Ben jij net zo goed in het verzinnen van smoesjes als Aäron?

24

jan

Dorine

Vandaag gaan we een stukje uit de Bijbel lezen over Mozes en Aäron. Waarschijnlijk heb je dit stuk al vaker gelezen, maar heb je net als ik, al jaren over het excuus van Aäron heen gelezen. Een stukje waarbij je, als je het leest en vervolgens nog een keer leest, hard moet lachen van verbazing, of misschien moet je er wel van huilen… want het is zo herkenbaar wat Aäron daar zegt!

Mozes is de berg Sion op gegaan om de Heer te ontmoeten. Hij is al een hele tijd weg en het volk wordt erg onrustig:

Toen het volk zag dat Mozes maar niet van de berg terugkwam, gingen ze naar Aäron. Ze zeiden tegen hem: “Kom, maak goden voor ons die ons kunnen leiden. Want we weten niet wat er is gebeurd met die Mozes, die man die ons uit Egypte heeft gehaald.” Aäron antwoordde: “Geef mij de gouden oorringen van jullie vrouwen, zonen en dochters.” Toen haalden ze allemaal hun gouden ringen uit hun oren en gaven die aan Aäron. Hij smolt ze en maakte er een gouden beeld van in de vorm van een kalf. Toen riepen ze: “Kijk, Israël, dit is jullie god! Dit is de god die jullie uit Egypte heeft gehaald!” Toen bouwde Aäron een altaar voor het beeld en riep: “Morgen vieren we feest voor de Heer!” De volgende ochtend vroeg offerden ze brand-offers. Daarna gingen ze eten en drinken en feestvieren. Het werd een wild feest.
(Exodus 32:1-6 BasisBijbel)

Natuurlijk ontgaat er niets aan het oog van onze Heer. Hij zegt tegen Mozes dat hij naar beneden moet gaan omdat het volk er een potje van aan het maken is!

Mozes gaat naar beneden en ontdekt wat het volk heeft gedaan. Hij wordt woedend! Hij gooit de stenen tafelen kapot op de grond, pakt het gouden kalf en verbrandt het, de restanten maalt hij tot fijne stof, gooit het in het water en laat de Israëlieten dat opdrinken.

Daarna wendt hij zich tot Aäron:

Toen zei Mozes tegen Aäron: “Hoe heb je het volk zoiets verschrikkelijks kunnen aandoen?” Maar Aäron zei: “Word alstublieft niet boos, heer. U weet zelf dat dit volk altijd slechte dingen wil doen. Ze zeiden tegen mij: ‘Maak goden voor ons die ons kunnen leiden. Want we weten niet wat er gebeurd is met die Mozes, die man die ons uit Egypte heeft gehaald.’ Toen zei ik tegen hen: ‘Als je gouden sieraden hebt, breng ze dan hier!’ Ze gaven hun goud aan mij en toen ik het goud in het vuur gooide, kwam dit kalf er uit.”
(Exodus 32:21-24 BasisBijbel)

Misschien is dit wel het slechtste excuus uit de Bijbel.

“Sorry Mozes, ik kan er ook niks aan doen! Dat slechte volk daar wilde graag dat ik een afgod voor hen zou maken, dus ik zei: ‘Geef me dan maar al jullie gouden sieraden.’ Dus dat volk daar gaf die sieraden aan mij, ik gooide het in het vuur. Ik kon echt mijn ogen niet geloven wat er toen uit het vuur kwam. Er kwam gewoon een gouden kalf uit! Ik heb er verder echt helemaal niks mee te maken! Ik wilde het niet eens!”

Het doet me denken aan een peuter op mijn werk. Tijdens het in de kring gaan zitten, hoorde ik opeens een muziekinstrumentje. Dus ik kijk even wat er aan de hand is. Zit er een peuter met zijn handen stiekem in de muziekbak. “O, maar dat mag niet!” zei ik. De peuter schrok heel erg. “Ik heb niks gedaan,” zei de peuter met grote ogen, terwijl hij snel zijn handjes ineensloeg. “Jawel, de juf zag dat je het muziekinstrumentje in je handen had.” “Nee, dat had ik niet!” Dan moet ik vaak hard lachen! Er is niks zo sterk als een peuterbrein, het deletet gelijk hetgeen ze verkeerd hebben gedaan en kan vervolgens vol overtuiging zeggen dat er niets is gebeurd.

Hier bij Aäron moest ik ook even lachen toen ik het las, niet omdat ik het echt grappig vind, maar meer omdat het beschamend herkenbaar is. Misschien doen jij en ik het niet op zo’n overduidelijke manier als Aäron deed, maar hoe snel hebben we de waarheid naar onze hand gezet? De situatie net even op een andere manier verteld om een foutje van onszelf weg te poetsen?

Ik betrap mijzelf er weleens op.

Ook in mijn relatie naar God betrap ik mijzelf erop. En dan denk ik: waarom?! Waarom zeg ik dit zo tegen God, terwijl ik weet dat dit niet helemaal, of maar een deel van de waarheid is. Er is op deze hele wereld, in dit hele heelal niets wat God ontgaat en ik ben een slap smoesje aan het verzinnen voor een fout die ik maakte!

Dan bedenk ik mij opeens wie ik voor de gek aan het houden ben. Niet God, maar mijzelf. Ik kan gewoon niet toegeven dat ik een mens ben die fouten maakt.

Aan de slag!

Herken je dit bij jezelf? Kan jij ook niet toegeven dat je fouten maakt? Dan ben je niet de enige! Het is goed om je hier bewust van te zijn zodat je het kan proberen te veranderen. Probeer deze fouten eens op te schrijven, niet om jezelf te veroordelen, maar om er bewust van te worden wat je doet.

Daarnaast mogen we weten dat we allemaal mensen zijn die fouten maken. Dat is precies de reden dat Jezus naar deze wereld is gekomen.

Als we naar het einde van dit deel van het verhaal kijken zien we dat God, die eigenlijk zijn handen van het volk wil aftrekken, toch besluit om mee te gaan naar het beloofde land.

Toen zei Hij: “Moet Ik Zélf meegaan om je gerust te stellen?” Mozes antwoordde Hem: “Als U niet Zelf met ons meegaat, laat ons dan niet van hier verder trekken! Want hoe kunnen we weten dat U goed en vriendelijk voor mij en voor dit volk wil zijn, als U niet Zelf met ons meegaat? Want toch juist doordat U bij ons bent, zijn wij anders dan de andere volken op de aarde. Wij zijn immers uw eigen volk.” De Heer zei tegen Mozes: “Ook deze keer zal Ik doen wat je vraagt, omdat je mijn vriend bent en Ik goed en vriendelijk voor je wil zijn.”
(Exodus 33:14-17 BasisBijbel)

Deel deze overdenking

  1. Trijnet schreef:

    Want toch juist omdat U bij ons bent zijn wij anders. Mooie bemoediging, maar ook een mooie opdracht.

  2. say thanks to a lot for your website it assists a lot.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap