Wat wil je dat Ik voor je doe?

06

feb

Hadassa

Het is druk vandaag. Drukker dan anders. Hij hoort het aan de vele voetstappen en het opgewonden gepraat. Een grote menigte passeert de weg die van Jericho naar Jeruzalem loopt. De weg waarlangs hij elke dag zit. De drukte is niet zo gek voor deze tijd van het jaar. Binnenkort zal het Pascha worden gevierd. De feestgangers komen door Jericho heen op weg naar Jeruzalem, om daar het feest te kunnen vieren. De beste periode van het jaar voor een blinde bedelaar. Veel mensen in een feestelijke stemming. Dat levert altijd een goede opbrengst op. Toch is het vandaag net iets drukker en is de stemming net iets meer opgewonden dan normaal. Wat is er toch aan de hand? Hij stoot de man naast hem aan om het te vragen. ‘Heb je het niet gehoord, Bartimeüs?’ antwoordt deze hem. ‘Jezus van Nazareth komt langs!’

‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ Dat is het enige wat hij kan roepen. Jezus komt langs! Jezus, de man over wie hij al zoveel heeft gehoord. De man die wonderen doet en mensen beter maakt. De man die blinde mensen weer laat zien. Hij wil deze Jezus zo graag ontmoeten! Nu komt Hij langs de weg waar hij elke dag zit om te bedelen.

De mensen om hem heen snauwen Bartimeüs toe dat hij stil moet zijn, maar Bartimeüs schreeuwt des te harder. Opeens wordt hij bij zijn armen gepakt en meegenomen. Hij wordt door de mensen naar Jezus gebracht. Jezus kijkt hem aan en zegt: ‘Wat wil je dat Ik voor je doe?’

Wat een rare vraag! Waarom stelt Jezus hem deze vraag? Weet Jezus dan niet wat deze man wil? Er waren al zoveel blinden naar Hem toegekomen om Hem om genezing te vragen. Jezus kan toch wel raden dat deze man hetzelfde wil? Waarom stelt Jezus hem dan toch deze vraag?

Blijkbaar vindt Jezus het een belangrijke vraag om te stellen. Hij wil graag dat Bartimeüs hardop antwoord geeft op deze vraag en aan Jezus vertelt wat hij wil. Jezus wil dat hij zijn verlangens naar Hem uitspreekt.

Bartimeüs heeft geen moeite om antwoord te geven op deze vraag. Hij weet precies wat hij wil en dat hij daarvoor bij Jezus moet zijn. Hij noemde Hem niets voor niets ‘Zoon van David’. Hij wist precies wat hij daarmee zei. ‘Zoon van David’ was in die tijd een gebruikelijke titel voor ‘de Messias’. De Messias was iemand die door God beloofd was. Hij zou een nakomeling van David zijn en zou komen om de wereld te redden. Bartimeüs wist precies wie Jezus was. Jezus was de Messias, de Redder van de wereld. Als Bartimeüs bij iemand terecht kon, dan was het wel bij Hem.

Zonder enige aarzeling zegt hij Jezus wat hij wil: ‘Zorg dat ik weer kan zien!’ Weer zegt Jezus iets opmerkelijks: ‘Je geloof heeft je gered.’ Wat bedoelt Hij hiermee?

Blijkbaar gaat het Jezus niet om de genezing, maar om iets anders. Het gaat Jezus om het geloof dat Hij hoort in de manier waarop Bartimeüs Jezus riep. Het geloof dat Hij hoort in het antwoord dat Bartimeüs Hem geeft. Dat maakt het verschil. Door zijn geloof is hij niet alleen genezen, maar ook gered. Dat is wat Jezus, de Messias, kwam doen. Hij kwam deze man redden.

Op hetzelfde moment dat Jezus dit zegt, kan Bartimeüs weer zien. Hij dankt God en besluit Jezus te volgen en bij Hem te blijven. Hij is genezen, dat is een wonder. Maar het wonder dat nog groter is, is dat hij is gered. Hij is gered door de Messias.

Stel je voor dat Jezus dezelfde vraag aan jou zou stellen: ‘Wat wil je dat Ik voor je doe?’ Wat zou je daarvan vinden? En wat zou je antwoorden?

Het lijkt raar dat Jezus deze vraag stelt. God weet toch allang wat ik wil? Waarom vraagt Hij er dan naar? Het gaat er toch niet om wat ik wil, maar wat God wil?

Toch is het voor Jezus geen rare vraag. Hij stelt hem expres en wil er graag antwoord op krijgen. Hij wil dat jij je verlangens uitspreekt naar Hem. Waarom? Omdat het zoveel zegt over hoe je Hem ziet. Omdat het zoveel zegt over wat je over Hem gelooft. Wat durf je aan Hem te vragen? Alleen kleine, realistische vragen die er echt toe doen? Of durf je je grote, verborgen verlangens aan Hem bekend te maken, in geloof dat Hij er dan het juiste mee zal doen? 

Aan de slag!

1. Hoe spreek je God/Jezus aan als je tot Hem bidt? Wat zegt dat over hoe je Hem ziet?
2. Wat zou je antwoorden als Jezus jou vandaag zou vragen: ‘Wat wil je dat Ik voor je doe?’ Wat zegt dat over wat je over Hem gelooft?

Wil je het verhaal zelf lezen? Je kunt het vinden in Lukas 18: 35-43 en Markus 10: 46-52.

Deel deze overdenking

  1. Kim schreef:

    Wow :’) Dankjewel <3

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap