Het wijze en het dwaze meisje – een moderne gelijkenis

02

apr

Corline Hoefnagel

Het is druk bij de ingang van de kerk. Kerkgangers druppelen achter elkaar naar binnen. Een oude vrouw schuifelt achter haar rollator, ze knikt vriendelijk naar het welkomstcomité. Verderop staat een tienerjongen, zijn handen diep in de zakken gestoken. Een meisje komt aangehuppeld op haar glittergympen. Haar lange haren wapperen in de wind. En daar loopt Emma. Alleen.

Ze loopt het grote, oude kerkgebouw binnen en vindt een plekje onder het orgel. “En wie ben jij?” Twee prachtige groene ogen kijken Emma van opzij aan. “Oh goedemorgen! Ik ben Emma. En jij?”

“Fijn om je te zien! Mijn naam is Sarah.”

Ze keuvelen wat over en weer – de twee vrouwen. Emma is nieuw in de gemeente en nee, het is inderdaad geen warm voorjaar. Sarah begint net te vertellen over haar werk als leerkracht als de dienst begint. “We praten na de dienst wel even verder,” zegt Emma lachend tegen Sarah.

Zo op het eerste gezicht lijken Emma en Sarah op elkaar. Beide vrouwen zingen mee. Beide vrouwen lezen uit de Bijbel. En beide vrouwen bidden. En beide vrouwen glimlachen om de anekdote die de voorganger aan het begin van zijn preek vertelt.

Toch is er een verschil. Een verschil dat niet zichtbaar is voor het blote oog. Alleen God ziet het verschil.

Want aan het eind van de dienst, op die zondagmorgen in de lente, klinkt er plotseling een hemels harmonieus geluid. Alle kerkgangers schrikken op. De voorganger stopt met praten. Er klinkt geroezemoes.

“Het is de laatste bazuin!” roepen enkele mensen.

Emma kijkt naar buiten en ziet de wolken openbreken. Ze weet genoeg. Het is echt waar: de Koning komt eraan. Haar Bruidegom! Eindelijk. Wat heeft ze naar dit moment uitgekeken!

Ook Sarah kijkt naar buiten. Wat… wat gebeurt er? Wat is dit? Al snel beseft ook zij wat er aan de hand is: de Koning komt eraan. Haar bruidegom? Ineens begint Sarah eraan te twijfelen.

Ze ging wel naar de kerk en las mee uit de Bijbel – net zoals de rest. Maar was ze er met haar hart wel echt bij? Waar was haar hart nou mee gevuld geweest de afgelopen tijd? Met veel dingen. Maar God? Had God haar hart vervuld? Was ze er klaar voor om Hem te ontmoeten?

Sarah beeft. Het is te laat, schiet het door haar heen. Het is voorgoed te laat. Al die jaren heeft ze zichzelf christen genoemd. Maar een echte christen was ze nooit geweest. Want nooit heeft ze haar leven aan Jezus overgegeven.

“Help me,” zegt ze tegen Emma, die naast haar is opgestaan. “Wat moet ik doen?” Maar haar woorden lijken niet echt tot Emma door te dringen. Emma straalt. “De Bruidegom is er,” stamelt ze. “De Bruidegom…”

De wijze en de dwaze meisjes

Pas las ik de gelijkenis van de wijze en de dwaze meisjes. Daarin vertelt Jezus over tien meisjes die met hun lamp wachten op de bruidegom. Alle tien wachten ze op hem. Vijf dwaze meisjes hebben een lamp mee, maar geen extra olie. De wijze meisjes dragen naast een lamp ook een olievoorraad bij zich.

En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet! Toen stonden al die meisjes op en maakten hun lampen in orde. De dwazen zeiden tegen de wijzen: Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit. Maar de wijzen antwoordden: In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever naar de verkopers en koop olie voor uzelf. Toen zij weggingen om olie te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten. Later kwamen ook de andere meisjes, die zeiden: Heer, heer, doe ons open! Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet.  
– Mattheüs 25: 6-12 (HSV)

Olie is noodzakelijk

Deze gelijkenis van de wijze en dwaze meisjes zette me aan het denken. Het is blijkbaar de rauwe realiteit: er zijn christenen met slechts een lamp, en christenen met een lamp plús olie. De wijze meisjes zijn voorbereid. Daarom kunnen de wijze meisjes in de gelijkenis hun olie niet delen, omdat de olie van geestelijke voorbereiding niet gedeeld kan worden.

Olie is voeding

Olie is voeding voor de lamp. Gevoed worden we bovenal en allereerst door Gods Geest. Hij wil werken in jouw hart als je daarvoor openstaat. Hij spreekt in het bijzonder tot ons als we lezen uit de Bijbel. In de kerk kunnen we bijvoorbeeld ook gevoed worden.

Hoe staat het oliepeil van jouw lamp erbij? In het leven kunnen heel veel dingen ons afleiden van ons doel: de ontmoeting met de Bruidegom. Laten we (weer) waakzaam worden!

Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal.
– Mattheüs 25:13 (HSV)

Aan de slag!

  • Op welke manieren en momenten word jij gevoed door God? (Denk ruim!)
  • Luister naar dit lied.

Deel deze overdenking

  1. Julia schreef:

    Wauw, heel belangrijk onderwerp dit en duidelijk omschreven middels een modern voorbeeld! ❤️ Het lied ‘Pure Bride’ van Leeland sluit ook aan op deze overdenking. Maranatha!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap