We zijn ín de wereld, maar niet ván de wereld

‘Het is een gevaarlijke business, Frodo, je huis verlaten. Je stapt op een pad, en als je niet uitkijkt waar je je voet neerzet heb je geen idee wat je te wachten staat.’ Een paar maanden geleden keek ik voor het eerst ‘The Lord of the Rings’. Het is een wereld waar je als kijker volledig in wordt meegenomen. Je loopt en leeft als het ware drie uur lang mee in een wereld die totaal anders is. Je wordt geconfronteerd met de mooie en lelijke kanten, met mooie en lelijke personages. Lord of the Ring-fans kunnen zo tientallen quotes opnoemen die kenmerkend zijn voor deze serie. Wat me het beste bijgebleven is, is het verschil tussen goed en kwaad. Het is in de film vrij gemakkelijk te zien. Dat vind ik in de ‘echte wereld’ nog weleens lastig.

In het Bijbelgedeelte waar we vandaag bij stil staan, wordt er ook een duidelijk onderscheid gemaakt tussen twee werelden. In 1 Johannes 2: 12-17 lezen we:

Kinderen in het geloof, jullie ongehoorzaamheid aan God is vergeven door wat Jezus heeft gedaan. Vaders in het geloof, jullie kennen Hem die vanaf het begin al is. Jonge mensen in het geloof, jullie hebben de duivel overwonnen. Kinderen in het geloof, jullie kennen de Vader. Vaders in het geloof, ik zeg het nog een keer: jullie kennen Hem die vanaf het begin al is. Jonge mensen in het geloof, ik zeg het jullie nog een keer: jullie zijn sterk van geest en het woord van God is in jullie en jullie hebben de duivel overwonnen.

Houd niet van de wereld en van de dingen die van de wereld zijn. Als je van de wereld houdt, houd je niet werkelijk van de Vader. Want alles wat de ongelovige mensen doen en willen en verlangen en belangrijk vinden, is niet van de Vader, maar van de wereld. En de wereld met alles wat ze belangrijk vindt, zal verdwijnen. Maar als je doet wat God wil, zul je eeuwig leven.

In dit gedeelte gaat het over twee werelden die niet samen kunnen gaan. Als eerste is er de wereld die aan ons trekt, waar we middenin staan, maar die ook zal verdwijnen. Het is de wereld waar de duivel macht heeft. Zoals de tekst zegt, is het een wereld waar ongelovige mensen doen en willen en verlangen wat zij belangrijk vinden. Eigenlijk zouden we ook onze namen daar kunnen invullen. We staan namelijk allemaal in deze wereld. In een andere vertaling wordt deze wereld namelijk uitgelegd als een plaats waar gepronkt wordt met de dingen van het leven, waar verleidingen en gevaren heersen.

De andere wereld is de plaats waar God is. Het is de plaats waar het licht het wint van de duisternis, waar alles zuiver is, waar liefde het wint van haat. Het is de plaats van eeuwig leven.

Er valt ons nog meer op. Aan het eind staat: ‘Maar als je doet wat God wil, zul je eeuwig leven’. In dit gedeelte wordt meerdere keren de nadruk gelegd op het feit dat we als mensen kunnen kiezen tussen het goede en het kwade, tussen één van beide werelden. Dat is mooi, maar ook confronterend. Want dat betekent dat je ook vandaag opnieuw kunt kiezen tussen goed en kwaad. En helaas is het niet zo dat het kwade geen invloed meer op ons heeft. Het vormt nog steeds een gevaar, ook als je gelovig bent.

En dat is precies waar wij elke dag mee worstelen. Hoe kan ik in het dagelijkse leven verschil zien tussen deze twee werelden? Hoe weet ik zeker dat ik Gods wil doe? Of word ik er alsnog ingeluisd door de duivel? Bezit ik dat onderscheidingsvermogen om verschil te zien tussen goed en kwaad? Groei ik hier überhaupt nog in, of blijf ik hier elke dag mee worstelen?

Deze vragen en twijfels gaan samen met geloven. Je zou kunnen zeggen dat het worstelen hiermee onderdeel is van geloven. God vraagt van ons die strijd aan te gaan. Strijden houdt ook in dat we er moeite voor moeten doen. Het herkennen en onderscheiden van deze twee werelden gaat niet vanzelf.

Johannes gebruikt ook andere woorden om deze werelden uit te leggen. We zijn wel ín de wereld, maar niet ván de wereld. Wat hij hiermee bedoelt is dat we in een wereld leven waarin we gebrokenheid zien. Er zijn verleidingen en gevaren van alle kanten. En daar zijn we zelf onderdeel van. We kunnen niet aan de zijlijn blijven staan, maar we maken daar zelf onderdeel van uit. Dat maakt het ook zo lastig om te onderscheiden wat goed en kwaad is.

We hebben als het ware andere ogen nodig om de dingen van God in de wereld te zien. En daar moeten we ons voor inspannen. De wereld zoals we het als gelovigen zien heeft een dimensie die je kunt zien en ervaren, maar ook een geestelijke dimensie. Die geestelijke werkelijkheid is niet minder ‘echt’, maar misschien wel lastiger te onderscheiden.

Aan de slag!

Johannes is in het Bijbelgedeelte dat we gelezen hebben radicaal. Hij noemt de beide werelden bij naam en legt uit wat deze betekenen. Maak voor jezelf eens zo’n radicaal lijstje. Leg je eigen leven hiernaast. Wat in jouw leven heeft duidelijk te maken met de ‘wereld’ van God? Zijn er ook gewoontes en situaties waar je afstand van wilt nemen, omdat ze niet overeenkomen met Gods ‘wereld’? Leg deze lijstjes eens naast elkaar.

Op welke terreinen in je leven houd je van de wereld? Wat houdt jou daarin vast? En durf je daar afstand van te nemen op het moment dat je bedenkt dat het een verkeerde invloed op jou heeft?

Download de dagtekst en deel ‘m op Instagram, Pinterest of Facebook!