Aan Zijn voeten – de hoogste plaats

Maria van Bethanië, de zus van Martha en Lazarus, zat aan de voeten van Jezus. Aan Zijn voeten is de hoogste plaats!

Maria van Bethanië was de zus van Martha en Lazarus. Je kent misschien het verhaal wel van Jezus die op bezoek komt bij Martha en Maria, en het verhaal van de opstanding van Lazarus. Maria komt op verschillende momenten terug als belangrijk persoon in het leven van Jezus. En eigenlijk is zij in alle drie de verhalen helemaal zichzelf: iemand die aan de voeten van Jezus zit.

Jezus bij Maria

Het gebeurde, toen zij onderweg waren, dat Hij in een dorp kwam. En een vrouw van wie de naam Martha was, ontving Hem in haar huis. En zij had een zuster die Maria heette, die ook aan de voeten van Jezus zat en naar Zijn woord luisterde. Maar Martha was druk bezig met bedienen. Nadat zij erbij was komen staan, zei zij: Heere, trekt U het Zich niet aan dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg toch tegen haar dat zij mij helpt. Jezus antwoordde en zei tegen haar: Martha, Martha, u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen. Slechts één ding is nodig. Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat niet van haar zal worden afgenomen.
 – Lukas 10:38-42 (HSV)

Terwijl Martha druk bezig is om haar huis op orde te krijgen en Jezus van alle gemakken te voorzien, zit Maria rustig aan Zijn voeten en luistert naar wat Hij zegt. Het lijkt erop dat het niet zozeer een gesprek is, maar simpelweg Jezus die onderwijst en Maria die luistert. En Jezus wijst het luisteren aan als ‘het goede deel’.

De dood van Lazarus

Later, als Lazarus ziek is, laten Martha en Maria de Heere Jezus halen. Maar Jezus laat ze wachten:

Toen Jezus dan gekomen was, bleek dat hij al vier dagen in het graf lag. (Bethanië nu lag dicht bij Jeruzalem, ongeveer vijftien stadiën daarvandaan.) En velen van de Joden waren naar Martha en Maria gekomen om hen te troosten over hun broer. Zodra Martha dan hoorde dat Jezus kwam, ging zij Hem tegemoet, maar Maria bleef in huis zitten.
– Johannes 11:17-20 (HSV)

Pas wanneer Maria hoort dat Jezus naar haar vraagt, snelt ze naar hem toe: ‘Zodra dan Maria kwam waar Jezus was, en Hem zag, viel zij aan Zijn voeten en zei tegen Hem: Heere, als U hier geweest was, zou mijn broer niet gestorven zijn.’ (Johannes 11:32, HSV)

Opnieuw zit Maria aan de voeten van Jezus. Ze valt op haar knieën en kan maar één zin uitbrengen. Het is een aanklacht. Jezus heeft in haar rouwende, menselijke ogen verzaakt om haar broer te redden. In haar wanhoop kan ze niet meer overeind blijven, maar hierin wordt ook duidelijk dat ze niets anders meer kan doen dan voor Jezus knielen. Ondanks dat Hij (in haar ogen) heeft verzaakt, blijft Hij haar enige hoop.

De zalving

In de derde belangrijke ontmoeting zit Maria opnieuw aan Jezus’ voeten. Jezus ligt aan tafel te eten wanneer Maria binnenkomt. Ze heeft een flesje dure olie bij zich en zalft daarmee Jezus’ hoofd en voeten. Daarna droogt ze Zijn voeten met haar haren. Maria neemt de meest nederige positie in. 

De anderen aan tafel zijn niet blij met haar, in hun ogen verkwist ze dure olie zonder reden. Maar Jezus ziet het anders:

‘Maar Jezus zei: Laat haar met rust. Waarom valt u haar lastig? Zij heeft een goed werk aan Mij verricht. Want de armen hebt u altijd bij u en wanneer u wilt, kunt u hun weldoen, maar Mij hebt u niet altijd. Zij heeft gedaan wat zij kon; zij heeft van tevoren Mijn lichaam gezalfd voor de begrafenis.’ (Markus 14:6-8, HSV)

Alle keren dat Maria aan de voeten van Jezus zat en luisterde naar wat Hij vertelde, heeft ze blijkbaar – als een van de weinigen – begrepen dat Jezus voor haar zou moeten lijden. Maria leek te begrijpen dat Jezus zou gaan sterven en daarom balsemde ze Hem al van tevoren. Balseming was iets dat gebeurde bij de doden, maar niet bij mensen die als misdadiger om het leven werden gebracht. Als Maria Jezus niet had gezalfd, was het waarschijnlijk helemaal niet gebeurd.

Jezus is Maria dankbaar. Door aan Zijn voeten te zitten en te luisteren, had ze begrepen waar het om draaide.

Aan de slag! 

Luister vandaag Opwekking 462 ‘Aan Uw voeten, Heer’. Waarin zie je gelijkenissen met Maria? Wat kun je er voor jezelf uit meenemen?

Bron: Het leven van Maria van Bethanië – Dennett, E. (z.d.)