Psalm 127 leert ons niets te doen zonder Zijn zegen!

Het leven kan ons soms helemaal in beslag nemen. We doen wat we moeten doen: werken, het huishouden, naar school gaan of de opvoeding van de kinderen. De ene na de andere dag vliegt voorbij. In dit soort tijden overvalt mij wel eens de vraag: ‘Waar doe ik het eigenlijk voor?’ Ik vind het altijd bijzonder hoe antwoorden op deze vragen terug te vinden zijn in de Bijbel. Psalm 127 gaat hierover.

Werken en waken zonder zegen

Als de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan; als de Heere de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. Het is tevergeefs dat u vroeg opstaat, laat opblijft, brood eet waarvoor u moet zwoegen: de Heere geeft het Zijn beminde in de slaap.
– Psalm 127:1-2 (HSV)

Het eerste vers geeft weer dat het bouwen van een huis en het bewaken van de stad zonder de zegen van God niks waard zijn. Als de Heere Zich niet bemoeit met het werk van de mens, is al het werk, de drukte en de inspanning voor niets. Het bouwen van een huis is hier waarschijnlijk gericht op het bouwen van de tempel: Gods huis. In dit huis en in de stad vinden mensen namelijk bescherming. De menselijke inzet voor het bouwen van het huis van bescherming en het bewaken van de stad, is tevergeefs. De bescherming kan alleen bij de Heere te vinden zijn. Dat betekent overigens niet dat we als mens niks meer moeten doen, omdat ‘God het wel regelt’. Nee, de les is vooral dat al ons werken en waken afhankelijk is van de Heere, en wij het niet op eigen kracht kunnen. Het gaat dus om ons werk doen, de zegen van de Heer daarbij ontvangen en het van Hem verwachten.

Leven leiden zonder zegen 

In het tweede vers wordt nogmaals herhaald dat het harde werk waarvoor we vroeg opstaan en weer laat thuiskomen niet effectief is. Tenminste, niet als de Heere het niet zegent. Niks van wat wij doen heeft nut zonder de zegen van de Heere. Met de beeldspraak ‘brood eten’ wordt waarschijnlijk het ‘leven leiden’ bedoeld. Daarmee vertelt dit vers ons dus dat er geen garantie is op succes wanneer we hard werkend ons leven leiden. Het is immers waardeloos zonder de zegen van de Heere.

Zonder Jezus kunnen wij niets

Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.
– Johannes 15:5 (HSV)

Ook in het Nieuwe Testament staat over de broodnodige zegen van God geschreven. Jezus spreekt in dit gedeelte Zijn discipelen aan en zegt hen middels deze beeldspraak dat zij zonder Jezus tot niets in staat zijn. De wijnstok wordt hier gebruikt als illustratie, omdat het weergeeft dat de discipelen geen vrucht zullen dragen, als zij niet in Hem zijn. Juist diegene die nauw met Jezus verbonden blijft, draagt veel vrucht. Jezus roept Zijn discipelen hier op om in Hem te blijven, door in verbondenheid met Hem te leven. “Want,” zegt Hij, “zonder Mij kunt u niets doen.” Deze boodschap voor de discipelen geldt ook voor ons. Zonder Jezus kunnen wij niets, draagt ons werk geen vrucht en is het doelloos.

De zegen van God uit Psalm 127

Samenvattend kunnen we zeggen dat we letterlijk niks kunnen zonder God. Ons werken, ons waken en beschermen is nutteloos als de zegen van God er niet op rust. De Heere geeft Zijn zegen aan Zijn beminde in de slaap, zegt het laatste stukje van Psalm 127. Dat betekent dat de zegen van God, die het werk dat wij als mensen doen succesvol zal laten zijn, doorwerkt als wij slapen. Dit is een gift die God ons geeft! Zonder Zijn zegen is al ons werk niks waard. Dat betekent niet dat wij niet meer moeten werken, waken of beschermen. Maar laten wij dit doen tot eer van Hem! Vraag Zijn zegen over alle taken die je doet en laat God al je werk zegenen. Pas dan wordt ons werken echt iets waard!

Aan de slag!

Bid het volgende gebed:

Trouwe Vader in de Hemel, ik dank U voor al het werk dat ik mag doen. Het is Uw wil dat ons werken en waken tot eer van U is. Daarom vraag ik U om al mijn werken te zegenen. In Jezus naam, amen.