Met open armen word je ontvangen

02

jun

Stefanie

Herken je dat gevoel van schaamte dat je af en toe besluipt? Je hebt God de laatste tijd een beetje links laten liggen, bent niet aan bidden toegekomen en de Bijbel heb je ook amper opengeslagen. Of misschien heb je wel hele verkeerde keuzes gemaakt en heb je daar nu eigenlijk spijt van, maar toch word je ervan weerhouden om terug te keren naar God, want: ‘Wie ben ìk, om nu weer bij God terug te komen. Hij moet vast niets meer van mij hebben.’ Satan is sluw en weet goed op onze gedachten in te spelen, Hij doet er alles aan om ons leugens voor te houden die ervoor zorgen dat we ver bij God vandaan blijven. Jezus vertelt hier een prachtige gelijkenis over.

“Iemand had twee zonen. De jongste van de twee zei tegen zijn vader: ‘Vader, geef mij nu alvast het deel van de erfenis dat later voor mij zal zijn.’ Toen verdeelde de vader alles wat hij had tussen zijn twee zonen. Een paar dagen later verkocht de jongste zoon zijn deel van de erfenis en ging met het geld naar een ver land. Daar maakte hij zijn geld op door een rijk en lui leventje te leiden.” (Lucas 15:11-13)

Hoe onterend en brutaal om al om je erfenis te vragen, terwijl je vader nog leeft. Het feit dat de vader doet wat zijn zoon van hem vraagt, laat voor mij zien hoeveel de vader van zijn zoon houdt. Hij had er alles voor over om zijn zoon gelukkig te maken en had het beste met hem voor. Het zal verschrikkelijk voor hem zijn geweest om zijn zoon te zien vertrekken. Ik vraag me af of die zoon daar überhaupt iets van heeft meegekregen. Hij voelde het geld branden in zijn zak en was alleen maar met zichzelf bezig. Maar zijn geluk was maar tijdelijk. Op een gegeven moment was het geld op en zijn luxueuze leventje voorbij.

“Toen al zijn geld op was, kwam er een zware hongersnood in dat land. Hij begon honger te lijden. Hij ging er op uit en vroeg bij één van de bewoners om werk. Hij mocht zijn varkens hoeden. Hij had zo’n honger, dat hij best van het varkensvoer had willen eten. Maar niemand gaf hem er iets van. Toen ging hij eens goed nadenken. Hij zei bij zichzelf: ‘De knechten van mijn vader hebben meer dan genoeg te eten. Maar ik ga hier dood van de honger. Ik zal naar mijn vader gaan. Ik zal tegen hem zeggen: ‘Vader, ik heb verkeerd gedaan tegen God en tegen u. Ik ben het niet meer waard om uw zoon te zijn. Mag ik alstublieft als knecht bij u komen werken.’ En hij ging naar zijn vader terug.” (Lucas 15:14-20a)

De zoon komt tot het besef van wat hij heeft gedaan en waar zijn keuze toe hebben geleid. Hij denkt terug aan de tijd bij zijn vader, waar alles goed was. Zijn vader stond altijd voor hem klaar en wilde hem alles geven wat hij nodig had, maar dat was voor hem niet genoeg. Beschaamd keert hij terug naar zijn vader. Hij is ervan overtuigd dat zijn vader boos zal zijn, hem verwijten zal maken en niets meer met hem te maken wil hebben. Maar blijkbaar kent hij zijn vader niet goed genoeg.

“Toen hij nog ver weg was, zag zijn vader hem aankomen. Hij had medelijden met hem. Hij liep hem snel tegemoet, omhelsde hem en kuste hem. De zoon zei: ‘Vader, ik heb verkeerd gedaan tegen God en tegen u. Ik ben het niet meer waard om uw zoon te zijn.’ Maar de vader zei tegen zijn dienaren: ‘Breng vlug de beste kleren hier en trek hem die aan. Doe een zegelring aan zijn vinger en trek hem schoenen aan. En haal het vetgemeste kalf en slacht het. Want we gaan feestvieren. Want mijn zoon hier was dood en hij is weer levend geworden. Want ik was hem kwijt, maar ik heb weer terug!’ En ze gingen feestvieren.” (Lucas 15:20b-24)

Dit vind ik het mooiste deel van deze gelijkenis. Ik stel me altijd voor dat de vader elke dag op de uitkijk staat naar zijn zoon. Hij verlangt ernaar dat zijn zoon weer thuis komt en op het moment dat hij zijn zoon in de verte ziet, rent hij met open armen op hem af.

‘Met open armen word je ontvangen.’

De vader in deze gelijkenis is onze hemelse Vader en de zoon dat zijn wij. Het is de satan die ons deze gedachten influistert om ons ver bij God vandaan te houden, maar deze leugens moeten we opzij zetten. We moeten daar niet naar luisteren. God is een liefdevolle en bovenal genadige Vader, Hij is geduldig en trouw! Ook al lopen wij bij God vandaan, en laten we Hem even los. Hij staat altijd met open armen op ons te wachten om ons weer welkom te heten!

Aan de slag!
Weet dat de deur naar God altijd openstaat. Het maakt niet uit wat je (in het verleden) hebt gedaan, als je spijt hebt van je zonden en ze belijdt, staat God met open armen op je te wachten om je te verwelkomen.

Het lied ‘Met open armen’ van Schrijvers voor Gerechtigheid is niet naar aanleiding van deze gelijkenis geschreven, maar ik vind de tekst heel toepasselijk. Waar je ook vandaan komt, hoe je je ook voelt en wat je ook hebt gedaan, je bent altijd welkom in Gods huis en wordt met open armen ontvangen!

 

Deel deze overdenking

  1. Betty schreef:

    Mooi Stefanie! Geweldig dat we zo’n Hemelse Vader hebben.

  2. Wiedy schreef:

    Mooie blog, Stefanie en een prachtig lied!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap