In de woestijn

29

jun

Alies

Waar denk je aan bij het woord ‘woestijn’? Droogte, leegte, zand, …? Misschien ben je zelf wel eens in een woestijn geweest, tijdens een vakantie of zo. Dan heb je er vast een beter beeld bij dan ik. Maar je kan het natuurlijk ook minder letterlijk opvatten. Je geloofsleven kan ook zijn als een ‘woestijn’. Droog. Verdord. Niets groeit er meer. Hoe langer je er bent, hoe meer dorst je krijgt. Dorst naar het levende water, dorst naar God. Vandaag lezen we over David. Hij belandde ook in een woestijn… 

De familie van koning David zit best ingewikkeld in elkaar. Hij heeft een hele hoop vrouwen. Bathséba is natuurlijk bekend. Een van zijn andere vrouwen heet Maächa. David krijgt met haar een zoon, zijn derde zoon. Samen geven zij hem de naam Absalom. Absalom groeit op en wordt met de dag knapper. In heel Israël loopt er geen mooiere man rond dan hij. De droomprins van iedere vrouw. Hij heeft prachtige lange haren én hij wil dolgraag koning worden. Maar… Dat zit er niet in. Het volk is tevreden met David als koning. Hij is rechtvaardig en helpt hen vaak. Absalom denkt lang na en besluit dan hoe hij David het best van de troon kan stoten. Hij heeft door de jaren heen nou niet echt een goede band opgebouwd met zijn vader, dus hij vindt het geen probleem om desnoods wat geweld te gebruiken. Een aantal dienaren van David sluiten zich, in het geheim, bij Absalom aan. Absalom paait en verleidt ondertussen het volk. Hij slijmt zoveel, dat steeds meer mensen zich achter hem scharen. Als Absalom na vier jaar eindelijk genoeg mensen heeft verzameld, gaat hij naar de stad Hebron. Daar roept hij zichzelf uit tot koning.

Een dag later krijgt koning David te horen wat Absalom heeft gedaan in Hebron. En er wordt hem verteld dat Absalom een leger heeft. Een leger dat bereid is om te vechten tegen hem, David. Zijn eigen zoon verklaart hem de oorlog. David schrikt natuurlijk, maar bovenal is hij enorm verdrietig. Absalom was zijn vroeger lievelingetje, ver voor alle narigheid begon. En nog steeds, ook al is het niet echt wederzijds, houdt David van Absalom. David houdt ook van Jeruzalem en van zijn volk. Daarom besluit hij om direct te vluchten. Hij wil niet vechten in deze stad. Hij wil niet dat de ene Israëliet zich tegen de andere keert. En bovenal wil hij niet tegen zijn eigen zoon vechten.

David vlucht naar de woestijn. En in de woestijn schrijft David een psalm. Psalm 63. Op dat moment is David dus fysiek in de woestijn, maar ik kan me zo voorstellen dat David ook geestelijk in een woestijn zit. Zijn eigen zoon, van wie hij zoveel houdt, haat hem. Absalom wil hem van de troon stoten en hem doden. En dan schrijft hij dus Psalm 63. Lees maar mee:

Een lied van David, toen hij in de woestijn van Juda was.

God, mijn God, wat verlang ik naar U!
Met hart en ziel verlang ik naar U,
zoals een dor en droog land verlangt naar water.
Ik heb U in uw heiligdom gezien.
Daar heb ik gezien hoe sterk en machtig U bent.
Uw liefde is mij meer waard dan het leven.
Ik zal U prijzen.
Mijn leven lang wil ik U prijzen.
Ik zal mijn handen naar U opsteken.
Bij U voel ik mij net zo tevreden als na een heerlijke maaltijd.
Ik zing blij over U.
Als ik ‘s nachts wakker lig en aan U denk,
prijs ik U.
Want U heeft mij geholpen.
Veilig onder uw vleugels zing ik vrolijk voor U.

Ik wil altijd dicht bij U zijn,
want ik kan niet zonder U.
U houdt mij altijd vast.
(Psalm 63:1-9)

Wat ongelooflijk eigenlijk hè, dat David dit kan schrijven onder zulke omstandigheden! Zijn diepste verlangen is naar God, ondanks dat hij waarschijnlijk ook zal verlangen dat alles weer goed zal komen tussen Absalom en hem. Bovendien kan ik me voorstellen dat David in die woestijn ook verlangde naar water of iets dergelijks. Maar nee, hij verlangt met hart en ziel naar God. Gods liefde is hem meer waard dan het leven. Zelfs als David ’s nachts wakker ligt, prijst hij God.

Ik weet niet hoe jij dat doet als je niet kan slapen, maar ik lig meestal te woelen en te draaien en naar het plafond te staren. Ik pieker en word hoe langer hoe chagrijniger. Maar misschien kunnen we een voorbeeld nemen aan David, en in onze slapeloze nachten God prijzen. Weer eens wat anders dan anders. Juist als je geloofsleven op een woestijn lijkt, is het goed om God te prijzen. Als je Hem niet ziet of ervaart, betekent dat niet dat God er niet is. We kunnen, net als David, immers niet zonder God. Hij houdt ons altijd vast.

Aan de slag!
Schrijf voor jezelf eens op hoe je geloofsleven er op het moment uit ziet. Bevind jij je in een woestijn of zit je nu juist bij ‘een oase’? Bedenk voor jezelf eens hoe je uit de woestijn kunt komen, of juist bij de oase kunt blijven? Kan God prijzen daar een rol in spelen?

Naar ‘Psalmen-dagboek – Een jaar lang leven met de liederen van Jezus’ van Tim Keller.

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Deel deze overdenking

  1. Petra schreef:

    Mooi Alies,
    Gods liefde is zeker meer waard dan het leven zelf! Bij Hem kunnen we terecht in welke situatie we ook zitten.
    Hij is trouw en stelt niet teleur. Hoe mooi is het dan dat je me even weer wijst op dat we niet moeten vergeten: God te prijzen en loven zoals David dat doet. Dat geeft nieuwe moed en vreugde elke dag of nacht opnieuw, Amen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2023 Zij Lacht | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap