Vijfduizend man van brood voorzien? Waarom alleen Jezus dat kan

Jezus gaf Zijn discipelen de macht om zieken te genezen en mensen tot God te brengen. En ze raken niet over hun ervaring uitgepraat! Maar als Hij hen vraagt om een groep mensen van brood te voorzien, wordt het stil…

Hij riep Zijn twaalf discipelen bijeen en gaf hen kracht en macht over alle demonen, en om ziekten te genezen, en Hij zond hen op weg om het Koninkrijk van God te prediken en de zieken te genezen.
– Lukas 9:1-2 (HSV)

Wauw, wat een moment is dit. Jezus geeft de discipelen hier machten die Hijzelf ook bezit. Machten die zo bijzonder zijn, dat mensen van heinde en verre komen om ze tentoongesteld te zien worden. Om er de ontvanger van te zijn. Machten die de discipelen een klasse apart maken. Het was duidelijk: deze mannen horen bij Jezus!

‘Geven jullie hen brood…’

Fast forward ik weet niet precies hoe lang, dat staat er niet bij.

De discipelen zijn op pad geweest. Hebben mensen genezen, mensen tot God gebracht. En nu komen ze terug. Vol verhalen. Dit is wat we allemaal gedaan hebben! Wat een getuigenis. Wat een energie moet dat geven. Op naar het volgende!

Terwijl ze dit alles met Jezus delen, verzamelen zich mensen om hen heen. Hij bekommert zich om hen. Hij geneest hen en vertelt hen van God. En dan, zoals dat gaat, is het etenstijd. ‘Zullen we hen wegsturen, zodat ze eten kunnen kopen?’, vragen de discipelen. En dan zegt Jezus dit: ‘Geven jullie hen te eten’.

De discipelen kijken elkaar een beetje verbaasd in. ‘We hebben lang niet genoeg brood voor zoveel mensen. Of we moeten voor vijfduizend man brood en vis gaan kopen…’.

Maar dat is niet waarop Jezus doelt. Jezus wil hier iets laten zien. Iets van Gods koninkrijk.

Maar Hij zei tegen Zijn discipelen: Laat hen gaan zitten in groepen, elk van vijftig. En zij deden dat en lieten allen plaatsnemen. Nadat Hij de vijf broden en de twee vissen genomen had, keek Hij op naar de hemel, en Hij zegende ze, brak ze en gaf ze aan de discipelen om aan de menigte voor te zetten. En zij aten en werden allen verzadigd. Wat zij overhadden van de stukken brood, werd opgeraapt: twaalf manden.
– Lukas 9:14-17 (HSV)

Jezus alleen is het Brood dat écht vult

Wat Jezus hier doet, was als mogelijkheid nog nooit in de hoofden van de discipelen opgekomen. Ze verkeerden dan wel in Zijn nabijheid en Hij had hen dan wel de kracht en macht gegeven om zieken te genezen, maar dit is blijkbaar toch van een andere orde. Daarom legt Hij hen na zijn suggestie (‘geven jullie hen te eten’) ook niet uit wat ze vervolgens moeten doen om het wonder te voltrekken, maar laat Hij het zien.

Jezus zorgt voor voldoende brood, zoals Hij (en Hij alleen) het Brood des Levens is. Dit is niet iets wat de discipelen kunnen doen, hoeveel krachten en machten Hij hen ook gegeven heeft. Alleen Jezus is degene die redt. Alleen Jezus is degene die dit wonder kan verrichten. Alleen Jezus vult ons voldoende en laat ons écht leven.

Jezus zet anderen in – ook jou en mij – om in deze wereld aan de slag te gaan. Om mensen beter te maken en mensen tot God te brengen. Maar redding? Daar kan alleen Hij voor zorgen. Geloof jij dat?

Aan de slag!

Luister het nummer ‘Samen eten wij’ van Sela.

Samen eten wij, samen delen wij.
Er is brood voor iedereen.
Proef de liefde, wij zijn welkom.
Hier aan tafel zijn wij één.