Jezus, het Licht voor de wereld!

Een poosje geleden hadden wij een bruiloft. De trouwdienst was in een klein kerkje, met veel wit en enorme kroonluchters. Ik stapte net uit een donkere auto en kneep mijn ogen bijna dicht door de hoeveelheid licht. Het had voor mij op dat moment wel wat minder gemogen… Jezus wordt het Licht voor de wereld genoemd. Wat betekent dat eigenlijk? 

Het eerste verhaal in de Bijbel vertelt hoe God de wereld maakte. Als eerste maakte Hij het licht. Het markeert de geboorte, het begin, van een leefbare wereld. Een prachtige droom van God komt uit. Als Jezus het Licht voor de wereld is, betekent Zijn komst het begin van een nieuwe wereld: een reddingsplan waar God al eeuwen mee bezig is. Hij laat deze wereld niet zoals ze is geworden in handen van de mensen. Hij geeft om de bomen, het water van de rivier en om de dieren. Hij geeft om de straten van jouw stad en de mensen die erin wonen.  

Nieuwe wereld van God 

In de tijd dat Jezus op aarde was, was één van de dingen waar Hij het meest over sprak het Koninkrijk van God. In de Bijbel in Gewone Taal (BGT) staat: ‘Gods nieuwe wereld’. Jezus kwam om te vertellen over Gods reddingsplan en over de nieuwe wereld, Góds nieuwe wereld, die zou komen. Een wereld waarin de dingen anders zullen gaan. Een wereld waarin mensen die verdrietig zijn getroost zullen worden. Waar recht en vrede de baas zijn, in plaats van onrecht en oorlog. In deze donkere wereld kunnen we daar zo naar verlangen.   

Jezus laat zien wie God is 

Het kan zijn dat jij God niet altijd op een positieve manier hebt leren kennen en je daardoor geloven moeilijk vindt. Om God te leren kennen moeten we naar Jezus kijken. Als Jezus is geboren, wordt er over Hem gezegd dat Hij het Licht is en Hij de weg wijst naar God (zie Lucas 2:32, BGT). Of je nu al langer christen bent of als deze overdenking je allereerste ontmoeting is met het christelijk geloof; als je God wilt leren kennen moet je naar Jezus kijken.

Jezus zegt over Zichzelf: 

Ik ben het licht voor de wereld. Wie mij volgt, loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.
– Johannes 8:12b (NBV) 

Net zoals op de eerste dag de wereld niet in het donker is gebleven en God licht maakte zodat er leven kon zijn op de aarde, zo geeft Jezus als hét Licht leven aan ons mensen.  

Confronterend licht? 

In het volle licht zie je dingen die je liever voor anderen verborgen houdt. De rimpeltjes die je erbij heb gekregen of de wallen van korte nachten. Als Gods licht in onze wereld schijnt, kan dat ook ongemakkelijk zijn of zelfs beangstigend. In Gods licht komen er dingen aan het licht die misschien niet kloppen. Voor sommige van die dingen ben je zelf verantwoordelijk. Andere dingen zijn jou aangedaan en maken je kapot. Soms lijkt het dan alsof van binnen het lichtknopje is uitgedaan. Wat heb je er dan aan dat het Jezus het Licht voor de wereld is? Zit je dan wel te wachten op Gods licht?  

Jezus deelde ons leven 

Het bijzondere is dat Jezus in deze wereld kwam als God én mens. God kwam naar deze wereld toe als een kindje. Hij leefde als een gewoon jongetje dat bijvoorbeeld bij jouw dochtertje in de klas had kunnen zitten of door jouw straat had kunnen lopen… God kwam Zelf in onze wereld om als mens te leven. Hij heeft geslapen, gegeten en gelachen. Hij weet van liefde en genieten, maar ook van de schijnheiligheid van mensen en dat ze je in de steek laten.

Wat ik ongelooflijk vind, is dat Jezus niet cynisch is geworden. Hij is boos geweest, Hij heeft gehuild, maar Hij heeft niet gedacht: zoek het allemaal maar uit. Uit liefde wilde Hij ons leven delen en de wereld en de mensen redden en vernieuwen. Jezus is het Licht voor de wereld en door Hem wil God de wereld redden en vernieuwen. Hij zegt tegen ons allemaal: “Laten we wandelen in het licht van de Heer!” (Jesaja 2:5, BasisBijbel)

Aan de slag! 

Steek een kaars aan in een donkere ruimte. Sta even stil bij hoe Jezus als Licht in de duisternis is gekomen. Wat betekent het voor jouw dagen en jouw duisternis?

Deze overdenking verscheen eerder op Zij Lacht en is geschreven door oud-schrijfster Martina Fraanje.