De afgelopen dagen lazen we over David, en Salomo die de tempel van de Heer mocht bouwen. Hij nam daarvoor zeven jaar de tijd. Een immense tijd! Vandaag lezen we over het volgende dat Salomo bouwde: zijn eigen huis. En ook daarvoor nam hij behóórlijk lang de tijd. Je zou denken dat de bouw van […]
Een les van Salomo: hoe geef je God steeds de hoogste plaats?
De afgelopen dagen lazen we over David, en Salomo die de tempel van de Heer mocht bouwen. Hij nam daarvoor zeven jaar de tijd. Een immense tijd! Vandaag lezen we over het volgende dat Salomo bouwde: zijn eigen huis. En ook daarvoor nam hij behóórlijk lang de tijd.
Je zou denken dat de bouw van zijn eigen huis minder lang in beslag nam dan de bouw van de tempel, maar niets is minder waar.
Aan zijn eigen huis heeft Salomo echter dertien jaar gebouwd, en hij voltooide zijn hele huis. – 1 Koningen 7:1 (HSV)
Het woord ‘echter’ zegt eigenlijk al genoeg in deze zin: ook de auteur van dit Bijbelboek vindt er iets van dat de bouw van Salomo’s huis bijna twee keer zo lang in beslag nam als de bouw van de tempel.
Salomo besteedde langer aan de bouw van zijn eigen paleis
Dat is echter niet het enige. Vergelijk deze verzen maar eens.
En het huis, dat de koning Salomo voor de HEERE bouwde, was zestig el in zijn lengte, twintig el in zijn breedte en dertig el in zijn hoogte. – 1 Koningen 6:2 (HSV)
En hij bouwde het huis van het Woud van de Libanon, honderd el in zijn lengte, vijftig el in zijn breedte en dertig el in zijn hoogte, met vier rijen van cederhouten pilaren, en cederhouten balken op de pilaren. – 1 Koningen 7:2 (HSV)
Het tweede vers gaat over het huis van Salomo, en het moge duidelijk zijn: hij besteedde niet alleen langer aan de bouw ervan, maar zijn eigen paleis werd ook nog eens groter dan de tempel.
Ook Salomo was niet immuun voor de verdeeldheid in zijn hart
Zelfs Salomo, die zoveel wijsheid van God gekregen had, was niet immuun voor de verdeeldheid in zijn hart. Ook hij vond het moeilijk om Gods huis boven zijn eigen huis te stellen.
Misschien herken je dat wel. Dat je zo gefocust kunt zijn op alles wat je voor jezelf doet (hoe mooi en goed die dingen ook kunnen zijn!) dat de dingen voor God een beetje opzij geschoven worden. Je doet ze wel, maar voor jezelf loop je net dat beetje harder. En misschien is het niet eens bewust. Het is een val waar de mens al vanaf het begin intrapt.
Hoe geef je God steeds weer de hoogste plaats?
Hoe voorkom je dat ook jou dat overkomt? Heel eerlijk, dat kan waarschijnlijk niet. We zijn menselijk en maken fouten. Bovendien is het niet erg om gefocust bezig te zijn met de dingen die jouw dagelijks leven uitmaken. Die zijn je bovendien door God gegeven. Maar hoe zorg je dat je God daarin steeds de hoogste plaats geeft?
Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. – Psalm 105:4 (HSV)
Blijf volharden, blijf zoeken, zoals deze Psalm zegt. Het leven bestaat nu eenmaal uit periodes waarin je uit jezelf meer, of juist minder, op God gefocust bent. Door elke dag weer bij Hem terug te komen, heb je de grootste kans dat je Hem steeds weer de eer bewijst met alle (andere) dingen die je doet.
Aan de slag!
En hoe ziet die routine er dan uit? Dat hangt af van het seizoen waarin je je bevindt. Misschien heb je nu elke dag tijd om uitgebreid Bijbel te lezen, er iets over op te schrijven, muziek te luisteren en noem het maar op. Maar misschien is dat verre van jouw realiteit. Bepaal wat haalbaar is en probeer daar elke keer bij terug te komen. Elke dag Zij Lacht lezen of luisteren is een prachtig begin. 😉
In onze besloten Facebookgroep met meer dan tweeduizend leden kun je je aansluiten bij een Zij Lacht (bijbelstudie)groep, of je kunt er zelf een starten!