Afgewezen – of toch niet?

30

okt

Gastblogger

Het leven zit vol met gebeurtenissen die anders zijn dan je ze misschien had gewenst. Je hebt niet die baan gekregen die je graag wilde. Je studie was net wat te hoog gegrepen, waardoor je het helaas moest opgeven, of de vriendschap tussen jou en een vriend of vriendin is overgegaan. Allemaal situaties waarvan je niet had verwacht dat ze zo zouden lopen. Als je terugkijkt had je het liever anders gezien, je voelt je afgewezen. Afgewezen door de baas van dat bedrijf, die goede vriend of vriendin of de opleidingsmanager van je studie. Jezus had precies hetzelfde gevoel. Hij werd in Marcus 3:7-35 geconfronteerd met afwijzing van verschillende kanten toen hij op zoek was naar discipelen.

De Schriftgeleerden die uit Jeruzalem waren gekomen, hadden gehoord wie Jezus was en zeiden tegen elkaar: ‘Hij is bezeten door Beëlzebul’, en: ‘Dankzij de vorst der demonen kan hij demonen uitdrijven.’ Terwijl Jezus met de Schriftgeleerden praatte, wachtten zijn moeder en broers buiten totdat Hij klaar was, lees maar mee in Marcus:

Intussen waren zijn moeder en zijn broers aangekomen. Ze stuurden iemand naar binnen om hem te halen. Zelf bleven ze buiten wachten.
– Marcus 3:31 (BasisBijbel).

Het lijkt wel alsof Jezus’ moeder en broers het moeilijk vonden om in de buurt van Jezus te zijn, terwijl hij zo werd afgewezen door de Schriftgeleerden. Ze wilden misschien wel voor hem opkomen, maar waren bang om zelf een afwijzing te krijgen. De Schriftgeleerden konden niet geloven dat Jezus de Zoon van God is en dachten dat hij bezeten was. Hij werd duidelijk afgewezen. Maar die afwijzing vond niet alleen maar plaats in het boek Marcus – óók wíj merken dagelijks hoe moeilijk het kan zijn te getuigen van ons geloof.

De discipelen van Jezus moesten ook afwijzing het hoofd bieden, ze moesten erboven staan. Voor ons is dit vaak moeilijk. In welk opzicht ben jij verkeerd begrepen of afgewezen om je geloof? Misschien word je wel niet afgewezen, maar voelt dit voor jou zo. Willen je vrienden op zondag uit en vertel jij dan keer op keer dat je niet kan, terwijl ze dat best weten? Ze zeggen niks tegen je, maar hun afwijzende blik zegt jou genoeg: Waarom naar de kerk als je ook kunt uitgaan? Maar wat nou als je deze afwijzende blik om kunt draaien in iets positiefs. Jezus kon redding brengen hoewel de mensen hem zo hadden afgewezen. Het maakte niet uit wat ze hiervóór hadden gedaan, God kan vergeving brengen. Dat zei hij ook tegen de mensen daar:

Ik verzeker u: alle wandaden en godslasteringen, hoe erg ook, kunnen de mensen worden vergeven.
– Marcus 3:28 (BasisBijbel).

Aan de slag!

Denk deze week eens na over manieren waarop je die afwijzing van je klasgenoot, vriend, vriendin, leraar of buurman om kunt zetten in iets positiefs. Ga het gesprek aan en vraag waarom ze het dan zo vervelend vinden dat je gelooft. Misschien hebben ze er wel vervelende ervaringen mee gehad of weten ze eigenlijk niet goed wat geloven is. Praat eens met elkaar, wie weet kun je elkaar wel goede raad geven!

Schrijfster
Deze overdenking is geschreven door onze oud-schrijfster Melanie.

Deel deze overdenking

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap