Met opgeheven hoofd

09

dec

Renske Hoste

Schuifelende voeten, stoffige straten, achttien jaar lang. Ze kende niet anders, kon niet anders. Haar kleinkinderen groeiden haar voorbij en werden gereduceerd tot voeten en benen. Ze zou haar eigen kinderen niet eens herkennen als ze hun gezichten kon zien. Al achttien jaar leidde ze zo haar leven, pijnlijk kromgebogen vóór haar tijd, zwakke spieren niet in staat haar gezicht op te heffen. Alsof ze door strakke banden gebonden was, zo stram was haar lijf. Toch weerhield dat haar ziel niet om te luisteren naar Gods woord, om JHWH te zoeken. Zo stond ze daar in de synagoge, niet wetend dat Hij haar zeer binnenkort zou vinden. 

// Leestip: Lucas 13:10-17 //

Ze kon de spreker niet zien, maar zijn woorden raakten iets in haar. Aandachtig luisterde ze naar zijn lessen, tot hij zijn verhaal opeens onderbrak. Het geroezemoes in de synagoge viel stil. Voetstappen, handen, woorden. “Vrouw, je bent bevrijd van je zwakte.” Eén aanraking was genoeg: alsof er een golf van energie over haar heen viel, voelde ze zijn aanraking door zich heen stromen. Alsof ze werd opgetild bij haar kruin en weer neergezet, elke spier versterkt, elke wervel rechtgezet. Het was haar bijna teveel. Ze wankelde achteruit en keek op, op, op in het gezicht van de rabbi. Haar handen gingen naar haar nek, ze schudde haar hoofd in ongeloof. Het besef en de vreugde; ze schudde haar hoofd! Geen banden meer die haar belemmerden, alles kon weer! Links, rechts, op, neer, ze zag weer gezichten. Dolblij probeerde ze haar nieuw herwonnen bewegingsvrijheid en brak uit in gejubel: “Halleluja! Prijs de Heer, dank u wel!” De rabbi keek toe met een glimlach. De mensen snakten naar adem, geroezemoes brak los. Een wonder? Wauw! Maar op een rustdag? Had hij niet één dag-

Er ontstond een pad in de menigte, ruim baan voor de leider van de synagoge. Met grote passen liep hij naar voren en ging hij naast de rabbi staan. Hij zei tegen de mensen: “Er zijn zes dagen in de week om te werken. Kom dán om je te laten genezen, maar níet op de heilige rustdag!” Hoe durfde deze rabbi tegen de wet in te gaan? De sabbatsrust verbreken voor zo’n vrouw? Had hij niet iets belangrijkers te doen?

De rabbi antwoordde, recht in het hart. “Wat ben je toch schijnheilig! Jullie werken zelf óók op de heilige rustdag! Iedereen maakt toch op de heilige rustdag zijn os of zijn ezel los van de voerbak om hem mee te nemen om hem te laten drinken? Deze vrouw, die een dochter van Abraham is, werd al achttien jaar door de duivel gebonden gehouden. Moest ze daar dan niet van losgemaakt worden op de heilige rustdag?”

Daar had hij geen antwoord op. Met een rood hoofd probeerde hij nog een argument te sputteren, draaide zich toen om en liep weg. Pas toen drongen de implicaties tot de mensen door. De rabbi had hen als geen ander doorzien. En zei hij nou echt ‘dochter van Abraham’? Dit was de eerste keer dat een vrouw zo werd aangesproken, alsof ze gelijk was aan de man. Ongehoord uniek! Met hernieuwde verwondering keken ze naar rabbi Yeshua; wat een buitengewone man!

De rabbi ging weer naar voren en vervolgde zijn les alsof er niks gebeurd was. De vrouw achterin de zaal luisterde naar hem als nooit tevoren: met opgeheven hoofd.

Aan de slag!

Het feit dat Jezus deze vrouw geneest, is op zichzelf al heel bijzonder. Wat echter niet direct opvalt, is dat Hij haar een ‘dochter van Abraham’ noemt. Hiermee doet hij twee bijzondere dingen:
1) Hij prijst haar als een ware gelovige die doet wat Abraham deed (Joh 8:39).
2) Hij stelt haar qua status gelijk aan de man.

In de cultuur van die tijd was de vrouw ondergeschikt aan de man. Jezus doet iets wat geen enkele rabbi in die tijd zou durven en bewijst daarin hoe bijzonder uniek Hij is. Ook nu is dat van kracht; in Christus zijn we allemaal precies gelijk.

Hierbij maakt het niet uit of je Jood of geen Jood bent, slaaf of vrij mens, man of vrouw. Jullie zijn namelijk allemaal één in Jezus Christus. (Galaten 3:28, BasisBijbel)

Probeer vandaag als Jezus te kijken naar de mensen om je heen. Laat de verschillen en je vooroordelen wegvallen en kijk naar anderen door de ogen van Jezus. Probeer je hier vandaag heel bewust van te worden: iedereen die je ziet is een geliefd schepsel van God. Dus ook die vervelende collega/chagrijnige buschauffeur/….

Deel deze overdenking

  1. Christa schreef:

    Prachtig verwoord!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap