opstaan, mag je leren lopen. 

De Heere ondersteunt allen die vallen, Hij richt de gebogenen op.  
– Psalm 145: 14 (HSV).

Lopen 

Je hoeft het niet alleen te doen. Net als een kind een vaderhand heeft, die hem weer optilt als het gevallen is, zo is God er voor jou. Elke keer als jij valt, richt Hij je weer op. Zonder verwijt, zonder oordeel. Met liefde. En Hij geeft niet op, nadat jij misschien al duizend keer bent gevallen. Hij is er elke keer weer met zijn raad om je verder te helpen. Ik geloof dat God ernaar verlangt om ons te leren lopen, met de zekerheid dat Hij altijd naast ons loopt. Het maakt niet uit of je struikelt, valt, loopt of rent. Hij is daar. En elk moment van de route mag je om wijsheid vragen. Elk moment mag je even opkijken en ontdekken dat Hij er nog steeds is.  

Maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden, zij zullen lopen en niet moe worden.  
– Jesaja 40: 31 (HSV). 

Wandelen 

En dan ‘wandelen’. De encyclopedie omschrijft het woord ‘wandelen’ als: ‘het reizen te voet in gematigd tempo, zich met stappen voortbewegend, waarbij de voeten om beurten worden verplaatst zodat er zich altijd één voet op de grond bevindt.’ Één voet op de grond: vandaag leven in relatie met Hem. De andere voet omhoog: steeds weer verder op de weg die Hij met je gaat. Totdat. Ja, tótdat je thuiskomt. In het Vaderhuis. Dáár, waar je hand in hand mag wandelen. Hijzelf bestuurt je voetstappen, zodat je kunt wandelen in zijn waarheid. Wandelen met God is gehoorzaam zijn. Gehoorzaam aan de stem die zegt dat je geliefd bent. De stem van liefde die zegt: 

‘Weet je wel dat Ik van je hou? Maak je maar niet druk. Ik help je en steun je.’ 

Loop, val, struikel, ren en vooral: wandel!  

Aan de slag! 

Ga vandaag eens echt wandelen met God. Zoek een moment op de dag uit dat je even vrij bent en ga naar buiten. Neem de tijd om tijdens het wandelen met God te spreken, je hart met Hem te delen en te luisteren.