Spreuken 31: de sterke vrouw

Daar sta je dan: je hele huis weer recht te trekken na een avond visite. Of ’s ochtends in alle vroegte de tasjes van je kinderen klaar te maken. Na een lange dag werken moet je nog koken. En als je dan eindelijk denkt te kunnen rusten, ben je de was in de wasmachine vergeten. Het lijkt alsof er nooit een einde aan komt, dat eeuwige huishouden. Soms is het echt ondankbaar werk… 

Vandaag kijken we samen naar wat Spreuken 31 ons kan leren. De Bijbel spreekt hier over een sterke vrouw, die door al haar werken meer waard is dan edelstenen. Door al die klusjes waarvan jij soms moedeloos denkt: waar doe ik het voor?

Eigenschappen van een sterke vrouw

Haar man vertrouwt op haar
en zal daar rijkelijk bij winnen.
Ze brengt hem voorspoed, geen ellende,
alle dagen van haar leven.
Ze zoekt wol en linnen uit,
en spint en weeft met vreugde.
– Spreuken 31:11-13 (NBV21)

De schrijver begint met het opsommen van een aantal eigenschappen van een sterke vrouw: ze is te vertrouwen en daardoor een zegen voor haar man. Ze is ijverig en ze bewaart de controle in het gezin, door voorbereidingen te treffen als de rest nog slaapt.  Ook is ze daadkrachtig en onvermoeibaar. Ze is haar man tot zegen. 

Je denkt nu misschien: dit ben ik niet. Maar als je Spreuken 31 helemaal leest, denk ik dat er veel dingen zijn waar jij je in kunt vinden. Alleen zien we dit vaak zelf niet. Wij voelen ons niet per se een sterke vrouw als we die eeuwige was weer ophangen. We voelen ons niet als edelstenen als we moeten koken en de kinderen jengelend aan onze benen hangen.

De sterke vrouw als schakel

In Spreuken 31 lees je hoe de vrouw de schakel is tussen haar man en de dorpelingen. Je leest hoe ze haar gezin beschermt tegen de kou, en ze de armen ziet en helpt. Hoe mooi is het, als je al je (huishoudelijke) werkzaamheden mag gaan zien als schakel! Als jij door je, soms ondankbaar lijkende werk, een zegen mag zijn voor je gezin. Maar ook als je geen gezin hebt, kun jij een schakel zijn voor je kerk, je familie, of de buurt waarin je woont. 

Haar handen strekt zij uit naar de behoeftigen,
Ze geeft de armen hulp. 
De sneeuw zal haar gezin niet deren:
zij heeft hen in scharlaken gekleed.
– Spreuken 31:20-21 (NBV21)

Haar daden worden geprezen

Haar daden worden geprezen in de poorten van de hemel, zo sluit Spreuken 31 af. Jouw daden, die soms zo onzinnig lijken. Die nooit ophouden als je wilt dat ze klaar zijn. Wanneer jij je niet gewaardeerd voelt door je man of omgeving. Jouw daden, zuster, worden geprezen in de hemelpoorten. Ik hoop en bid dat je dit elke dag mag voelen. En dat als je het even niet voelt, er iemand is die dit tegen je zegt!

Charme is bedrieglijk en schoonheid vergaat,
maar een vrouw met ontzag voor de HEER moet worden geprezen.
Moge zij de vruchten plukken van haar werk,
mogen haar daden worden geprezen in de poorten.
– Spreuken 31:30-31(NBV21)

Aan de slag!

Bemoedig een andere vrouw deze week met de woorden van Spreuken 31! Schrijf het op een kaart, zeg het tegen haar. Laten we elkaar zien!