David wordt een man naar Gods hart genoemd. Een compliment waarmee je je in je handjes mag knijpen. Toch lezen we meerdere keren dat deze zelfde man van God bekend was met het maken van fouten en het begaan van zonden. De situatie met Batseba is daarvan een heel bekend voorbeeld, maar dat is lang […]
David luistert naar God en begaat een zonde – hoe kan dat?
David wordt een man naar Gods hart genoemd. Een compliment waarmee je je in je handjes mag knijpen. Toch lezen we meerdere keren dat deze zelfde man van God bekend was met het maken van fouten en het begaan van zonden. De situatie met Batseba is daarvan een heel bekend voorbeeld, maar dat is lang niet de enige keer dat het voorkomt.
Vandaag duiken we in het Bijbelboek 2 Samuel, waar David in het laatste hoofdstuk besluit over te gaan op een volkstelling. Niet zo’n gek idee als koning van een volk, toch? Je wilt toch weten waar je aan toe bent?
De toorn van de HEERE ontbrandde opnieuw tegen Israël. Hij zette David tegen hen op door te zeggen: Ga Israël en Juda tellen. – 2 Samuel 24:1 (HSV)
Dat begint al goed, niet? Eén van Davids belangrijkste mannen, Joab, uit zijn twijfels erover. Toch is de wil van de koning wet en Davids mannen trekken door het land. Daarna lezen we dit:
Het hart van David bonsde in hem, nadat hij het volk geteld had. En David zei tegen de HEERE: Ik heb zwaar gezondigd in wat ik gedaan heb. Maar nu, HEERE, neem de ongerechtigheid van Uw dienaar toch weg, want ik heb heel dwaas gehandeld. Toen David ‘s morgens opstond, kwam het woord van de HEERE tot de profeet Gad, de ziener van David: Ga op weg en spreek tot David: Zo zegt de HEERE: Drie dingen leg Ik u voor; kies er voor u één van uit, dan zal Ik dat bij u doen. Zo kwam Gad bij David. Hij maakte hem dit bekend en zei tegen hem: Zal er zeven jaar hongersnood over u komen in uw land? Of wilt u drie maanden vluchten voor uw vijanden, terwijl die u achtervolgen? Of zal er drie dagen pest in uw land zijn? Welnu, overweeg dit en zie wat voor antwoord ik Hem Die mij gezonden heeft, moet brengen. – 2 Samuel 24:10-13 (HSV)
David doet een volkstelling in opdracht van God – of toch niet?
Een vrij verwarrend verhaal, vind je niet? Er staat toch dat God David ertoe aanzette om een volkstelling te houden? Waarom wordt hij dan vervolgens gestraft voor iets dat God van hem vraagt? Om dit Bijbelgedeelte te begrijpen, hebben we een andere tekst nodig:
Toen stond de satan op tegen Israël, en hij zette David ertoe aan om Israël te tellen. – 1 Kronieken 21:1 (HSV)
Kijk, dit verklaart een hoop. ‘Hij’ in 2 Samuel is niet God, maar Zijn tegenstander. David doet daarmee niet iets dat God van hem vraagt, maar juist het tegenovergestelde! Het was een daad van gebrek aan vertrouwen in God en Zijn macht en kracht om te helpen in tijden van nood. David wilde weten of hij op zijn volk kon vertrouwen, terwijl God geen grote aantallen nodig heeft. Het gaat Hem om de grootte van je geloof, je vertrouwen. Durf jij op Hem te steunen, ook als daar (nog) geen bewijs voor is?
Aan de slag!
David leert deze les, samen met het volk, op een harde manier. Hoewel ik niet denk dat God op dezelfde manier met ons omgaat als met David, laat het wel de ernst én het belang inzien van het stellen van je vertrouwen in Hem. Op welk vlak vertrouw jij meer op wat je kunt zien dan op Gods (onzichtbare) macht en kracht?
In onze besloten Facebookgroep met meer dan tweeduizend leden kun je je aansluiten bij een Zij Lacht (bijbelstudie)groep, of je kunt er zelf een starten!